donderdag 10 november 2016

Frank Westerman's Provinciale Schrijverij 35

I think the only people who are surprised are those who enabled it to happen. I am speaking about mainly what is called in the United States the liberal class. They told us that only a corrupt war-mongering status quo would be acceptable for the majority. They have created Trump, in the same way they created Blair and others like these populists. In the U.S. they corrupted a voting system within the Democratic Party that ensured that the other populist, Bernie Sanders, could not be chosen but instead the corrupt candidate of the status quo, who declared the whole world a battlefield. This grotesque campaigning for a person who represented great rapacious (roofzuchtig. svh) power as a candidate of sanity has been probably the most eye-opening side of this. She is clearly the embodiment of a corrupt system. She is the embodiment of a dangerous war mongering system.
John Pilger. woensdag 9 november 2016 


Denkt an die Presse, die als ein Klavier in der Hand der Regierung sozusagen ein Klavier ist, auf dem die Regierung spielen kann. 
Joseph Goebbels. 

Je größer die Lüge, desto mehr Menschen folgen ihr.
Adolf Hitler

The individual is handicapped by coming face-to-face with a conspiracy so monstrous he cannot believe it exists. The American mind simply has not come to a realization of the evil which has been introduced into our midst. It rejects even the assumption that human creatures could espouse a philosophy which must ultimately destroy all that is good and decent. 
J. Edgar Hoover, Director of the FBI, Elks Magazine, August 1956 

De grootste leugen [bevat] altijd een bepaalde factor van geloofwaardigheid, aangezien de grote massa van de bevolking in de bodem van hun harten ernaar neigen liever te worden beschadigd dan bewust en doelbewust kwaadaardig te zijn, en dat, daarom, in het licht van de primitieve eenvoud van hun brein ze gemakkelijker ten prooi vallen aan een grote leugen dan aan een kleine, omdat ze zelf liegen in kleine dingen, maar zich zouden schamen voor te grote leugens. Zo'n leugen zal nooit in hun hoofden opkomen en ze zullen niet in staat zijn om te geloven in de mogelijkheid van zo’n monsterlijk bedrog en valse verklaringen bij anderen, ja, zelfs wanneer ze worden verlicht over het onderwerp, zullen zij lang twijfelen en aarzelen, en ten minste één van deze twee zaken als de waarheid blijven beschouwen. Daarom, iets van zelfs de meest vuige leugen zal altijd blijven plakken aan de feiten, wat alle grote leugen-virtuozen en leugenachtige clubs in deze wereld maar al te goed weten en er ook het meest verraderlijke gebruik van maken.
Adolf Hitler. Mein Kampf. 1925/1926

War has taken on an existential quality in that we are not simply at war; rather, as Étienne Balibar insists, ‘we are in war,’ inhabiting a war culture that touches every aspect of society. War is no longer an instrument to be used by political powers, but a form of rule, a general condition of the social order itself -- a permanent social relation and organizing principle that affects all aspects of the social order. In fact, the US has moved from a welfare state in the last forty years to a warfare state, and war has now become the foundation for politics, wedded to a misguided war on terror, the militarization of everyday life, and a culture of fear, which have become its most important regulative functions. Politics has become a comprehensive war machine that aggressively assaults anything that does not comply with its underlying economic, religious, educative and political fundamentalisms.
Henry Giroux. We No Longer Live in a Democracy. 25 september 2016

Over dat Amerika — nog steeds het land van de onbegrensde mogelijkheden — gaat dit boek. En over wat wij daarvan kunnen leren… De Amerikaanse Droom kan ook de Nederlandse Droom worden. Voor ons als land, en voor jou als mens. Hier lees je hoe.
Rick Nieman. Wat Wij Van Amerika Kunnen Leren. Een Optimistisch Verhaal Over Het Beloofde Land. 2016

Het grote probleem met de kleinburger is dat hij niet in staat is zelfstandig het kwaad te herkennen. Zo zag in 1936 dominee Catrinus Mak niet dat de Neurenberger Rassenwetten, die joodse Duitsers tot untermenschen bestempelden, alles behalve ‘staatskundig tolerabel’ waren. Ondanks het feit dat de joden ‘het uitverkoren volk’ van zijn gereformeerde God waren, slaagde hij er niet in zijn ressentimenten te bedwingen, en besefte hij daardoor niet dat nazi-Duitsland het kwaad vertegenwoordigde. Hetzelfde gaat nu op voor zijn zoon Geert Mak. In het televisieprogramma College Tour riep hij het publiek op om familie en vrienden in de VS ‘op het hart te binden’ op de ‘War Hawk’ Hillary Clinton te stemmen. Net als zijn vader had hij er beter aan gedaan om geen partij te kiezen, zeker aangezien Mak junior beseft dat ‘de toekomst altijd totaal onvoorstelbaar [is]. Dat heb ik altijd als les geleerd.’ Maar zoals Prediker stelt: ‘ijdelheid der ijdelheden, het is allemaal ijdelheid,’ en dus gelooft de profeet uit Bartlehiem dat hij de juiste weg voor zijn volgelingen kan uitstippelen. Hoewel zijn mens- en wereldbeeld berust op het manicheïsme, is hij tegelijkertijd blind voor het huidige kwaad. Net zomin als zijn vader in het interbellum zich realiseerde dat hij als geestelijk leidsman het kwaad publiekelijk rechtvaardigde, heeft ‘de chroniqueur van Europa en Amerika’ door dat zijn oproep om op de kandidaat van Washington en Wall Street te stemmen alleen het failliete en agressieve Amerikaanse exceptionalisme ten goede komt. Zoon Geert heeft in dit opzicht niets geleerd van de eigen familiegeschiedenis; hij toont zelf aan hoe waar zijn opmerking is ‘dat de wereld héél slecht leert van de geschiedenis,’ een waarheid die Mak eerder al demonstreerde toen hij met grote stelligheid beweerde dat ‘Als je invloed en macht wilt hebben, je groots [moet] zijn,’ en dat dit ‘iets [is] wat wij in Europa van’ de Amerikanen ‘kunnen leren,’ zonder erbij te vertellen dat de VS ruim 93 procent van zijn bestaan oorlog heeft gevoerd, waarbij miljoenen wereldbewoners werden vermoord om de hegemonistische belangen van de Amerikaanse elite te laten expanderen. De bittere ironie is dat zijn uitspraken Hitler’s credo bevestigen dat ’Mache die Lüge groß, mache sie einfach, wiederhole sie immer wieder, und letztendlich wird man sie glauben.’ Het paradoxale is dus dat de petite bourgeoisie niet bij machte is het kwaad te herkennen, terwijl haar opvattingen tegelijkertijd wel ontspringen aan het manicheïsme, met zijn messcherp onderscheid tussen goed en kwaad. Uit ervaring weet ik dat kennis hierin geen verandering brengt, hoe subtiel of bot dan ook de onwetende op de hoogte wordt gebracht van de realiteit. Sterker nog: de meerderheid van mijn mainstream-collega’s meent werkelijk dat zij geïnformeerd is, en wel omdat zij de gekleurde berichtgeving van de eigen commerciële massamedia op de voet volgt, waardoor de ‘vrije pers’ ook nog eens minder tijd over houdt om zich echt in een onderwerp te verdiepen, door bijvoorbeeld een boek te lezen die niet is geschreven door iemand uit de peergroup waaraan ze zich spiegelt.  

Laat één ding duidelijk zijn: in een wereld waarin de helft van de mensheid in bittere armoede moet zien te overleven, en ruim 900 miljoen mensen ondervoed zijn en zelfs honger lijden, is het westers militair-industrieel complex een groot kwaad. Punt! Uit! Vanuit dit moreel uitgangspunt, zal ik proberen een rationeel betoog op te bouwen. 

Volgens het Zweedse vredesinstituut het SIPRI spendeerde de wereld in 2015 ruim 1,6 biljoen dollar aan het militaire apparaat, dat wil zeggen: 1,6 maal een miljoen maal een miljoen. Anders gesteld: de wereld spendeerde ruim 2 miljoen euro per minuut aan bewapening, Europa en de VS tezamen besteden meer aan hun militair-industrieel complex dan aan ontwikkelingshulp. Omdat dit bedrag zo astronomisch hoog is dat men zich er in feite nauwelijks iets bij kan voorstellen, rekende het SIPRI het volgende voor: 

Such high levels of spending frequently raise concerns as to the ‘opportunity cost’ involved in military spending — the potential civilian uses of such resources that are lost.

One way to put this in perspective is to compare it to social spending… In particular, how far would this money go towards achieving the UN’s Sustainable Development Goals (SDGs)? 

 * According to a 2015 OECD report on climate finance, a number of high-income developed countries have pledged to raise aid to developing countries to $100 billion a year by 2020 to fund green technology and to help deal with the consequences of climate change (SDG 13). This amounts to 8.3% of high-income developed countries’ military spending in 2015.

* A 2015 report from the UN Food and Agriculture Organization suggests that eliminating extreme poverty and hunger sustainably by 2030 (SDGs 1 and 2) would require an estimated additional $265 billion a year on average (2013 prices). Of this, $89–$147 billion would need to come from public funding, putting total annual public spending requirements at $156–214 billion (2013 prices). This amounts to 9.5–13% of global military spending in 2015.

* The 2015 Education for All Global Monitoring Report found that providing universal primary and early secondary education of adequate quality by 2030 (SDG 4) would require an additional $239 billion a year in spending (2012 prices). Much of this could come from countries’ domestic resources, with donor countries providing the rest. The exact amount donor countries would need to provide depends on low and middle-income countries’ education spending over the next 15 years. If education spending as a percentage of GDP continues to increase in 2015–2030, the report calculates $22 billion will be needed on average each year. If education spending as a share of GDP only carries on at today’s levels, the amount required increases to $52.5 billion a year. This is 3.2% of global military spending in 2015.

* A 2015 report by the Sustainable Development Solutions Network found that achieving the SDGs in health, education, agriculture and food security, access to modern energy, water supply and sanitation, telecommunications and transport infrastructure, ecosystems, and emergency response and humanitarian work (SDGs 2, 3, 4, 6, 7, 9, 11, 13, 14 and 15), including additional sums to allow for climate change mitigation and adaptation, would require further spending from public sources of $760–$885 billion a year between 2015–30 (2013 prices). This amounts to 46–54% of world military spending in 2015.

Reallocating only around 10% of world military spending would thus be enough to achieve major progress on some key SDGs, supposing that such funds could be effectively channelled towards these goals and that major obstacles, such as corruption and conflict, could be overcome.



Het laatste jaar van de Koude Oorlog, 1991, spendeerde de zwaarst bewapende natie in de geschiedenis 358 miljard dollar aan haar zogeheten defensiebudget, anno 2015 is dit bedrag opgelopen tot ruim 598 miljard.  

In fiscal year 2015, military spending is projected to account for 54 percent of all federal discretionary spending, a total of $598.5 billion. Military spending includes: all regular activities of the Department of Defense; war spending; nuclear weapons spending; international military assistance; and other Pentagon-related spending.

The U.S. outpaces all other nations in military expenditures. World military spending totaled more than $1.6 trillion in 2015. The U.S. accounted for 37 percent of the total.

U.S. military expenditures are roughly the size of the next seven largest military budgets around the world, combined.

U.S. military spending dwarfs the budget of the number 2 country – China. For every dollar China spends on its military, the U.S. spends $2.77.

In the decade following Sept. 11, 2001, military spending increased 50 percent, adjusted for inflation. In comparison, spending on every other non-military program — things like education, health care, public transit, and science — grew by only 13.5 percent over the same time period.

De VS gaf in 2015 ruim negen keer meer uit aan het militair-industrieel complex dan de inmiddels door westerse politici, academici en de mainstream-pers aangewezen aartsvijand Rusland, terwijl de NAVO-landen bijeen ruim dertien keer meer aan het militaire apparaat uitgeven dan de Russische Federatie. 

Met andere woorden: wanneer opiniemaker Geert Mak op de Nederlandse televisie beweert dat ‘meneer Poetin’ de Europese NAVO-landen ‘dwingt’ om ‘meer aan defensie uit te geven’ en men ‘defensie niet helemáál’ kan ‘afbreken,’ nu ‘wij’ volgens de gangbare propaganda door de Russische strijdkrachten bedreigd worden, dan is er sprake van niet alleen een paranoïde stoornis, maar tevens een volstrekt verkeerde voorstelling van zaken die, gezien het grote risico van desastreuze consequenties, ronduit misdadig is. Mak’s houding is irrationeel, maar juist daarom is hij een graag geziene gast in de al even irrationeel reagerende mainstream-media. Om de elite en een zo groot mogelijk publiek te behagen is mijn oude vriend bereid om te liegen en te bedriegen, hetgeen zich ook nog eens manifesteert door de bredere context te verzwijgen, zoals bijvoorbeeld het feit dat: 

A 2015 report from the UN Food and Agriculture Organization suggests that eliminating extreme poverty and hunger sustainably by 2030 would require an estimated additional $265 billion a year on average. 

Mak junior wil liever dat er nog meer geld naar het westers militair-industrieel complex verdwijnt, in de verwachting zijn angstgevoelens te kunnen bezweren, dan dat dit geld wordt besteed aan het bestrijden van de bewust in stand gehouden ‘armoede en honger’ in de wereld. Ook die keuze van hem is irrationeel, aangezien ‘armoede en honger’ juist belangrijke oorzaken zijn van geweld. Zijn mentaliteit weerlegt tevens de bewering van zijn echtgenote, Mietsie Mak, dat haar Geert ‘altijd aardig en lief voor iedereen’ is. Een rijk en ontwikkeld mens die de status quo steunt, waarbij dagelijks 20.000 kinderen van honger omkomen, is vanzelfsprekend absoluut niet ‘aardig en lief voor iedereen.’ Integendeel zelfs, zo iemand is een keiharde egoïst. Een ander voorbeeld van zijn autisme is dat de ‘populairste geschiedenisleraar van het land’ ongevoelig is voor het feit dat Tempo uitsterven van dieren komt in stroomversnelling,’ zoals de kop luidde boven het bericht in Trouw van 26 oktober 2016, waarin werd uiteen gezet dat

De natuur op aarde het onverminderd zwaar te verduren [heeft]. De populaties wilde dieren zijn tussen 1970 en 2012 met gemiddeld 58 procent afgenomen. Bij onveranderd beleid is in 2020 twee derde van de populaties zoogdieren, vogels, vissen, reptielen en amfibieën verdwenen.

Het is een zich herhalend slecht bericht uit het Living Planet Report dat het Wereld Natuur Fonds elke twee jaar uitbrengt. In die studie brengt het WNF het wereldwijde natuurverlies in kaart. Sinds 1970 neemt het aantal wilde dieren vrijwel onafgebroken af.

 Ik benadruk het feit dat: 

het aantal wilde dieren door menselijk toedoen ‘in een schrikbarend hoog tempo’ [is] geslonken, (Het Parool)

omdat in 2005 Geert Mak tegenover een journaliste van het damesblad Opzij vertelde dat hij zichzelf  weer als ‘gelovig, christelijk’ ziet. Op de vraag: ‘Wat betekent dat voor je?’ antwoordde de ‘born again christian’:

Dat ik geloof in een genadige God. Dat is heel belangrijk: een milde, liefdevolle God. En dat je die genade overbrengt op je medemensen, dat je deel uitmaakt van een gemeenschap die de hele wereld omvat, dat er lijnen lopen tussen andere mensen en jou en tussen jou en God. Dat geeft soms troost, soms ordening, soms een gevoel van verantwoording. Het geeft lijn aan je handel en wandel. Als je vraagt wat mijn godsbeeld is: een vriendelijke, vaderlijke God, een milde man, die mensen doorziet in hun zwakheid.

Mak liet voorts weten te geloven in ‘een hiernamaals' en in ‘een laatste oordeel… hoewel ik ook wel eens denk dat het oordeel zich binnen jezelf voltrekt. Of er een hel en een hemel zijn? Ik weet het niet, eigenlijk geloof ik meer in een algemene genade.’ Mak gaf toe dat:

Het instituut godsdienst heeft een gruwelijke rol gespeeld in de wereldgeschiedenis en doet dat nog steeds. Maar tegelijk heb ik door de bestudering van de geschiedenis gezien dat goede, spirituele mensen vaak een belangrijke rol hebben vervuld.

Omdat ik een scepticus ben en geen cynicus die overal de prijs van weet, maar van niets de waarde, neem ik de woorden van Geert Mak serieus en werp dan ook de volgende vraag op: hoe kan een volwassen man die tot in het diepst van zijn ziel gelooft ‘dat je deel uitmaakt van een gemeenschap die de hele wereld omvat’ en aan dit inzicht ‘een gevoel van verantwoording’ zegt ontleent, het neoliberalisme van een oorlogsmisdadigster als Hillary Clinton steunen? Immers, dit agressieve systeem heeft tevens met geweld wereldwijd een economische model afgedwongen dat 64 mensen zo rijk heeft gemaakt dat zij nu evenveel bezitten als de helft van de hele mensheid, vanzelfsprekend ten koste van het geluk van een groot deel van de mensheid en het evenwicht in de natuur. 


Geert, laten we om verwarring te voorkomen het geval Donald Trump terzijde schuiven, want ook hij zal als president zijn beloften niet kunnen en willen waarmaken, daarvoor heeft de financiële elite teveel macht en is hij zelf teveel een narcist. Misschien herinner je je dat ik je in 2006, na een lange reis door de VS, vertelde dat de situatie daar op exploderen stond. Sindsdien zijn de interne spanningen alleen maar opgelopen, en vandaag, donderdag 10 november 2016, zijn de eerste anti-Trump rellen begonnen. Was Hillary Clinton gekozen, dan waren die rellen nog veel groter geweest. Dus laten we ons beiden concentreren op de vraag hoe jouw steun aan de verwoestende neoliberale marktideologie van de ‘War Hawk’ Hillary Clinton — en vóór haar president Obama — te rijmen is met jouw diepe geloofsovertuiging ‘dat je deel uitmaakt van een gemeenschap die de hele wereld omvat, dat er lijnen lopen tussen andere mensen en jou en tussen jou en God’? Anders gesteld: hoe kan dit alles je ‘soms troost, soms ordening, soms een gevoel van verantwoording,’ geven en bovendien een ‘lijn aan je handel en wandel,’ wanneer mevrouw Clinton, volgens goed geïnformeerde Amerikaanse insiders, een uitgesproken exponent is van de huidige Amerikaanse politiek, waarbij, aldus Henry Kissinger, ‘breaking Russia has become an objective’? Ik stel die vraag ook in verband met het feit dat het magische marktdenken, met zijn  dogma van de eeuwige groei, het rentmeesterschap van Gods schepping op aarde volstrekt onmogelijk maakt. Door de voortdurende aanslagen op de biodiversiteit in de wereld en alle andere vormen van milieuschade ‘scientists are currently monitoring the sixth extinction, predicted to be the most devastating since the asteroid impact that wiped out the dinosaurs,’ aldus de Amerikaanse hoogleraar Elizabeth Kolbert. In haar boek The Sixth Extinction. An Unnatural History (2014), beschrijft zij hoe ‘This time around, the cataclysm is us.’ Waarom is het voor een man als jij zo vreselijk moeilijk om eerlijk te zijn, om de werkelijkheid onder ogen te zien, om je eigen ijdelheid en het intens vergeefse van je handelen door te prikken? Wat heb je, nu je bijna 70 bent, nog te verliezen? Je goede naam? Je rijkdom? Wat betekenen die voor de ‘lijnen’ die  ‘tussen jou en God [lopen]’? Waar is jouw ‘gevoel van verantwoording’? Of wacht je rustig op ‘een algemene genade’ van ‘een vriendelijke, vaderlijke God, een milde man, die mensen doorziet in hun zwakheid,’ zodat je je verantwoordelijkheid voor de verwoesting van God’s schepping kunt ontlopen? Maakt deze zwakheid je ‘aardig en lief voor iedereen,’ of demonstreert zij juist een bikkelharde onverschilligheid voor de mens en natuur, die volgens jouw geloof door God zijn geschapen? Op de kritische website consortiumnews.com van 8 november 2016 — de dag dat Hillary Clinton verloor — zette de Amerikaanse ‘advisor on Russia to the Special Representative for Global Inter-governmental Affairs at the US State Department,’ James W. Carden het volgende uiteen:

The New Cold Warriors who surround Hillary Clinton have made Russia-bashing and McCarthyism the go-to tactics to silence the few voices warning of the grave and unnecessary risks of a new Cold War.

Now that the 2016 election campaign is at long last over, an examination of the reckless, fact-free, innuendo-laden McCarthyite rhetoric which Hillary Clinton’s campaign surrogates deployed over the past several months is in order.

The first and most obvious point to be made is that the anti-Russia hysteria that characterized the election, particularly in its final weeks, did not come out of nowhere; in fact, it should be seen as part of a natural progression of the elite media’s Russophobia which took root in and around the Ukraine crisis of late 2013-early 2014 and led, almost ineffably, not only to charges of Russian election-rigging in the United States but in the identification, in the pages of Newsweek and the Washington Post, of Russian fifth-columns within the United States.

How the Ukraine crisis poisoned America political discourse is by now well known. As I reported in ‘The Nation’ almost 18 months ago, the cottage industry of unscrupulous neo-McCarthyites which has grown up around Washington, London and Manhattan in recent years has sought to stifle debate by bandying charges of unpatriotic disloyalty against anyone questioning the wisdom of U.S. policy toward Russia. (It bears noting that something similar regarding Syria policy is happening as I write, driven, for the most part, by the usual suspects.)

As one long time political scientist told me at the time, ‘The atmosphere here in the U.S. created by the Ukraine crisis is poisonous — and I say this having been an academic for 37 years.’

The millennial careerists who help staff the ranks of the New Cold Warriors instinctually reach for ad hominem attacks over reasoned argument — and in so doing helped make way for the tactics the Clinton campaign unleashed in 2016.

By the time the nominating conventions rolled around this summer, the Clinton campaign was engaged in a Twenty-first Century witch hunt against any Trump adviser who had so much as visited Russia. Trump campaign manager Paul Manafort and foreign policy adviser Carter Page were both hounded out of the campaign by Clinton-inspired media smears.

Clinton’s campaign, which was run by Robby Mook, a 36-year-old hot shot who clearly relished his role as a kind of millennial Roy Cohn, repeatedly attacked former Ambassador to Germany and arms control negotiator under Ronald Reagan, Richard Burt.

Burt was singled out, not only by the Clinton camp, but by Salon and Newsweek, because he had served as an adviser to Alfa Bank, the Russian bank which played a starring role in former New Republic editor’s Franklin Foer’s thoroughly debunked article on the Trump Organization’s (non-existent) ‘secret’ email server.

Yet what is most interesting isn’t so much the smears — phrases like ‘useful idiot’ and ‘Kremlin stooge’ which are mostly warmed-over fare from the first Cold War — but the mindset of the New Cold Warriors. How is it that these self-anointed crusaders for ‘humanitarian intervention’ and ‘democratization,’ these self-appointed enemies of tyranny, end up on the side of neo-Nazis in Ukraine, Al Qaeda and al-Nusra affiliate in Syria, all the while stirring up sectarian and nationalist pathologies across the Middle East and Eastern Europe?

Diezelfde verkiezingsdag vatte de Porto Ricaanse/Amerikaanse dichter José M. Tirado, op de kritische Amerikaanse website de huidige stand van zaken in de VS samen onder de veelzeggende kop ‘America, It’s Over’:

There is little doubt that, come Nov. 9, a fractured USA will plod on with one of two of the most disliked politicians in recent memory to try for the White House in place as President. Should Trump win, an astounding transformation will have taken place. A blustering, lying bigot will have ridden a wave of White discontent into a sea of political and cultural disenchantment and who will immediately face widespread opprobrium at home and abroad. His supporters, many proto-fascist and proud of it, will celebrate appropriately. How that ends, no one can predict, but opposition will be fierce and quite possibly ugly.

If Clinton wins, all kinds of stories will be created including that of that an intelligent, ambitious woman so resentful of her philandering former President husband that she took to politics to redeem herself and her gender and finally broke the Great Glass Ceiling. Such myth-making hogwash (nonsens. svh) will grow even worse as apologists unite behind her warmongering ways while the streets are stocked with military-suited police forces dampening dissension. However, the opposition to her will probably be large as well, with armed right-wingers screaming about impeachment on one side, and the scattered remnants of Bernie Sanders´ voters fighting vainly to keep her honest from the other side.

I do not need to remind anyone that Presidential politics has hit new lows and it is this which has finally tipped my hand. The same pattern repeats itself every four years with some Troglodyte on one side threatening the end of Western civilization, facing a minor Trog from the ‘other side’ for whom we must pinch our noses and select as the ‘lesser of two evils’ or else the sky will fall and endless wars, social cutbacks, and ever more restrictions on our rights will follow. I am old enough to have figured this one out. And I´m not invested in it anymore.

It will be a mess either way…

It’s become too much for me. The US, as a country where nearly 80% of the people believe in angels but barely half accept that climate change is real, is a country moving backwards, not forward. And in the little time remaining in my life, I want to live in a place where people move forward, peacefully, with their ambitions sincere and their lives openly and proudly connected to the larger world. I don´t feel that bragging about how great you are is the appropriate default position to take publicly, when millions remain poor, disenfranchised, and bitter about being politically powerless while fearful of immigrants seeking better for their lives. It´s too painful. There has been a growing gap between US culture and myself, that combustible mixture of easy access to guns and little access to reason and comradeship. I don´t like the low level daily violence, the anger, the resentment, the defensiveness, the loudness, the commercialization of everything, the fake news, the phony ‘issues’ and the willfully insular perspective. I also don’t like the macho posturing that is part of everything, leading to so-called open carry laws allowing guns in churches, schools, and bars. That is a madness people outside the US see with a clarity that is as sharp as it is obscured by the violent defense of it in the US. You can keep it. It ain´t me.


De Amerikaanse Droom is veel eerder geïmplodeerd, zo realiseerden zich Amerikaanse literatoren al geruime tijd geleden. In 1977 beschreef de Amerikaanse auteur Henry Miller in zijn essay A Nation of Lunatics het land — waarvoor Geert Mak ‘altijd al’ een ‘geheime liefde’ koesterde — als volgt:

In two short centuries we are practically going down the drain. Ausgespielt! No one is going to mourn our passing, not even those we helped to survive. In the brief span of our history we managed to poison the world. We poisoned it with our ideas of progress, efficiency, mechanization. We made robots of our stalwart (stoere. svh) pioneers. We dehumanized the world we live in… It seems as if we were conceived in violence and hatred, as if we were born to plunder, rape and murder. Our history books gloss over the cruelties and abominations, the immoral behavior of our leaders... 

They name it a republic and a democracy, but it never was and is not even one now. A few patrician, wealthy families control the government of these states… Indeed, for all our talk of progress, we are just as narrow-minded, prejudiced, blood-thirsty as ever we were. Just look at the military situation — the Pentagon! — is enough to give one the shivers. The last war – Vietnam – what foul doings! Tamerlane and Atilla are nothing compared to our latter-day monsters armed with nuclear weapons, napalm, etc. If Hitler subsidized genocide, what about us? We have been practicing genocide from our very inception! That goes for Indian, Negro, Mexican, anyone… And we wonder why, as a nation, as a people, we are falling apart… In short, how to survive in an age of barbarism such as ours… 

We have plenty of money for bombers, submarines, warheads, for all that is destructive, but not for culture, not for education, or for relief of the poor. What a thing to say of the supposedly greatest nation in the world that thousands of our poor are content to live on dog and cat food. I say thousands, but for all I know it may be millions… The cream, so-called, of society is just as criminal-minded as the dregs (uitschot. svh)… In Roman times it were the emperors and patricians who were pathological. Today in America it is the citizenry… Money indeed is the only thing that talks. All the rest is mute. All the rest watch unblinkingly while one atrocity after another is perpetrated. To speak of the public is to speak of the unacknowledged Sphinx. It hears nothing, sees nothing, smells nothing, says nothing. And all the while it gives off a vile odor — not the odor of sanctity, as in ancient times, but the odor of neutrality, of indifference… 

And only that Democrat or that Republican stands a chance who is a ‘friend’ not of the people but of vested ‘interests.’ Millions of dollars are spent to elect a fool or knave (schurk. svh) — in any case, a willing puppet. And this is styled a democratic form of government… He is but a pawn in the hands of the various greedy, blood-sucking interests… For all their woes and misery, our people have been thoroughly brainwashed to accept and endure any conditions imposed on them… Our foreign policy has always been a disgrace… Always the first, the best, the greatest, the biggest, the mostest. Here superlatives have lost all value… The streak of Puritanism in us is ineradicable… 

There are many, many ways of preventing the truth from coming out. And of squelching unwelcome views of a writer or thinker… In a sense, censorship is with us always. The men in power know how to protect themselves… If I look upon our history as a total flop, I could say the same about most civilized countries… Of all the civilized peoples in the world I regard the American as the most restless, the most unsatisfied, the idiot who thinks he can change the world into his own image of it. In the process of making the world better, as he foolishly imagines, he is poisoning, destroying it.

Miller schreef dit in een tijd waarin, volgens Geert Mak, Nobelprijswinnaar Literatuur John ‘Steinbeck en zijn pessimistische geestverwanten’ met ‘hun sombere voorspellingen de plank mis[sloegen],’ want naar het oordeel van de ‘chroniqueur’ van de de westerse wereld kon de vooruitgang niet worden stop gezet. Als bewijs daarvoor voerde hij in zijn bestseller Reizen zonder John. Op zoek naar Amerika (2012) onder andere aan dat het ‘Sovjetimperium, de gevreesde vijand’ in 1990 ‘verdween,’ terwijl ondertussen in de VS ‘op allerlei terreinen,’ vooruitgang werd geboekt op het gebied‘van burgerrechten, armoedebestrijding en gezondheidszorg tot de verdere aanleg van het Interstate Highway System.’ Dat achter de façade de sociale ontwikkelingen in de Amerikaanse samenleving al enige tijd waren gestagneerd, en de elite ervoor had gezorgd dat de politieke en economische status quo gehandhaafd bleef, was tot zeker 2012 volledig aan Mak voorbijgegaan. Zijn zoektocht naar ‘Amerika’ was een mislukking geworden. In zijn zoektocht naar ‘Amerika,’ zoals hij de VS steevast blijft noemen, had hij geen enkel begrip voor de kritische aantekeningen van Steinbeck in diens reisverslag Travels with Charley (1962) en diens brieven aan de Democratische presidentskandidaat Adlai Stevenson, waarin hij waarschuwt voor het ‘alles doordringende zenuwgas van immoraliteit die in de kleuterklas begint en niet stopt voordat het de hoogste posten heeft bereikt, zowel in het bedrijfsleven als bij de overheid.’ Hij schreef tevens over de ‘nerveuze rusteloosheid,’ in zijn land die voortkwam uit ‘een honger, een dorst, een brandend verlangen naar iets onbekends – misschien wel moraliteit.’ Steinbeck’s scherpzinnige visie bracht de chroniqueur uit Bartlehiem ertoe om hem te kwalificeren als ‘een doemdenker,’ wiens ‘eeuwig sluimerende pessimisme nu ongegeneerd naar buiten’ brak, en wiens boek Cannery Row (1945) voor Mak zelfs ’een buitengewoon on-Amerikaans, misschien zelfs anti-Amerikaans boek’ is, fundamenteel afwijkend van het in zijn ogen kenmerkende ‘optimisme van de Amerikanen.’ De reden dat Mak niet in staat is de realiteit te zien is simpelweg het feit dat, zoals hij mij schreef, ‘ik niet zonder hoop [kan], Stan, dat klinkt misschien wat pathetisch, maar het is toch zo,’ waardoor een ziekelijk soort 'optimisme' zijn angst, en zijn verlangen te behagen, moet bezweren. 

Mak is een christen die naar verlossing zoekt, auteurs daarentegen geloven niet in verlossing, maar beseffen, net als de Griekse tragedieschrijvers, dat het leven geen bevrijding biedt. De Amerikaanse dichter en vertaler van Griekse tragedies, wijlen Robert Fagles, zette in de inleiding van Sophocles’ tragedie Oedipus the King uiteen dat koningin Jocasta, moeder en echtgenote van Oedipus,

thought that there was no order or design in the world, that dreams and prophecies had no validity; that man had complete freedom because it made no difference what he did – nothing made any sense. She was wrong; the design was there, and when she saw what it was she hanged herself. But the play now seems to give us a view of man’s position that is just as comfortless as her acceptance of a meaningless universe. What place is there in it for human freedom and meaningful action? Oedipus did have one freedom: he was free to find out or not find out the truth… One freedom is allowed him: the freedom to search for the truth, the truth about the prophecies, about the gods, about himself. And of this freedom he makes full use. Against the advice and appeals of others, he pushes on, searching for the truth, the whole truth and nothing but the truth. And in this search he shows all those great qualities that we admire in him — courage, intelligence, perseverance… This freedom to search, and the heroic way in which Oedipus uses it, make the play not a picture of man’s utter feebleness caught in the toils of fate, but on the contrary, a heroic example of man’s dedication to the search of truth, the truth about himself. This is perhaps the only freedom, the play seems to say, but there could be none more noble.

Maar Mak, die qua temperament geen auteur is, is niet op zoek naar de werkelijkheid, maar naar vertroosting, naar een verlossing uit het lijden, net als zijn vader die dacht dat hij haar in zijn geloof had gevonden, maar zich in werkelijkheid drukker maakte over de handhaving van de zondagsrust, dan over het lot van de joden. Het tragisch levensgevoel staat diametraal tegenover het christelijk geloof in een verlossing en ook tegen het Verlichtingsgeloof, dat uitgaat van een materiële verlossing. Fagles wees erop dat:

ignorance can be remedied, the ignorant can learn, and the force with which Oedipus now reasserts his presence springs from the truth he now understands: that the universe is not a field for the play of blind chance, and that man is not its measure. This knowledge gives him a new strength which sustains him in his misery and gives him the courage needed to go on living, though he is now an outcast, a man from whom his fellow-men recoil in horror… The catastrophe of the tragic hero thus becomes the catastrophe of… man; all his furious energy and intellectual daring drive him on to this terrible discovery of his fundamental ignorance — he is not the measure of all things but the thing measured and found wanting.

Ook in dit opzicht zijn de thema’s van de Griekse tragedieschrijvers 2500 jaar nadien nog steeds actueel, opnieuw Fagles:

Sophocles’ play has served modern man and his haunted sense of being caught in a trap not only as a base for a psychoanalytic theory which dooms the male infant to guilt and anxiety from his mother’s breast, but also as the model for a modern drama that presents us, using the ancient figures, our own terror of the unknown future which we fear we cannot control — our deep fear that every step we take forward on what we think is the road of progress may really be a step toward a foreordained rendezvous with disaster. The greatest of these modern versions is undoubtedly Jean Cocteau’s ‘Machine Infernale’; the title alone is, as the French say, a whole program. Cocteau also worked with Stravinsky on an operatic version of the Sophoclean play (the text in liturgical Latin), and for a recording of this work he wrote a prologue that sums up his compelling vision of man’s place in a strange and haunted universe. ‘Spectateurs,’ the author says in his forceful, rather nasal voice, ‘sans le savoir…’ without knowing it, Oedipus is at grips with the powers that watch us from the other side of death. They have spread for him, since the day of his birth, a trap and you are going to watch it snap shut… Nothing mortal can resist the changes Time brings: not bodily strength, not friendship between man and man, still less between city and city. No man can be confident of the future; human confidence is based on total ignorance.

Mak, die niet de psyche bezit van een auteur, wil evenwel geen ‘toeschouwer’ zijn, al dan niet ‘zonder het te weten,’ maar handelend optreden, net als een politicus of een geestelijke, hij wil actief ingrijpen in de verwachting dat die manier het ‘goede’ zal prevaleren, dat wil zeggen: datgene wat hij als het 'goede' veronderstelt. Daarom speelt hij wisselend de rol van schrijver en dominee. In die laatste rol veroordeelt hij literatoren van wie het werk geen infantiel ‘optimisme’ uitstraalt, maar het tragische van het bestaan als onderwerp heeft. De zo geprezen bestsellerauteur weigert te accepteren dat, gemeten naar de kennis van de goden of, zo men wil, de natuur ‘human knowledge is at its greatest ignorance compared to theirs… It is a universe governed by powers in whose justice man must assert, in ignorance and with little hope of confirmation, a desperate belief.’ Maar voor Mak is en blijft de ‘Amerikaan’ per definitie ‘optimistisch.’ Deze misvatting is deels gebaseerd op zijn onvermogen het leven te accepteren zoals het komt, en deels doordat hij de Amerikaanse literatuur niet heeft bestudeerd en het werk van de grote Amerikaanse schrijvers zelfs niet eens kent. Had hij daarentegen bijvoorbeeld The Great Gatsby van Scott Fitzgerald gelezen dan had mijn oude vriend geweten wat deze auteur bedoelde toen hij in 1924 over zijn nog niet verschenen boek opmerkte dat het ‘a new thinking out [is] of the idea of illusion.’ Het boek dat door Amerikaanse literatuurcritici als één van de grootste romans van de twintigste eeuw wordt beschouwd, is een afrekening met de illusie van de 'American Dream.' The Great Gatsby portretteert de jaren 20 niet als de Roaring Twenties, vol Amusement, Jazz, Theater, Hollywood, zoals de massamedia deden en nog steeds doen, maar als — in de woorden van Scott Fitzgerald zelf —  ‘a time of illness and disease,’ en toch is ‘Gatsby’s dream,’ aldus de auteur, ‘our dream too.’ Het in wezen tragische verlangen en streven naar de verlossing via een 'Droom’ werd tot norm verheven. De Amerikaanse stand-up comedian George Carlin reageerde daarom eens met de opmerking dat het de ‘Amerikaanse Droom’ wordt genoemd, ‘because you have to be asleep to believe it.’ In Critical Essays on Fitzgerald’s The Great Gatsby (1984) schreef de gerespecteerde Amerikaanse literatuurcriticus Lionel Trilling, die Scott Fitzgerald ‘the spokesman and symbol’ noemde van ‘his own restless generation’

Gatsby, divided between power and dream, comes inevitably to stand for American itself. Ours is the only nation that prides itself upon a dream.

Een Nederlandse opiniemaker die zich voordoet als ‘Amerika-deskundige,’ maar die The Great Gatsby niet heeft gelezen en geanalyseerd, is domweg niet in staat de Amerikaanse cultuur van de twintigste eeuw te doorgronden, en dat is dan ook één van de redenen waarom Geert Mak’s reisboek de noodzakelijke diepte mist. The Great Gatsby is namelijk een werk ‘we have to deal with ever afterward.’ Wijlen Norman Holmes Pearson merkte in dezelfde Critical Essays het volgende op over de rijken en hun parasitaire aanhang die The Great Gatsby bevolken:

The stimulation of these people who dance their lives comes from outside rather than inside of themselves, as though will did not count but only the helpless stimulation of the senses as they are played upon by the winds of the band. This is not the Gay Twenties, when youth was free, but a time of illness and disease,

een narcistische tijd waarin het moderne reclamejargon al snel versleten raakte door het misbruik van de taal, en waarin Gatsby

the uncontrolled romantic [is], his is the American Dream of succes. Into his ambition, he has absorbed what a man like Benjamin Franklin, through his Autobiography, has come to stand for as an image: that a man can be what he makes himself to be,

iemand die met geld een nieuwe ‘identiteit’ kan kopen. Tegelijkertijd wees Ross Posnock, hoogleraar Engels aan de Columbia University, in dit verband erop dat Fitzgerald

was not glibly posturing when he stated late in life that his outlook was ‘essentially Marxian,’

wat ondermeer duidelijk wordt wanneer Marx’s uiteenzetting over ‘commodity fetishism’ wordt getoetst aan Gatsby’s wereld, met het voorbehoud dat Fitzgerald 

does not share their abhorrence of capitalism. Fitzgerald’s notorious ambivalence toward the rich was vital to his artistic power, for his double consciousness permitted him not to expose the hidden corruption of their society but to reveal the seductive allure of what he indicted. 

Een jaar voordat The Great Gatsby verscheen, verklaarde de auteur dat hij een ‘pessimist [en] een communist’ was ‘with Nietzschean overtones.’ Deze paradox werd door de marxistische filosoof George Lukacs (zoon van een bankier) verklaard uit het feit dat tegenstrijdigheden een onlosmakelijk onderdeel zijn ‘to the nature of capitalism.’ Het besef dat die interne tegenstrijdigheden bestaan is geen ‘sign of imperfect understanding of society,’ maar juist de bewustwording van de ‘illusions enveloping all phenomena in capitalist society.’ Ross Posnock voegt hieraan toe:

Strikingly, Fitzgerald’s conflicting images of the individual suggested in his 1924 statement recall a central contradiction that Lukacs finds in capitalism: ‘the fact that the bourgeoisie endowed the individual with an unprecedented importance, but at the same time that same individuality was annihilated by the economic conditions to which it was subjected by the reification (verzakelijking. svh) created by commodity production… The novel’s account of man’s relation to society… profoundly agrees with Marx’s great discovery that it is social reality rather than individual consciousness that determines man’s existence.


Opiniemaker Geert Mak in het bijzonder en de westerse mainstream-media in het algemeen verzwijgen evenwel deze werkelijkheid, omdat zij er eenvoudigweg niets mee aankunnen. De vaak gore werkelijkheid achter de façade van democratie en mensenrechten weerlegt hun simplistische goed-kwaad voorstelling, met als gevolg dat de kapitalistische massamaatschappij, zoals die in de jaren twintig zijn definitieve vorm kreeg, door hen niet wordt geanalyseerd. De rol van het individu in een samenleving die het individualisme verheerlijkt maar tegelijkertijd het conformisme afdwingt, strekt voor hen niet verder dan die van gehoorzame producent en consument. En in massapsychologie zijn ze helemaal niet geïnteresseerd. Door het politieke aan de politiek te onttrekken krijgt men beschrijvingen als die van de Volkskrant-correspondent in Frankrijk en historicus Peter Giesen, die op donderdag 10 november 2016 om 2 uur ’s ochtends beweerde een antwoord te hebben gevonden op de vraag ‘Waarom het populisme zegeviert in het Westen,’ om en passent zichzelf te ontmaskeren. Hij schreef:

De Brexit en de verkiezing van Trump zijn opstekers voor de Europese populisten. Le Pen in het Elysée? Waarom niet? 

De Franse ambassadeur in Washington verkeerde gisterochtend in staat van grote ontreddering. 'Na de Brexit en deze verkiezing is alles mogelijk. Een wereld stort in voor onze ogen. Een duizeling', twitterde Gérard Araud. En hij voegde toe: 'Dit is het einde van een tijdperk, dat van het neoliberalisme. Blijft te bezien wat zal volgen.'

De ambassadeur schrok zo van zijn vrijmoedige tweets dat hij ze even later weer wiste. Maar zijn woorden illustreren de enorme bezorgdheid die de verkiezing van Trump in Europa heeft veroorzaakt. 'De gebeurtenissen van de laatste maanden en dagen moeten worden behandeld als een waarschuwingsteken voor iedereen die gelooft in de liberale democratie,’ zei Donald Tusk, president van de Europese Unie.

Niet alleen diplomaten, politici, captains of industry en media maken zich zorgen. Ook een groot deel van de burgers ziet het populisme als een demagogische stroming waar niets goeds van te verwachten valt.


Kenmerkend voor zijn standpunt als journalist van de ‘corporate press’ is dat ook Giesen impliciet stelt dat ‘Dit het einde [is] van een tijdperk, dat van het neoliberalisme,’ en dat het 'populisme' feitelijk ‘een waarschuwingsteken [is] voor iedereen die gelooft in de liberale democratie.’ Hierbij wordt het systeem bedoeld dat 64 individuen zo rijk heeft gemaakt dat ze nu evenveel bezitten als de helft van de hele mensheid die met één tot twee dollar moet zien te overleven. Giesen’s ‘Liberale democratie’ heeft het tevens mogelijk gemaakt dat de ‘top one tenth of one percent of Americans has as much wealth as the bottom 90 percent of Americans combined.’ Deze ‘democratie,’ letterlijk, ‘volksheerschappij,’  waarbij het volk via volksvertegenwoordigers zijn eigen toekomst bepaalt, zou dus ‘democratisch’ hebben bepaald dat 0,01 procent van de Amerikaanse bevolking schatrijk moest worden, ten koste van de bevolking waarvan nu ook de middenklasse wordt vernietigd. Diezelfde 'democratie' functioneert wereldwijd als 'a corrupt war-mongering status quo,' zoals John Pilger het noemdeAlleen een gecorrumpeerde journalist als Giesen kan onweersproken door zijn mainstream-collega's nog volhouden dat de VS een 'democratie' is. Het verklaart tevens waarom de westerse commerciële pers net zo gewantrouwd wordt als de volksvertegenwoordigers, zoals uit opiniepeilingen voortdurend blijkt. Dat ‘diplomaten, politici, captains of industry en media’ vrezen dat ‘het populisme’ een einde zal maken aan het neoliberalisme en zijn gewelddadige neoconservatisme zegt alles over de ideologische keuze van de propagandistische 'media.' Een  onafhankelijke ‘vrije pers’ zou de bredere context van de opkomst van ‘het populisme’ onderzoeken, en de corruptie achter de facade analyseren. Maar omdat ‘de vrije pers’ een onlosmakelijk onderdeel is geworden van de gevestigde wanorde is het onmogelijk voor een correspondent uit een klein handelsland om de werkelijkheid te beschrijven, en krijgt men datgene opgedist wat de Peter Giesen's op aarde beweren. In verband met de lengte stop ik. Volgend keer meer over de Makkianen in de verschuivende werkelijkheid. 'Denkt an die Presse, die als ein Klavier in der Hand der Regierung sozusagen ein Klavier ist, auf dem die Regierung spielen kann.' 


Peter Giesen: 'Natuurlijk vertekenen de media... De media zijn gericht op extremen, niet op het saaie en alledaagse midden. Daarmee onderscheiden zij zich overigens niet van de gewone conversatie. Op verjaardagsfeestjes spreken mensen ook eerder over een neef die gaat scheiden dan over het huwelijk van oom en tante dat al tientallen jaren voortreffelijk marcheert.' 

Daarentegen verklaarde de  journalist van wereldnaam, John Pilger, op woensdag 9 november 2016: 

I think the only people who are surprised are those who enabled it to happen. I am speaking about mainly what is called in the United States a liberal class. They told us that only a corrupt war-mongering status quo would be acceptable for the majority. They have created Trump, in the same way they created Blair and others like these populists. In the U.S. they corrupted a voting system within the Democratic Party that ensured that the other populist, Bernie Sanders, could not be chosen but instead the corrupt candidate of the status quo, who declared the whole world a battlefield. This grotesque campaigning for a person who represented great rapacious (roofzuchtig. svh) power as a candidate of sanity has been probably the most eye-opening side of this. She is clearly the embodiment of a corrupt system. She is the embodiment of a dangerous war mongering system.

Als Giesen hetzelfde in zijn krant schreef dan zou hij onmiddellijk teruggestuurd worden naar waar hij vandaan kwam, te weten: Wageningen, om daar correspondent te worden van de 'kwaliteitskrant.' 



5 opmerkingen:

Bauke Jan Douma zei

''
"De Amerikaanse Droom kan ook de Nederlandse Droom worden. Voor ons als land, en voor jou als mens. Hier lees je hoe. Rick Nieman."

Het grote probleem met de kleinburger is dat hij niet in staat is zelfstandig het kwaad te herkennen. ...
''

Ach, wat een machtig mooie juxtapositie.
Retorisch van graniet; je had hier even goed het artikel meteen kunnen afsluiten.

Bauke Jan Douma zei

Het probleem van Mak wordt nu duidelijk.

Dat probleem is dat de letterlijk onverantwoordelijke godgelover Geert Mak zonder
disclaimer komt, en dat dit bijzonder gevaarlijk is.

Die disclaimer zou moeten luiden: "Let op: de werking is niet aangetoond, kan de
rechtvaardigheid beïnvloeden."


Ron zei

De vraag is: zal de Pim Fortuin van de VS het overleven.......

David Poiesz zei

Denkend aan Geert Mak moet ik telkens weer denken aan deze quotes:

"You have to consider the possibility that God does not like you. He never wanted you. In all probability He hates you. It’s not the worst thing that could happen."
"Our fathers were our models for God, if our fathers bailed, what does that tell you about God?"

Angstige man die Geert.
- Tyler Durden(Fightclub)


Bauke Jan Douma zei

Als 'ie echt dingen gaat doen als het verminderen van bemoeienis in het buitenland (lees:
wapens opsouperen en evt. wapens verkopen), dan zal de wapenindustrie tezamen met de
'Intelligence Comm]unity' een contract op z'n hoofd zetten, daar ben ik van overtuigd.
Iets dergelijks schreef ik hier al een maand of vier geleden.

Dat contract zal hem en de vice-president tegelijk moeten treffen, want anders zou de
laatste uiteraard het beleid voortzetten. Maar een vliegtuigongeluk of iets dergelijks
waarin beiden omkomen is, dacht ik, uitgesloten, omdat ze nooit gezamenlijk reizen.
Dus moet je iets verzinnen als 'voedselvergiftiging' opgelopen tijdens een of andere
plechtigheid, een virus dat lokaal nogal huishoudt, of andere in beginsel vergelijkbare
opties.

De belangen zijn te groot, en de winst die het oplevert te aanlokkelijk: een angry
Democrat fall guy, of zelfs een angry Democrats conspiracy verzinnen, of, wat neutraler,
Poetin (op speciaal verzoek van wapenliefhebber Hubert Smeets), Mexicanen, Arabieren,
Iraniërs, N.Koreanen, Phillippino's, en andere onderdanen van een groot aantal landen.

Bovendien kun je de vanwege de sociale oproer die het zal veroorzaken Martial Law
uitvaardigen, en (omdat de plotters dus niet de Democrats zijn, niet Trump-aanhangers,
maar de wapenindustrie) als onderdeel van de totalitaire grip op het land die voor
onbepaalde tijd gesteld zal worden, nu werkelijk alle politiekorpsen met de geweldigste
en gewelddadigste wapentjes uitrusten. Het Gaza-model toegepast op de VS zeg maar.

De gevangenissen (lees: slavernij) zal ongekend opbloeien, de particuliere bedrijven
die in die sector werkzaam zijn zullen op de beurs floreren (ze zijn misschien wel in
het plot betrokken).

Kortom: Verdeel en heers.