donderdag 22 januari 2015

Raymond van den Boogaard van de NRC 5


Nu mijn NRC-collega Raymond van de Boogaard en ik hebben kunnen vaststellen dat hij vorig jaar in zijn 'kwaliteitskrant' volstrekt ten onrechte een vakbondsbestuurder heeft beschuldigd van 'ideologisch antisemitisme' kunnen we nu de vraag behandelen waarom Raymond zich als journalist niet verdiept heeft in de zionistische houding ten opzichte van de Palestijnse bevolking. Zijn veronderstelling dat de  zionisten een 'Joodse staat' zouden accepteren in een gebied waar ze maar 7 procent van de grond bezaten, en slechts 30 procent van de totale bevolking uitmaakten, is dermate absurd dat wij wel gedwongen zijn Van den Boogaard's doeleinden en dus motieven te onderzoeken. Immers, een journalist mag iemand niet publiekelijk beschuldigen van 'antisemitisme' louter en alleen omdat die zich uitspreekt tegen grootschalige mensenrechtenschendingen en schendingen van oorlogsrecht en daarbij terecht verwijst naar de langdurige geschiedenis van zionistische terreur. Ook al heeft Raymond geen boeken gelezen over het onderwerp waarover hij zulke uitgesproken meningen in zijn krant ventileert, dan nog had hij in enkele seconden via internet ondermeer kunnen weten dat de zionistische vader des vaderlands, David Ben-Goerion, in 1937 aan zijn zoon had geschreven: 'We must expel Arabs and take their places.'  67 jaar later stelde de vooraanstaande Joods-Israelische historicus Benny Morris:

Ben-Gurion was right... Without the uprooting of the Palestinians a Jewish state would not have arisen here.

De etnische zuivering van een groot deel van het oude Britse mandaatgebied is uitgebreid beschreven in gedegen historisch onderzoek van gerespecteerde Joods-Israelische historici als onder andere Simha Flapan, Ilan Pappe, Tom Segev, Avi Shlaim en Benny Morris.  De gewelddadige verdrijving van naar schatting 75 procent van de Palestijnse bevolking begon al in 1947, dus vóór de stichting van de staat Israel, een feit dat volgens Benny Morris: 

is based on many documents... most of them from the Israel Defense Forces Archives. What the new material shows is that there were far more Israeli acts of massacre than I had previously thought. To my surprise, there were also many cases of rape. In the months of April-May 1948, units of the Haganah [the pre-state defense force that was the precursor of the IDF] were given operational orders that stated explicitly that they were to uproot the villagers, expel them and destroy the villages themselves.

En:

From April 1948, Ben-Gurion is projecting a message of transfer. There is no explicit order of his in writing, there is no orderly comprehensive policy, but there is an atmosphere of [population] transfer. The transfer idea is in the air. The entire leadership understands that this is the idea. The officer corps understands what is required of them. Under Ben-Gurion, a consensus of transfer is created... Ben-Gurion was a transferist. He understood that there could be no Jewish state with a large and hostile Arab minority in its midst. There would be no such state. It would not be able to exist.

'Transfer,' en dit voor Raymond van den Boogaard die — zo moet ik aannemen — er nooit iets over gehoord heeft, is een eufemisme voor etnische zuivering c.q. verdrijving. Een fatsoenlijk mens zal denken dat Morris walgt van de meedogenloze zionistische politiek die de oorzaak is van het voortdurende geweld. Maar met schokkende eerlijkheid en openheid verklaarde hij vervolgens: 'under certain conditions, expulsion is not a war crime. I don't think that the expulsions of 1948 were war crimes. You can't make an omelet without breaking eggs. You have to dirty your hands.' Morris verklaarde naderhand zelfs:

Ik denk dat [Ben-Goerion] in 1948 een ernstige historische fout maakte. Hoewel hij het demografische vraagstuk begreep en de noodzaak van het vestigen van een joodse straat zonder een grote Arabische minderheid, werd hij tijdens de oorlog bang. Op het laatst aarzelde hij… Ik weet dat dit de Arabieren en de ruim-denkenden en de politiek correcte types verbijsterd. Maar mijn gevoel is dat deze plaats rustiger zou zijn en minder lijden zou kennen als de zaak eens en voor altijd opgelost was geweest… Als aan het eind van het liedje mistroostig blijkt te zijn voor de joden dan zal dit zijn omdat Ben Goerion de transfer in 1948 niet voltooide. Omdat hij een groot en veranderlijke demografische reserve op de Westbank en Gaza en binnen Israël zelf achterliet.
Met 'demografische' bedoelt de zionistische historicus Morris de Palestijnse burgers die zich niet lieten verdrijven door de Joodse milities, maar terugvochten en zodoende nog steeds een struikelblok vormen voor de huidige generatie naar 'Lebensraum' strevende zionisten. Kortom, ook de laatste 150.000 Palestijnen hadden in 1948 verdreven moeten worden om een etnisch zuivere 'Joodse staat' mogelijk te maken. Dit zijn de feiten zoals iedere zionist die kent, de rest is propaganda gericht op het verhullen van deze feiten. Maar ondanks de doortrapte houding van journalisten als Raymond van den Boogaard verdwijnen de feiten niet, net zo min als de holocaust of alle andere westerse genocides niet verdwijnen achter propagandistische leugens. De geschiedenis verdwijnt niet als sneeuw voor de zon maar duikt telkens weer uit het schijnbare niets op, meestal op de meest ongelegen momenten. Met dit in het achterhoofd zal de lezer het volgende verhaal van Norma Musih, een Joodse onderwijzeres uit Jaffa, begrijpen. Zij vertelt dit:

Reizend door Israël kan men wegwijzers zien, markeringen en herdenkingstekens die het joods-Israëlische verhaal creëren en ondersteunen. Joods-Israëlische gebeurtenissen die meer dan 2000 jaar geleden plaatsvonden worden door deze herdenkingstekens gehuldigd, terwijl nergens Palestijnse herdenkingstekens te zien zijn. Bovendien wordt getracht deze herinnering weg te vagen uit het collectieve bewustzijn en uit het landschap. Wij, de Israëli’s, leren op onze scholen dat de Joden naar Israël kwamen om de woestijn te veranderen in een bloeiend vaderland, omdat wij een 'volk zonder een land' waren die terugkeerden naar een 'land zonder volk.’ 

Norma Musih spant zich in voor het werk van Zochrot, een in 2002 opgerichte Joods-Israëlische organisatie die de zionistische bevolking bewust wil maken van de Palestijnse ‘Nakba, de Palestijnse catastrofe van 1948… door die te herdenken, erover te getuigen, te erkennen en te helen.’

Zij zet desgevraagd uiteen dat de organisatie de Nakba een plaats wil geven in het joods-Israëlische bewustzijn 

om een alternatieve herinnering te promoten tegenover de hegemonistische zionistische herinnering. De Nakba is de ramp van het Palestijnse volk: de verwoesting van de dorpen en steden, het moorden, de verdrijving, de vernietiging van de Palestijnse cultuur. Maar ik geloof dat de Nakba ook ons verhaal is, het verhaal van de Joden die in Israël leven, die profiteren van de privileges van de 'winnaars' [...] Eén van de elementaire uitgangspunten van ons werk is dat de Nakba de 'ground zero' is van het Israëlisch-Palestijnse conflict. Bewustwording en erkenning van de Nakba door het joods-Israëlische volk, en het nemen van verantwoordelijkheid voor deze tragedie, zijn essentieel om de strijd te eindigen en om een verzoeningsproces te beginnen tussen de twee volkeren van Palestina-Israël… Wat bedoel ik met het nemen van verantwoordelijkheid? Ik bedoel daarmee de erkenning en diep begrip van de tragedie die plaatsvond, en het verantwoording nemen voor ons deel van deze tragedie. Erkenning van het individuele en collectieve recht op terugkeer voor elke vluchteling die verdreven werd, en de hoop op de implementering van dit recht, of door het teruggeven van het in beslag genomen land, het betalen van compensatie of de terugkeer daadwerkelijk toe te laten. Kennis van de Nakba is een essentiële stap tot verzoening… Het toestaan van het recht op terugkeer zal de demografische balans in Israël veranderen en de Israëlische staat zou in zijn huidige vorm niet langer meer bestaan. Ik ben van mening dat het leven in deze nieuwe staat beter zou zijn voor zowel Palestijnen als Israëli’s die in dit land leven. 

Dit is in een notendop de kern van het hele Joods-Palestijnse 'conflict.' Feiten verdwijnen niet, schuld en boete zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, en dat geldt voor iedereen, ook voor de Joden in Israel. De wereld wordt gedicteerd door de wet van oorzaak en gevolg. Zonder de feiten te erkennen is er geen ontwikkeling mogelijk. De wonderlijke situatie is nu ontstaan dat Nederlanders, die een beroep doen op hun joodse achtergrond van moeder's kant, ogenblikkelijk het recht hebben om waar dan ook in Israel te wonen, maar dat Palestijnse vluchtelingen van diezelfde 'Joodse staat' niet mogen terugkeren, ook niet naar de ongeveer 25 procent van het land dat de Verenigde Naties in 1947 aan een Palestijnse staat toewees, maar dat al in 1948 door Israel werd veroverd. Dit is voor iedereen die zich ook maar een uurtje verdiept heeft in de kwestie gesneden koek. Er is hier dus sprake van een groot onrecht, waar het antisemitisme in het christelijke Westen mede verantwoordelijk voor is. John Berger, wiens joodse voorouders uit Polen, Galicië en het Oostenrijks-Hongaarse Rijk kwamen, schreef dan ook 

En hier identificeer ik mijzelf zonder te aarzelen met de rechtvaardige zaak en de pijn van degenen die de staat Israël (en neven van mij) veroorzaken in een mate die tragisch totalitair is.


De gewetensvolle Britse schrijver liet publiekelijk weten uit humaniteit afstand te doen van zijn ‘recht op terugkeer.’ Op haar beurt schreef de grote joodse filosofe en zioniste van het eerste uur Hannah Arendt al in oktober 1945 in haar essay Het Zionisme Bij Nader Inzien:

Het eindresultaat van vijftig jaar zionistische politiek is belichaamd in de recente resolutie van de grootste en invloedrijkste afdeling van de Zionistische Wereldorganisatie. Tijdens de laatste jaarlijkse conventie in Atlantic City in oktober 1944 namen Amerikaanse zionisten van links tot rechts unaniem de eis aan voor een ‘vrije en democratische Joodse staat… [die] geheel Palestina zal omvatten, onverdeeld en onverminderd.’ Dit is een keerpunt in de zionistische geschiedenis, want het betekent dat het revisionistische programma, zo lang en bitter verworpen, uiteindelijk gewonnen heeft. De resolutie van Atlantic City gaat zelfs een stap verder dat het Biltmore Programma (1942), waarin de joodse minderheid minderheidsrechten had toegekend aan de Arabische meerderheid. Ditmaal werden de Arabieren simpelweg in de resolutie niet genoemd, wat hun duidelijk de keuze laat tussen vrijwillige emigratie of tweederangs burgerschap… 

Deze doelen blijken nu volledig identiek te zijn aan die van de extremisten wat betreft de toekomstige politieke inrichting van Palestina. Het is de doodsklap voor die joodse groeperingen in Palestina zelf die onvermoeibaar hebben gepleit voor een vergelijk tussen de Arabische en de joodse bevolking. Anderzijds zal het de meerderheid onder het leiderschap van Ben-Goerion aanzienlijk versterken… Door de resolutie zo bot te verwoorden op een moment dat hun geschikt leek, hebben de zionisten voor een lange tijd iedere kans op onderhandelingen met de Arabieren verspeeld, want wat de zionisten ook mogen aanbieden, ze zullen niet vertrouwd worden. Dit zet op zijn beurt de deur wijd open voor een macht van buiten om de macht naar zich toe te trekken zonder de twee meest betrokken partijen te raadplegen. De zionisten hebben nu daadwerkelijk alles gedaan om een onoplosbaar ‘tragisch conflict’ te creëren, dat alleen kan worden beëindigd door het doorhakken van de Gordiaanse knoop. Het zou erg naïef zijn om te geloven dat het doorhakken van de knoop altijd in het voordeel van de joden zou uitpakken en ook is er geen enkele reden om aan te nemen dat het zou resulteren in een duurzame oplossing.

Hannah Arendt heeft gelijk gekregen. Hoe extremistisch de zionistische leiding al in een vroegtijdig stadium was, blijkt tevens uit het feit dat reeds in juni 1919 David Ben Goerion, de grondlegger van de 'Joodse staat'  schreef:

Everybody sees a difficulty in the question of relations between Arabs and Jews. But not everybody sees that there is no solution to this question. No solution! There is a gulf, and nothing can bridge it… We, as a nation, want this country to be ours; the Arabs, as a nation, want this country to be theirs.

Al tenminste 29 jaar voor de stichting van Israel was de zionistische leiding er diep van doordrongen dat een 'Joodse staat' alleen mogelijk zou zijn door de massale etnische zuivering van Palestina, en dus verklaarde Ben Goerion tegenover zijn Joodse etnisch zuiveraars in 1949: 
We must do everything to ensure they [the Palestinians] never do return... The old will die and the young will forget.

Dit laatste zei hij tegen beter weten in. Hij dacht de werkelijkheid te kunnen negeren, aangezien, in zijn woorden, 'What matters is not what the goyim say, but what the Jews do.' En op die manier zadelde hij de zionisten, de Palestijnen en de wereld op met de almaar voortdurende zionistische terreur, die natuurlijk verzet oproept. Niemand wil langdurig verdreven, onderdrukt en vervolgd worden.

Welnu, de westerse mainstream-pers, journalisten als Raymond van den Boogaard, verzwijgen deze feiten of plaatsen het 'conflict' niet in een bredere context. Vandaag de dag bericht de 'vrije pers' hierover vanuit de context dat we te maken hebben met twee gelijkwaardige partijen, waarbij het Palestijns verzet veroordeeld wordt als 'terrorisme' waardoor Israel wel moet terugslaan. Het spreekt voor zich dat wanneer de Israelische strijdkrachten meer dan 500 Palestijnse kinderen vermoorden, een uitgesproken oorlogsmisdaad, en de westerse regeringen weigeren hiertegen maatregelen te nemen, de massamedia hierover zwijgen of dit zelfs rechtvaardigen, terwijl tegelijkertijd algemeen bekend is dat het zionistisch regime bewust oorlogsmisdaden pleegt, zoals ondermeer blijkt uit de volgende verklaring van de Israelische commandant Gadi Eisenkot:

'What happened in the Beirut suburb of Dahiya in 2006 will happen in every village from which shots are fired in the direction of Israel,' Eisenkot said to journalists from Yedioth Ahronoth. 'We will wield disproportionate power against every village from which shots are fired on Israel, and cause immense damage and destruction. From our perspective, these are military bases. This isn't a suggestion. This is a plan that has already been authorized.'

Hence, in two short sentences, one of the Israel Defense Force's senior commanders stated, with the world as his witness, his intention to violate the two central tenets of the international laws of war: the principle of distinction, which states that every time military force is used, it is imperative to differentiate enemy combatants from enemy civilians, and that attacks may be directed only at the former; and the proportionality principle, which states that even in attacks against enemy combatants, disproportional use of power is prohibited. 

It is important to understand this: The international legal definition of an illegal military attack is one directed at civilians, or one that involves a disproportional use of force. It was as if Eisenkot, then, was standing on a hilltop, declaring his intention to commit war crimes, yelling to passersby, 'My intentions are biggest of all!'

De werkwijze van journalisten als Raymond van den Boogaard heet in de Angelsaksische wereld, waar een serieuze mediakritiek bestaat, 'censorship by omission.' Alleen door het verzwijgen van essentiële informatie kan de NRC-spreekbuis van de gevestigde orde via zelfcensuur een kritische Nederlandse vakbondsbestuurder criminaliseren. De veronderstelling dat Van den Boogaard alle door mij aangevoerde informatie niet had kunnen weten, is nonsens. Van een journalist moet verwacht worden dat hij de feiten kent zodra hij over een onderwerp schrijft. Wanneer hij van een langlopend 'conflict' nog steeds niet de historische achtergrond weet, betekent dit dat hij de feiten niet wil weten, omdat ze domweg niet passen in zijn ideologische propaganda. Dat Van den Boogaard onbetrouwbaar is blijkt niet alleen uit de opbouw van zijn betoog, maar ook aan de wijze waarop hij de zaak formuleert. Zo merkt Raymond met betrekking tot de vakbondsbestuurder Lot van Baaren schijnbaar terloops op: 'oprecht bewogen als zij lijkt door de gruwelen van Gaza.' Dus 'lijkt.' Het 'lijkt' alsof zij 'oprecht bewogen' is, maar dat is zij niet, want met haar 'ideologisch antisemitisme' speelt ze alleen maar toneel. Ook op die manier probeert Van den Boogaard de integriteit aan te tasten van een autoriteit die de grootschalige oorlogsmisdaden van Israel bekritiseert. Als gevolg van zijn eigen bewust gekweekte onwetendheid kan hij spreken van een 'antisemitische traditie' waarin 'de opmerkingen van Lot van Baaren helaas feilloos [passen].' Op die wijze tracht hij kritiek op Israel te smoren. Als journalist van de gezaghebbende 'kwaliteitskrant' voert hij de druk op door te stellen dat het hem 'zwaar tegen[valt]' dat de  'Abvakabo, met 350.000 leden,' antisemitisme steunt. Raymond van den Boogaard's geniepigheid past naadloos in wat officieel 'perceptie management' heet.

Perception management is a term originated by the US military. The US Department of Defense (DOD) gives this definition:

Actions to convey and/or deny selected information and indicators to foreign audiences to influence their emotions, motives, and objective reasoning as well as to intelligence systems and leaders at all to influence official estimates, ultimately resulting in foreign behaviors and official actions favorable to the originator's objectives. In various ways, perception management combines truth projection, operations security, cover and deception, and psychological operations.

'Perception' is defined as the 'process by which individuals select, organize, and interpret the input from their senses to give meaning and order to the world around them.' 

Opnieuw zien we hoe Van den Boogaard, met zijn gecultiveerde onwetendheid, via zwaar beladen begrippen als 'antisemitisme' zijn stempel probeert te drukken op de wijze waarop een maatschappelijk en politiek belangrijk onderwerp wordt gepercipieerd. Met 'selected information and indicators' probeert hij door middel van 'perception management' de 'emotions, motives, and objective reasoning' van zijn publiek te beïnvloeden. Het manipuleren van de meningen van het grote publiek is juist ook de belangrijkste functie van de mainstream-media. De zogeheten vrije pers maakt daarbij gebruik van een aantal technieken die de gewenste reacties bij het publiek oproepen:

Ambiguity: a lack of clarity. If ambiguity increases, the perceiver may find it harder to form an accurate perception

Social status: a person's real or perceived position in society or in an organization

Impression management: an attempt to control the perceptions or impressions of others. Targets are likely to use impression management tactics when interacting with perceivers who have power over them. Several impression management tactics include behavioral matching between the target of perception and the perceiver, self-promotion (presenting one's self in a positive light), conforming to situational norms, appreciating others, or being consistent.

Het gaat daarbij dus niet zozeer om de feiten die de werkelijkheid vormen, maar om de wijze waarop die feiten worden geïnterpreteerd. Dat de Palestijnen al decennialang worden vermoord, vervolgd en verjaagd kan na al die jaren niet meer ontkend worden, behalve dan door verstokte propagandisten als Van den Boogaard, maar waar het nu omdraait is hoe die feiten moeten worden opgevat door de media-consumenten. En dus probeert Raymond via de oude en beproefde techniek van het criminaliseren van de tegenstander de feiten ondergeschikt te maken aan de interpretatie ervan. Hij tracht de politieke angel ervan uit te trekken. Niet zoals De Telegraaf dit doet, maar door als keurig lid van Hoflands 'politiek-literaire elite' de integriteit van een tegenstander te vernietigen, zonder zich te hoeven manifesteren als voorstander van de zionistische terreur tegen de Palestijnse burgerbevolking. Typerend voor zijn tweeslachtigheid. Terwijl hij zich progressief voordoet, en zelfs een tikje artistiek, verdedigt hij tegelijkertijd de belangen van de neoliberale elite op een hartstochtelijk wijze. November 1996 sprak Raymond als panellid over De Kracht van Cultuur. Toen iemand in de zaal opmerkte dat 'Er wel over religieus fundamentalisme [wordt] gesproken,' maar niet over 'de tirannie van de vrije markt,' wat 'een andere vorm van fundamentalisme' is, antwoordde  Raymond van den Boogaard met de voor hem zo kenmerkende stelligheid:

Het is achterhaald om de vrije markt als een kwaad af te schilderen. De vrije markt is niet slecht voor de armen, integendeel. Er komt steeds meer goedkope technologie. Dat leidt ertoe dat iedereen zijn eigen televisiestation kan opzetten.

De geglobaliseerde neoliberale ideologie is dus 'niet slecht voor de armen,' aldus mijn NRC-collega, die ervan overtuigd is dat zijn 'gevoelsleven de echte werkelijkheid' vormt. Hij beweerde dit bijna twee decennia voordat bekend werd dat dankzij deze vorm van kapitalisme de kloof tussen arm en rijk almaar blijft toenemen, terwijl de werkloosheid blijft groeien en de belastingvoordelen en subsidies aan de rijken almaar toenemen. De feiten vertellen dat 'the 1% of the world’s population' in 2016 'will own more global wealth than the 99%,' en de 'Richest 1 Percent To Own More Than Half Of The World's Wealth,' en 'the 80 wealthiest people in the world possess $1.9 trillion, which is almost the same amount shared by some 3.5 billion people at the bottom half of the world's income scale,' en 'In the meantime, more than 1 billion people on this planet continue to live on less than $1.25 a day.' 
http://www.huffingtonpost.com/2015/01/19/world-wealth-oxfam_n_6499798.html

Het is opmerkelijk hoe gecorrumpeerd de westerse mainstream-pers is. Er bestaat geen wezenlijk verschil in de werkwijze tussen de huidige massamedia en die van de nazi-pers en de communistische pers ten tijde van de Sovjet-Unie. Ze maken allen propaganda voor een totalitair systeem. 



The Globalization of War. America’s “Long War” against Humanity


The Globalization of War: America’s “Long War” against Humanity

by Michel Chossudovsky
Global Research Publishers, Montreal 2015

Excerpt from Preface

The “globalization of war” is a hegemonic project. Major military and covert intelligence operations are being undertaken simultaneously in the Middle East, Eastern Europe, sub-Saharan Africa, Central Asia and the Far East. The U.S. military agenda combines both major theater operations as well as covert actions geared towards destabilizing sovereign states.
Under a global military agenda, the actions undertaken by the Western military alliance (U.S.-NATO-Israel) in Afghanistan, Pakistan, Palestine, Ukraine, Syria and Iraq are coordinated at the highest levels of the military hierarchy. We are not dealing with piecemeal military and intelligence operations. The July-August 2014 attack on Gaza by Israeli forces was undertaken in close consultation with the United States and NATO. The actions in Ukraine and their timing coincided with the onslaught of the attack on Gaza.
In turn, military undertakings are closely coordinated with a process of economic warfare which consists not only in imposing sanctions on sovereign countries but also in deliberate acts of destabilization of financial and currencies markets, with a view to undermining the enemies’ national economies.
The United States and its allies have launched a military adventure which threatens the future of humanity. As we go to press, U.S.and NATO forces have been deployed in Eastern Europe including Ukraine. U.S. military intervention under a humanitarian mandate is proceeding in sub-Saharan Africa. The U.S. and its allies are threatening China under President Obama’s “Pivot to Asia”.
In turn, military maneuvers are being conducted at Russia’s doorstep which could potentially lead to escalation.
The U.S. airstrikes initiated in September 2014 directed against Iraq and Syria under the pretext of going after the Islamic State are part of a scenario of military escalation extending from North Africa and the Eastern Mediterranean to Central and South Asia.
The Western military alliance is in an advanced state of readiness. And so is Russia.
Russia is heralded as the “Aggressor”. U.S.-NATO military confrontation with Russia is contemplated.
Enabling legislation in the U.S. Senate under “The Russian Aggression Prevention Act” (RAPA) has “set the U.S. on a path towards direct military conflict with Russia in Ukraine.”
“Any U.S.-Russian war is likely to quickly escalate into a nuclear war, since neither the U.S. nor Russia would be willing to admit defeat, both have many thousands of nuclear weapons ready for instant use, and both rely upon Counterforce military doctrine that tasks their military, in the event of war, to pre-emptively destroy the nuclear forces of the enemy.”
The Russian Aggression Prevention Act (RAPA) is the culmination of more than twenty years of U.S.-NATO war preparations,which consist in the military encirclement of both Russia and China:
“From the moment the Soviet Union collapsed in 1991, the United States has relentlessly pursued a strategy of encircling Russia, just as it has with other perceived enemies like China and Iran. It has brought 12 countries in central Europe, all of them formerly allied with Moscow, into the NATO alliance. U.S. military power is now directly on Russia’s borders.”



State of the World 2014: Governing for Sustainability


Quick Links
Book
Governing for Sustainability
ISBN: 978-1-61091541-0
Citizens expect their governments to lead on sustainability. But from largely disappointing international conferences like Rio II to the U.S.’s failure to pass meaningful climate legislation, governments’ progress has been lackluster. That’s not to say leadership is absent; it just often comes from the bottom up rather than the top down. Action—on climate, species loss, inequity, and other sustainability crises—is being driven by local, people’s, women’s, and grassroots movements around the world, often in opposition to the agendas pursued by governments and big corporations.
These diverse efforts are the subject of the latest volume in the Worldwatch Institute’s highly regarded State of the World series. The 2014 edition, marking the Institute’s 40th anniversary, examines both barriers to responsible political and economic governance as well as gridlock-shattering new ideas. The authors analyze a variety of trends and proposals, including regional and local climate initiatives, the rise of benefit corporations and worker-owned firms, the need for energy democracy, the Internet’s impact on sustainability, and the importance of eco-literacy. A consistent thread throughout the book is that informed and engaged citizens are key to better governance.
The book is a clear-eyed yet ultimately optimistic assessment of citizens’ ability to govern for sustainability. By highlighting both obstacles and opportunities, State of the World 2014shows how to effect change within and beyond the halls of government. This volume will be especially useful for policymakers, environmental nonprofits, students of environmental studies, sustainability, or economics—and citizens looking to jumpstart significant change around the world.
About State of the World
Worldwatch's flagship publication, State of the World, has educated a broad audience of students, journalists, policymakers, and concerned citizens about trends in sustainable development for a quarter century. The book has been published in 36 languages, and over the years it has authoritatively assessed issues ranging from population, energy, and agriculture to materials use, health, and trade policy. Topics are covered from a global perspective, with an emphasis on innovation and problem-solving. State of the World is recognized as a classic of environmental literature, having attracted luminaries from Kofi Annan to Mikhail Gorbachev to write forewords for the book. News media, policymakers, and NGOs worldwide cite the book for its cutting-edge analysis, reliability, and careful documentation of its arguments, all marshaled to speed the global transition to a sustainable world.
Preview of State of the World 2014: Governing for Sustainability




Geen opmerkingen:

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...