zondag 17 mei 2015

Henk Hofland en de Massa 64


In zijn ideologische kijk op de werkelijkheid is er volgens Henk Hofland sprake van 'Het verval van de Navo,' die 'niet [is] opgewassen tegen de nieuwe vijand het terrorisme.' En dat is, in zijn ogen, de oorzaak waarom de westerse 'geheime diensten' de 'grenzen van hun bevoegdheden' in strijd met de democratische wetgeving 'overschrijden,' aldus de éminence grise van de polderpers in De Groene Amsterdammer van 13 mei 2015. De opiniemaker voegt hier nostalgisch aan toe:

Een kwart eeuw geleden was de Noord-Atlantische Verdrags­organisatie de grootste macht ter wereld. Vandaag is het een onderling ruziezoekend bondgenootschap dat tegen groeiende bedreigingen geen gemeenschappelijk beleid weet te formuleren, laat staan dat het de opdringende vijanden weet te verslaan.

Terwijl deze ontwikkeling al jaren in toenemende mate aan de gang is verliezen de politici en de militaire leiders de steun van het volk. Hoe is die deerniswekkende afgang tot stand gekomen, wie dragen daarvoor de verantwoordelijkheid?

Twee voor de hand liggende vragen. Waarom oordeelt Hofland dat er sprake is van '[h]et verval van de NAVO'? En indien dit het geval zou zijn: waarom is dit een 'deerniswekkende afgang'? De angstige petit bourgeois zal mijn vragen ongetwijfeld absurd vinden, maar aangezien ik niet voor deze categorie brave burgers schrijf, stel ik ze toch. De in 1949 opgerichte NAVO was bedoeld om een gevreesd expansionisme van de Sovjet Unie een stap voor te zijn, waarbij volgens artikel 5 van het handvest: 

The Parties agree that an armed attack against one or more of them in Europe or North America shall be considered an attack against them all and consequently they agree that, if such an armed attack occurs, each of them, in exercise of the right of individual or collective self-defense recognized by Article 51 of the Charter of the United Nations, will assist the Party or Parties so attacked by taking forthwith, individually and in concert with the other Parties, such action as it deems necessary, including the use of armed force, to restore and maintain the security of the North Atlantic area.

Artikel 5 werd beschouwd als 'de kern van het verdrag,' die de NAVO tot een defensieve organisatie maakte. Nadat, tot grote verwarring van de westerse elites, in 1991 de Sovjet-Unie uiteenviel en de communistische partij er de macht verloor, verviel dus de vermeende noodzaak van het bondgenootschap. Het Westen had geen geloofwaardige vijand meer. Maar in plaats van dat de NAVO, net als het Warschaupact, werd ontbonden, bleef het bestaan. Sterker nog, het aantal lidstaten van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie onder aanvoering van de VS is sinds 1991 van 16 tot 28 gegroeid: 

Na het einde van de Koude Oorlog sloten Tsjechië, Polen en Hongarije zich aan (12 maart 1999), evenals Estland, Letland, Litouwen, Slowakije, Slovenië, Roemenië en Bulgarije (29 maart 2004). Frankrijk maakte tussen 1966 en 1996 geen deel uit van de militaire organen van de NAVO; vanaf 1996 tot aan 3 april 2009 maakten de Fransen een voorbehoud met betrekking tot militair optreden. Sinds 4 april 2009 is Frankrijk weer volledig lid van de NAVO.

Op de top van de NAVO in Boekarest, op 3 april 2008, hebben de regeringsleiders van de NAVO-lidstaten besloten dat Kroatië en Albanië mochten toetreden tot de NAVO. Beide landen werden lid op 1 april 2009. Lidmaatschap van Macedonië stuitte op een veto van Griekenland, wegens bezwaren van Griekenland tegen de constitutionele naam van Macedonië. Ook over Oekraïne en Georgië was er geen consensus. De NAVO besluit alleen met unanimiteit. De Verenigde Staten wensten hun lidmaatschap, terwijl een aantal Europese leden tegen was. Lidmaatschap van Georgië werd op de lange baan geschoven, omdat het betrokken is in territoriale conflicten en geen controle heeft over delen van zijn eigen grondgebied. Om dezelfde reden kan EU-lid Cyprus geen lid van de NAVO worden.


Daarbij is de NAVO steeds verder oostwaarts opgerukt, richting Rusland, terwijl toch het land inmiddels het ongeremde kapitalisme heeft overgenomen. Bovendien kan deze offensieve militaire organisatie overal ter wereld worden ingezet om de belangen van de westerse economische elite te beschermen en uit te breiden, zoals 'we' sindsdien in de praktijk hebben gezien in zowel Azië als in Afrika, van Afghanistan en Irak tot Libië en Mali. Acht jaar geleden, vrijdag 25 mei 2007, schreef ik het volgende op mijn weblog:

'Geachte mevrouw Starink,

Precies vijfenhalf jaar nadat het Westen een oorlog was begonnen tegen de Taliban kon onlangs de NRC-lezer de volgende bekentenis vernemen van u als chef van het magazine M van de 'kwaliteitskrant'

Na de aanslagen op de Twin Towers was ik voor de inval in Afghanistan. Met angst en beven natuurlijk, maar met velen deelde ik de overtuiging dat de trainingskampen van Al-Qaeda moesten worden gesloten en de Talibaan, die Osama bin Laden onderdak hadden verschaft, dus maar het veld moesten ruimen.

'Met velen deelde ik de overtuiging,' vele ongeïnformeerden had u erbij moeten vermelden. Goed geïnformeerde deskundigen zetten namelijk al vanaf het allereerste begin vraagtekens bij de beoogde regime-change, en wel vanwege talloze voor de hand liggende redenen die nu dan ook niet langer meer te negeren zijn. Bovendien, het feit dat u die mening deelde 'met velen,' zegt niets wezenlijks, de overgrote meerderheid van die 'velen' is geen journalist in een leidinggevende functie bij een dagblad dat zich graag afficheert als een 'kwaliteitskrant.' Van een doorsnee mediaconsument verwacht ik geen groot inzicht in dit soort problemen, maar wel van een collega-journaliste, zeker als ze de rotsvaste 'overtuiging' heeft dat het Westen het recht heeft een arm land met veel geweld aan te vallen. Door onder andere 'de overtuiging' van de Starink's in de wereld zijn er tot nu toe in Afghanistan meer onschuldige burgers om het leven gekomen dan bij de aanslagen van 11 september 2001. Dan nog de vraag op welke feiten uw 'overtuiging' gefundeerd was. Ik stel die vraag vanwege het volgende. In mijn boek 11 september. het keerpunt (2001) citeerde ik het volgende bericht uit de Volkskrant van dinsdag 4 oktober 2001: 

Nederland heeft dinsdag in de NAVO-raad vergeefs bedenktijd gevraagd om het bewijsmateriaal over de betrokkenheid van Bin Laden bij de aanslagen in de VS te bestuderen. NAVO-ambassadeur Patijn kreeg nul op het rekest. Volgens diplomaten in Brussel beschikken de VS niet over harde bewijzen tegen Bin Laden, hooguit over sterke aanwijzingen... Patijn vroeg dinsdag op verzoek van minister Van Aartsen van Buitenlandse Zaken een uur bedenktijd nadat de Amerikaanse gezant Frank Taylor de NAVO-raad bewijzen had overlegd van de betrokkenheid van Bin Laden bij de terroristische aanslagen. Ook enkele andere landen, waaronder Luxemburg, vroegen om een 'stilteprocedure' [...] Volgens goed geinformeerde bronnen wees NAVO-chef Robertson het verzoek meteen af met de woorden dat een NAVO-bondgenoot om onvoorwaardelijk vertrouwen vroeg en dat dit onverwijld gehonoreerd moest worden... Het 'bewijs' tegen Bin Laden dat Taylor de NAVO-raad presenteerde, zou in een rechtszaal nooit standhouden... Dit stellen diplomaten en ambtenaren bij de NAVO en ministers van Buitenlandse Zaken die de presentatie bijwoonden... Bij de NAVO brengen diplomaten daar tegenin dat 'we op dit moment geen rechtszaak aan het voeren zijn. Dus juridisch spijkerhard hoeft het ook niet te zijn. We staan voor een politiek besluit, dat politieke argumenten behoeft. En die hebben we voldoende gekregen,' meent een diplomaat ... Dat is ook het verweer van de Amerikaanse regering. 'Het is niet terecht om een puur juridisch criterium te hanteren,' zegt een Amerikaanse functionaris... De Amerikaanse regering wil de beschikbare gegevens niet openbaar maken.

Ik voegde in mijn boek daaraan toe: 

Met andere woorden: om 1 misdadiger op te hangen of te vergassen moet de VS een 'spijkerhard juridisch bewijs' overleggen van de schuld van de ter dood veroordeeld, maar om een heel land te kunnen bombarderen is 'het niet terecht om een puur juridisch criterium te hanteren.' Tijdens slechts één vergadering is de mensheid weer terug bij af en kan het zwaar bevochten internationaal recht terzijde worden geschoven. En men is er nog eerlijk over ook, het argument is domweg dat 'we voor een politiek besluit staan,' en daarbij staat het recht alleen maar in de weg.

Ik noteerde dit precies in dezelfde tijd dat u 'de overtuiging' bezat dat Afghanistan moest worden aangevallen en dat 'de Talibaan... dus maar het veld moesten ruimen.' Vandaar mijn vraag nu: 

Geachte mevrouw Starink, vanwaar die 'overtuiging?' Wist u iets dat die twijfelende diplomaten en journalisten zoals John Pilger, Robert Fisk, ik en miljoenen mediaconsumenten niet wisten? En zo ja: wat was dit dan? Zo nee, wordt het dan niet tijd uw verontschuldigingen aan de NRC-lezer aan te bieden, net zoals de New York Times in het geval van Irak heeft gedaan? Ik bedoel, die niet op feiten berustende 'overtuiging' heeft ertoe geleid dat u als journalist en chef van het NRC-magazine vijfenhalf jaar lang niet kritisch heeft kunnen berichten over deze oorlog. Uw 'overtuiging' is er mede de oorzaak van dat vele duizenden onschuldige Afghaanse burgers door de Amerikaanse strijdkrachten zijn gedood, nog buiten beschouwing latend de onschuldige Afghanen die door - onder andere - Nederlandse militairen zijn gedood, en de vele honderdduizenden Afghaanse vluchtelingen. Woorden zijn niet vrijblijvend, mevrouw Starink. In de wereld van de macht hebben ze consequenties die dodelijk kunnen zijn. Wat u in het café of thuis zegt is onbelangrijk, maar als u als journalist spreekt is het wel degelijk van belang wat u verklaart. Vijfenhalf jaar nadat u 'overtuiging' bezat dat Afghanistan moest worden aangevallen, schrijft u tenslotte in uw magazine: 'Met wie vechten wij eigenlijk in Afghanistan?' Had u uzelf als journalist die vraag niet moeten stellen toen u vijfenhalf jaar geleden ervan overtuigt was dat Afghanistan met geweld moest worden aangepakt? En waarom heeft u dat destijds niet gedaan? In al uw onnozelheid stelt u uzelf nu de vraag: 'Wie zijn toch die mythische Talibaan?' Vijfenhalf jaar te laat, mevrouw Starink realiseert u zich de consequenties van uw consequentieloze stelling van toen, door te constateren:

En nu zitten we daar in dat moeras van tribale tegenstellingen, met Nederlandse troepen die namens ons de fictie van een opbouwmissie overeind proberen te houden.

Pardon. 'Namens ons'? Geen sprake van, mevrouw Starink, wel namens u, maar zeker niet namens mij en die talloze anderen, die ruim voordat de Amerikaanse agressie begon, waarschuwden voor de gevaren ervan. U ging toen akkoord met het schenden van het internationaal recht door te accepteren dat zonder deugdelijke bewijzen een soeverein land werd aangevallen. Waarom respecteerde u het internationaal recht niet?

Nu ik u toch vragen stel, vanochtend berichtte nrc.next

Uruzgan kost 800.000 euro per dag. De Nederlandse missie in Afghanistan wordt véél duurder dan gedacht... De vraag is wie opdraait voor de stijgende kosten.

Dat laatste is simpel te beantwoorden: het Nederlandse belastinggeld dat gespendeerd wordt om corrupte Afghaanse krijgsheren in het zadel te houden, kan momenteel niet worden besteed aan het Nederlandse onderwijs, gezondheidszorg, sociale uitkeringen.  Dat geld verdwijnt naar de Afghaanse 'warlords' terwijl die ondertussen ontelbare miljoenen verdienen met de opiumhandel, de grondstof voor heroïne. nrc.next bericht nu: 

De kosten van de missie in Uruzgan zijn in tien maanden bijna verdubbeld. Is de missie vooraf bewust goedkoper voorgespiegeld, of heeft iemand zich misrekend?

Het zijn allemaal consequenties van het feit dat u en die andere voorstanders in de journalistiek die de 'overtuiging' bezaten dat Afghanistan moest worden aangevallen hun controlerende functie niet hebben uitgeoefend. Waarom niet, mevrouw Starink? Wat belette u om uw werk als journalist te doen? Nu zitten 'we' inderdaad met een immens probleem opgezadeld, mede door het disfunctioneren van u en al die andere overtuigde propagandisten. Trekt u hieruit consequenties? En zo ja welke? De journalistiek is een vak en uit uw bekentenis blijkt dat u dit vak niet beheerst als u nu nog steeds niet weet 'met wie wij eigenlijk [vechten] in Afghanistan.' Tenslotte nog deze vraag: is het toeval dat volgzame mensen zoals u op sleutelposities in de journalistiek terechtkomen?'

Dat was acht jaar geleden; nooit een antwoord gekregen van de 'kwaliteitsjournaliste' Laura Starink, die tot 2011 voor dezelfde krant schreef als opiniemaker H.J.A. Hofland. Ondanks het feit dat de NAVO tegenwoordig overal ter wereld kan worden ingezet, en ondanks het feit dat het aantal leden van het militaire bondgenootschap sinds de ineenstorting van de Sovjet-macht sterk is gegroeid, en ondanks het feit dat de NAVO zowel in Europa, het Midden-Oosten en Afrika is ingezet, beweert de in Nederland vooraanstaande opiniemaker van de gevestigde orde dat er sprake is van 'Het verval van de Navo,' want in plaats van met een voorbeeldige kadaverdiscipline de bevelen van Washington en Wall Street uit te voeren, is het volgens hem op dit moment 

een onderling ruziezoekend bondgenootschap dat tegen groeiende bedreigingen geen gemeenschappelijk beleid weet te formuleren, laat staan dat het de opdringende vijanden weet te verslaan.

Zelfs al zou Hofland, die naam maakte tijdens de Koude Oorlog, gelijk hebben en het bondgenootschap in 'verval' zijn, dan nog blijft de vraag: waarom is de NAVO niet opgedoekt? Welke functie heeft het na 1991? Deze vraag wordt niet alleen door Hofland verzwegen, maar door de hele Nederlandse mainstream-pers, met voorop de  'politiek-literaire elite,' een kongsi van met name onnozele ijdeltuiten die elkaar napraten, waardoor het zogeheten 'publieke debat' niet meer is dan een echoput. Zodra men evenwel goed geïnformeerde deskundigen buiten Nederland raadpleegt, krijgt men al snel een volstrekt ander beeld. De voormalige plaatsvervangend secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de Ier Denis Halliday, zegt er het volgende over in het voorwoord van het boek The Globalization of NATO (2012) van Mahdi Darius Nazemroaya, 'a sociologist, award-winning author and noted geopolitical analyst':

Today NATO is a much more dangerous thug, very violent in manner with questionable purpose but financed and backstopped by an empire in demise. NATO understands its own aggression as a divide to encircle the world with military capacity, gift the arms manufacturing corporations amongst its member states with permanent demand and openly threaten states it deems to have potential for competitive leadership. A redundant military alliance today long after the Cold War past, NATO constantly seeks new resources, new weapons and new members to pursue violence against non-existent enemies, creating opportunities for warfare that require nothing more than dialogue, cooperation in a mature and civilized manner. There is nothing mature or civilized about NATO, or its leadership.

Of course NATO can be viewed from various different angles. Looking from China and Russia, it must appear to be a dangerous fiction of collaboration by countries that have no reason to be frightened or feel threatened. These two large sovereign states must see NATO as an opportunistic alliance looking for enhanced hegemony and power. Astonishingly, NATO is tolerated by the same European countries that know the unacceptable horrors of total warfare and have no inclination to return to a living hell. Others like Canada, Australia and the USA that have no in-country experience of modern war are cavalier with the young human resources at their disposal. They seduce young people into their military forces with handsome financial rewards, and call them heroes when they lose their lives for nought. Extraordinarily, some are awarded citizenship posthumously.

As an Irishman, the NATO presence is an unwanted danger to the EU project of active togetherness. To the EU states committed to genuine peacekeeping NATO is an affront. It represents the economic and hegemonic need of American regimes in Washington to continue the occupation of Europe with troops and weapons, including nuclear. Instead, the US should be disarming, and investing in the poverty of its own people, dealing with its economic collapse and adjusting to the pain of a declining empire facing its demise. 

Maar de context waarin de dagelijkse werkelijkheid zich afspeelt, is onzichtbaar gemaakt door een sluier van ideologische propaganda, onophoudelijk verspreid door corrupte mainstream-opiniemakers als Henk Hofland en Geert Mak, met hun leugens als 'het vredestichtende Westen' en de VS als 'ordebewaker en politieagent' van de wereld. En omdat in de polder de blik naar binnen is gericht komen de charlatans er nog mee weg ook. Bij gebrek aan een maatschappelijk betrokken intelligentsia kan hier elke malloot van naam consequentieloos de meest absurde nonsens uitslaan. Ondertussen wordt Europa meegezogen in het heilloze Amerikaans expansionisme. Gisteren, zaterdag 16 mei 2015, meldde de NOS:

Vandaag en morgen praat Kerry met de Chinese regering. Het opspuiten van land in de Zuid-Chinese Zee, met name in de buurt van de Spratly-eilanden, staat hoog op de agenda, zegt NOS-correspondent Marieke de Vries. 'De Verenigde Staten vinden dat het gedrag van China alle perken te buiten gaat. Er is al 800 hectare land opgespoten, vaak met een militaire basis erop, zonder dat erover is gesproken met de buurlanden of de VS. Dat schaadt de diplomatieke betrekkingen ernstig.' 

Militair materieel

Vorige week liet de VS doorschemeren eventueel bereid te zijn militaire schepen en vliegtuigen naar het gebied te sturen om een vrije doorvaart voor al het scheepvaartverkeer te waarborgen. 'Daar heeft China woedend op gereageerd,' zegt De Vries. 'Als de VS dat echt van plan is, loopt de spanning tussen de twee landen wel erg op.'

De Zuid-Chinese Zee is een van de drukst bevaren zeeën ter wereld. 'Er zit veel vis, er lopen drukke handelsroutes en dan zit er mogelijk ook nog olie en gas in de zeebodem. Maar het meest gaat het nog over de vraag wie er de baas is, China of de VS?'


Marieke de Vries, blanke, blonde NOS-Journaal-corifee. 'Wat gebeurt daar nou toch?'


Maar omdat de kennis en het inzicht van Marieke de Vries niet verder reiken dan de waan van de dag, weet ze niet dat lang voordat 'de VS [liet] doorschemeren eventueel bereid te zijn militaire schepen en vliegtuigen naar het gebied te sturen,' de VS had aangekondigd dat het om zijn hegemonie te handhaven 'in 2020 zeker 60 procent van zijn vloot in de Zuidoost-Aziatische wateren gestationeerd wil hebben,' zoals zelfs De Telegraaf wist te melden. Dit zijn de eerste schoten voor de boeg van een strijd tussen de VS, gesteund zijn Europese en satellieten en Japan enerzijds, en China, Rusland en India anderzijds, zoals goed geïnformeerde deskundigen voorspellen. Daarom is het interessant te weten wie Marieke is. Wikipedia:

Marieke de Vries (Hoofddorp, 5 juli 1972)... studeerde journalistiek aan de Christelijke Hogeschool Windesheim in Zwolle. Tijdens haar studie liep zij stage bij de KRO en bij Stads-TV Rotterdam (voorloper van RTV Rijnmond). Na het afronden van haar opleiding in 1996 ging zij als freelancer werken bij Stads-TV Rotterdam en kwam later in dienst bij SBS Productions. Hier was zij werkzaam als verslaggever voor Hart van Nederland.

Sinds 2004 is De Vries verbonden aan de NOS, waar zij werkzaam is als verslaggever voor het NOS Journaal. Haar specialiteit werd verslaggeving over het Koninklijk Huis. Naast verslaggever was ze ook plaatsvervangend Chef Binnenland bij het NOS Journaal. In geval van nieuwsontwikkelingen rond het Koninklijk Huis was De Vries veel te zien op televisie; ze versloeg onder andere de nasleep van de aanslag in Apeldoorn in 2009, de actie van de Damschreeuwer in 2010 en het skiongeluk van Prins Friso in 2012. In 2009 was zij het slachtoffer van identiteitsfraude op Twitter, waarna zij zelf onderwerp werd van berichtgeving.

Vanaf de zomer van 2012 is De Vries correspondent in China...

Nederland ten voeten uit. Terwijl grote cultuurlanden zwaargewichten naar de opkomende wereldmacht China sturen, plaatst de NOS een journalistiek lichtgewicht dat na het Hart van Nederland voor het NOS-Journaal verslag deed van het koekhappen en zaklopen voor het koninklijke huis. Toen zij in 2009 getuige was van een gewelddadige aanslag waarbij een  automobilist met hoge snelheid op het publiek inreed en de auto vervolgens met een harde klap tegen een hek tot stilstand kwam, gaf Marieke de Vries live een proeve van haar bekwaamheid door verbaasd op te merken: 'Oe, en daar staat een auto tegen het monument aan. Wat gebeurt daar nou toch?' Hoe moet een dergelijke amateur weten wat er met betrekking tot de geopolitiek tussen twee nucleaire grootmachten allemaal achter de schermen gebeurt, wanneer ze niet eens in staat is te zien wat er voor haar ogen op klaarlichte dag zich afspeelt? De onbeschaamdheid van Hilversum -- de minachting voor het publiek, de veronderstelling dat alle kijkers even onnozel zijn als de televisie-journalisten -- zou, als het niet zo erg was, op de lachspieren kunnen werken. Maar gezien de consequenties voor de hele mensheid van een grootscheeps gewelddadig conflict tussen de VS en China is het ronduit misdadig om mevrouw De Vries correspondent te maken. Hetzelfde geldt voor de half-geïnformeerde ambitieuze Sven Kockelmann die in een programma met Geert Mak ongestoord kon opmerken:

Terug naar de werkelijkheid (sic)! U had het net over Poetin. De meeste Europese landen besteden veel te weinig aan hun defensie-uitgaven. Dat is een belangrijk politiek onderwerp op dit moment. We dragen veel te weinig bij aan de NAVO, in ieder geval in verhouding tot de afspraken die zijn gemaakt. Als wij straks te maken krijgen met agressie uit het Oosten, wat we nog maar moeten afwachten, maar sommigen vrezen daarvoor, en het ziet er in ieder geval tamelijk eng uit, dan kunnen wij niet zonder de hulp van de Amerikanen, en de Amerikanen vinden Europa minder belangrijk tegenwoordig dan de Pacific.

Hoewel deze voorstelling van zaken talloze suggesties, veronderstellingen en vertekeningen bevat, gaat het mij om de laatste zin, waarin Kockelmann de -- door Mak beaamde stelling -- poneert dat de de economische en politieke elite in Washington en op Wall Street de 'Pacific' belangrijker is gaan vinden dan 'Europa,' en dat derhalve de Europese Unie-leden, vanwege 'meneer Poetin,' meer geld moet gaan uittrekken voor bewapening. Hoewel alleen al de vier grootste EU-landen nu meer dan twee keer zoveel uitgeeft aan zogeheten 'defensie' dan de Russische Federatie, is dit volgens Kockelmann en Mak 'véél' te weinig. Daarom is belangrijk te weten op grond van welke feiten de mainstream-opiniemakers zich dit oordeel aanmatigen. Daarover zwegen ze als het graf tijdens de uitzending. Ze gingen ervan uit dat als het militair-industrieel complex dit zegt, het dan ook waar is. 


Vanuit het perspectief van de economische elite in de VS wordt verklaarbaar waarom 'de Pacific' vandaag de dag zo 'belangrijk' is geworden. Wat Kockelmann en Mak als de 'Pacific' betitelen, is niet de Stille Oceaan, maar wat Amerikaanse intellectuelen de landen van de 'Pacific Rim' noemen, en meer specifiek: China. De rijzende wereldmacht vormt, terwijl het de VS financieel overeind houdt, een toenemende bedreiging voor de hegemonie van de NAVO-grootmacht. Daarentegen is de Europese Unie geen concurrent, zolang zij de geo-politieke eisen van VS gedwee volgt, ook al zijn die in strijd met de eigen belangen. Inmiddels is Rusland omsingeld door Amerikaanse c.q. NAVO-bases, en het Midden-Oosten door westers ingrijpen in een chaos veranderd van elkaar bevechtende facties. Dus blijft voor Washington en Wall Street alleen China over, en verlegt de VS zijn militair zwaartepunt naar de 'Pacific Rim.' Vandaar dat de VS onder president Obama ook nabij Darwin in Noord-Australië een grote militaire basis aan het bouwen is. Ondermeer vanuit dit blanke christelijke werelddeel nabij het bevolkingsrijke Azië moet China binnen de perken worden gehouden, en moeten de grondstoffen die onder de zeebodem van de Zuid-Chinese Zee liggen worden veilig gesteld voor de VS en zijn bondgenoten. De eerste schermutselingen over deze reserves van de almaar slinkende wereldvoorraad aan vitale grondstoffen zijn al begonnen. Begin juni 2012 berichtte de toenmalige International Herald Tribune, de Europese editie van de New York Times,  'Stakes are growing as U.S. and China flex muscles at sea,' daarmee suggererend dat Amerikaanse concerns het natuurrecht bezitten op de rijkdommen in de Zuid- Chinese Zee, hemelsbreed meer dan 10.000 kilometer verwijderd van de Amerikaanse Westkust en 15.000 kilometer van Washington, oftewel tweemaal de afstand Amsterdam-Beijing. Dat natuurrecht bestaat natuurlijk niet, en zal meteen duidelijk zijn zodra de Amerikaanse claim zou worden vergeleken met een vergelijkbare situatie, waarbij China aanspraak zou doen op de gas- en olievoorraden in de Golf van Mexico. Gezien het strategisch belang van de Zuid-Chinese Zee is het niet wonderlijk dat China, met een bevolking die meer dan 4 keer zo talrijk is als die van de VS, op de ontwikkelingen in die regio probeert te beïnvloeden. Niet alleen passeert 

two-thirds of the world's natural gas trade through the South China Sea... The sea is the main passageway for oil from the Middle East to China, Japan, South Korea and the rest of Asia,

maar daarnaast 

the sea itself is believed to hold a substantial reservoir of energy, with some experts predicting that under the seabed lies as much as 130 billion barrels of oil and 25 trillion cubic meters, or 900 trillion cubic feet, of gas.

Het zijn weliswaar schattingen, maar desondanks zijn de mogelijke voorraden gigantisch en van vitaal belang voor China. Deze achtergronden kent Marieke de Vries niet en dus spreekt ze de officiële propaganda na: 

De Zuid-Chinese Zee is een van de drukst bevaren zeeën ter wereld. Er zit veel vis, er lopen drukke handelsroutes en dan zit er mogelijk ook nog olie en gas in de zeebodem,

om tenslotte toch te moeten melden dat 'het meest gaat het nog over de vraag wie er de baas is, China of de VS?,' zonder een verklaring te geven waarom de VS 'de baas' moet zijn, gezien het feit dat het imperiale 'Amerika' financieel volledig failliet is, en China één van de grootste schuldeisers is. Met andere woorden: waarom vindt '[d]e Verenigde Staten dat het gedrag van China alle perken te buiten gaat'? Mevrouw De Vries komt niet verder dan dat '[e]r al 800 hectare land [is] opgespoten, vaak met een militaire basis erop, zonder dat erover is gesproken met de buurlanden of de VS.' Waarom zou China toestemming moeten vragen aan de VS om in de Zuid-Chinese Zee, dat 15.000 kilometer vanaf Washington en Wall Street ligt, land op te spuiten? Het antwoord is simpelweg: omdat de Amerikaanse hegemonie zo vanzelfsprekend is voor journalisten van het kaliber Marieke de Vries, komt die voor de hand liggende vraag niet eens in haar op. Ook dit typeert de oppervlakkigheid van wat Henk Hofland de Nederlandse 'politiek-literaire elite' noemt. 'Oe... wat gebeurt daar nou toch?' zal ze zich straks afvragen als de eerste schermutselingen tussen de twee grootmachten plaatsvinden. Bij gebrek aan kennis en niet in staat te improviseren zal ze uit een reflex op haar officiële draaiboek terugvallen, en daarmee op de propaganda van de westerse autoriteiten. Wat kan ze anders? Net als Geert Mak en Henk Hofland zal ze de officieel goedgekeurde versie van de werkelijkheid aan haar publiek doorgeven. Meer kan de mainstream-journalist niet, te lui en te onverschillig als hij is om zich werkelijk te informeren. Hij betreurt liever 'Het verval van de Navo,' dan dat hij zich verdiept in de vraag waarom de NAVO nog steeds bestaat, wetende dat het hier een taboe-onderwerp betreft. Hofland is geen Denis Halliday, die van nabij betrokken was bij geopolitieke besluiten, en die aan de hand van zijn directe ervaringen uiteen zet dat:

the United Nations Charter and terms of reference of the Security Council contained in Chapter VII, article 41 calling for nonviolent action is undermined by a standing NATO military force that anxiously seeks warfare. Perhaps 'undermined' is not the right word, when te same villains driving NATO from Washington, London and Paris make up the majority of the five permanent and veto wielding member states of the UN Security Council. Already corrupted by the self-serving vested interests of the Permanent Five, the employment of NATO as a onetime, but no longer regional peacekeeping force is nepotistic at its very worst. The vested interests within the Security Council are now entrusted to NATO forces which are led and supplemented by the USA military budget to destroy sovereignty, infrastructure and most importantly innocent lives on a catastrophic scale as we have seen recently in Libya. NATO has demonstrated it can no longer be trusted as a peacekeeping entity by the UN. Genuine humanitarian intervention, or R2P (responsibility to protect. svh) as it is known, can never again be entrusted to NATO forces. Clearly NATO has no objectivity in a situation such as the much needed protection of the Palestinian civilian people from Israeli occupation, violation of their human rights and its endless multi-diverse forms of violence. 


Ook over dit laatste verzwijgt Hofland en zijn 'politiek-literaire elite' in de polder, want uiteindelijk geloven zij geenszins in mensenrechten en democratie, maar in de westerse hegemonie, de macht van de knuppel. Daarover later meer. 


Hillary Clinton aanwezig bij een van die talloze photo-shoots waarbij blanke, geblondeerde vrouwen het toneel monopoliseren. Henk Hofland betitelt haar 'de ideale kandidaat' voor het Amerikaanse presidentschap. Zij stemde voor de illegale inval in Irak. Juichte de moord op Gadaffi toe. Staat bekend als 'havik' onder de Democraten.



NEWS & POLITICS

4 U.S. Companies Getting Rich Off Gulf Arab Conflict With Iran

They're are striking contracts with the Department of Defense to supply missiles, helicopters and fighter jets.
In mid-May, President Barack Obama hosted top officials from Gulf Arab states at Camp David, the idyllic presidential retreat in Maryland. The meeting was designed to assure Gulf Arab leaders that the U.S. still has their back, even though the Obama administration is hurtling full-speed ahead toward a landmark nuclear deal with Iran.
Many of the monarchs from the Gulf decided to snub Obama by not showing up for the retreat. Instead, they sent other top officials, a way of showing their displeasure at the impending nuclear deal with Iran, the state they have been battling over Middle East hegemony for years. Despite the snubs, the Obama administration announced at the summit that there will be more security assistance and expedited weapons sales for Gulf Arab states as a way of ensuring their strategic position against Iran.
That promise of more arms is not surprising. In recent years, the Gulf states, flush with oil wealth, have bought massive amounts of American weapons. Since 2010, Gulf Arab states have increased their armaments purchases by 70 percent. Leading the pack is Saudi Arabia, which in 2014 became the world’s largest importer of American-made weapons. One out of every seven dollars spent on weapons in the world comes from the Saudis, according to the IHS’ yearly Global Defence Trade Report.  The Obama administration has overseen the sale of over $64 billion in weapons and defense systems to Gulf nations.
In the past, weapons sales to Gulf Arab nations have been held up because of Israeli concerns over their “qualitative military edge,” the notion that Israel should maintain superior military capabilities over their Arab nations. But that reticence to sell weapons to states like Saudi Arabia has eased in recent years because Israel and the Gulf states share a common interest in boxing in Iran.
For the most part, arms sales are designed to beef up militaries in anticipation of any conflict with Iran. But in the past year, the Gulf states have flexed their muscles by joining the U.S.-led coalition against the Islamic State, and by pounding Yemen with bombs, leading to a humanitarian catastrophe. The flow of arms sales is further militarizing a region already rife with bloody conflict stretching from Syria to Yemen. The result is human misery.
But the Gulf States’ purchases are making one American industry very happy. U.S. arms companies are striking contracts with the Department of Defense to supply states like Saudi Arabia, the United Arab Emirates and Qatar with missiles, helicopters and fighter jets. Here’s a look at four U.S. arms companies getting rich off the Gulf States’ fear of Iran.
1. Boeing. This Illinois-based aerospace company makes aircraft and helicopters designed to be used in military conflict. Members of the Gulf Cooperation Council, the six-nation consortium of Gulf states, have been frequent Boeing customers.
Earlier this year, the United Arab Emirates announced it would be spending $618 million on two C-17s, a large military transport aircraft made by Boeing. This purchase was in addition to one made in 2009, when the company was awarded a contract to supply the United Arab Emirates with six C-17s. In 2010, Boeing made nearly $700 million by supplying Kuwait with a C-17.
In 2013, Boeing received part of a $10 billion contract to give Saudi Arabia and the UAE high-tech missiles that can be launched from airplanes over 135 miles from the target. Two years before that deal, Boeing was awarded a $29.4 billion contract to supply Saudi Arabia with 84 F-15 fighter jets and upgrade older aircrafts.
Boeing is also the creator of the Apache attack helicopters. The biggest weapons deal of 2014 was a $23 billion agreement with Qatar, in which Boeing will supply 24 Apache helicopters to the small nation. Other weapons firms were also involved in the agreement.
2. Raytheon. This company is best known for manufacturing missiles. Raytheon has won a number of contracts to supply Gulf states with high-tech missiles.
In 2013, Raytheon was given a $1 billion contract to supply Saudi Arabia with 15,000 anti-tank missiles. Middle East analysts saw the move by Saudi Arabia as connected to their support for Syrian rebels battling against the Assad regime. While it’s against U.S. law for American-made weapons to go to an unauthorized third party, Middle East observers said it’s possible the Saudis were shipping old stocks to the rebels and replenishing their own with U.S.-made weapons.
Raytheon also struck gold in 2012 when it won a deal to supply the Saudis with a $600-million Command, Control, Communications, Computers and Intelligence (C4I) system, a centralized decision-making system.
The Saudis are not the only ones handing over cash to Raytheon. The company was included in the massive $23 billion deal with Qatar in 2014. It is supplying the country with Patriot missiles—a defense missile that shoots down other missiles—valued at $1.7 billion. Raytheon also won a contract in 2008 to supply the UAE with Patriot missiles, which will net it $3.3 billion. And in 2013, Oman announced it would be giving Raytheon over $2 billion for a ground-based defense system designed to counter air attacks.
3. Lockheed Martin. This company is another major player in the U.S. weapons industry. In 2013, the company inked a deal with the UAE to build them a defense system called Terminal High Altitude Area Defense, meant to combat missile strikes. Lockheed nabbed $3.9 billion for the deal, which also included armaments for the U.S. military.
The company has had extensive dealings with Oman. In 2011, it inked a $600 million deal to supply the Gulf state with 12 fighter planes.
And like other companies, it has also profited from sales to Saudi Arabia. It won a $22 million deal in 2014 to give the Saudis specialized support for Apache helicopters. The deal includes deliveries of equipment for “long range precision engagement” and flight safety for the helicopters. In 2013, the company, alongside Northrop Grumman, received a $90 million contract to supply the Saudis with a radar system for the Apache helicopters the Saudis possess.
4. Sikorsky Aircraft. This subsidiary of United Technologies makes Black Hawk helicopters, another type of military helicopter. It has delivered the Black Hawks to Gulf Arab states. In August 2014, the company won a $30 million contract to supply Saudi Arabia with 12 Black Hawks. In 2011, Sikorsky Aircraft netted $270 million to upgrade the UAE’s supply of Black Hawk helicopters.
Earlier this year, Reuters reported that the company is looking to sell 400 helicopters to Middle Eastern countries over the next five to 10 years.

Alex Kane is former World editor at AlterNet. His work has appeared in Mondoweiss, Salon, VICE, the Los Angeles Review of Books and more. Follow him on Twitter @alexbkane.

Lloyd Blankfein, CEO of Goldman Sachs, greets Hillary Clinton. Beiden

 financieren elkaar.

 

Geen opmerkingen:

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...