dinsdag 27 januari 2015

Lodewijk Asscher's Angstpolitiek



Minister Asscher: 'De bullies mogen niet winnen.'

Oxfam: World's Richest 1 Percent Control Half Of Global Wealth

Just 1 percent of the world's population controls nearly half of the planet's wealth, according to a new study published by Oxfam ahead of the World Economic Forum's annual meeting.
The study says this tiny slice of humanity controls $110 trillion, or 65 times the total wealth of the poorest 3.5 billion people.
Other key findings in the report:
— The world's 85 richest people own as much as the poorest 50 percent of humanity.
— 70 percent of the world's people live in a country where income inequality has increased in the past three decades.
— In the U.S., where the gap between rich and poor has grown at a faster rate than any other developed country, the top 1 percent captured 95 percent of post-recession growth (since 2009), while 90 percent of Americans became poorer.


In zijn boek GEWELD. Zes zijdelingse bespiegelingen (2009) schreef Slavoj Žižek met betrekking tot de westerse 'Angstpolitiek':

Het soort politiek dat vandaag de dag overheerst, is postpolitieke biopolitiek — een afschuwelijke geval van theoretisch jargon dat echter eenvoudig uitgelegd kan worden: 'postpolitiek' is een politiek die beweert de oude ideologische strijd achter zich te laten en zich in plaats daarvan te richten op de deskundig management en bestuur, terwijl 'biopolitiek' de regulering van de veiligheid en het welzijn van het leven van mensen als haar primaire doel aanwijst. Het is duidelijk dat deze twee dimensies elkaar overlappen: het enige — bijna enige — wat overblijft als je grote ideologische doelen opgeeft, is het efficiënte bestuur van het leven. Dat betekent dat je op dit terrein van gedepolitiseerd, sociaal objectieve, deskundige bestuur en de coördinatie van belangen als nulpunt van de politiek, alleen enthousiasme kan wekken en mensen metterdaad op de been kan brengen door middel van angst, een hoofdbestanddeel van de hedendaagse subjectiviteit. Daarom is biopolitiek uiteindelijk angstpolitiek: ze is gericht op de bescherming tegen mogelijke slachtoffering of ongewenste intimidatie. 

Het was de grote Franse aristocraat Alexis de Tocqueville die al in 1842, na een rondreis door de VS, in zijn beroemd geworden Democracy in America hiervoor waarschuwde:

A nation which asks nothing of its government but the maintenance of order is already a slave at heart, — the slave of its own well-being, awaiting but the hand that will bind it. 

Dit is precies wat Geert Mak voorstond toen hij in 2013 tegenover zijn massaal opgekomen publiek angstig uitriep dat er 'Geen Jorwert zonder Brussel' mogelijk is, met als eerste en belangrijkste reden dat 

de EU een markt [is] van bijna een half miljard mensen met de hoogste gemiddelde levensstandaard ter wereld. Alleen al voor Nederland is de Unie goed voor tweederde van onze totale export, eenvijfde van het nationale product. We hebben nu een open toegang tot die markt. Gaan we die deur echt dichtgooien? 

Had hij het werk van Tocqueville bestudeerd dan had Mak geweten dat deze visionaire intellectueel al anderhalve eeuw geleden besefte dat een natie waarin rust, orde en consumentisme de enige waarden zijn

the despotism of faction is not less to be dreaded than the despotism of an individual. When the bulk of the community are engrossed by private concerns, the smallest parties need not despair of getting the upper hand in public affairs. At such times, it is not rare to see upon the great stage of the world, as we see at our theaters, a multitude represented by a few players, who alone speak in the name of an absent or inattentive crowd: they alone are in action, whilst all others are stationary; they regulate everything by their own caprice; they change the laws, and tyrannize at swill over the manners of the country; and then men wonder to see into how small a number of weak and worthless hands a great people may fall. 

Nogmaals, anderhalve eeuw voordat een opportunist als Mak zich kon verrijken aan zijn EU-propaganda, terwijl de positie van de meerderheid door de neoliberale bezuinigingen van Brussel almaar verslechterde, wist Tocqueville al in welke cul de sac het Westen zou belanden. Alleen nog door het bespelen van primitieve angsten weet de bureaucratie en de economische en politieke elite hun macht te bestendigen, en zelfs te vergroten. De materialistische mentaliteit achter de slogan van 'Geen Jorwert zonder Brussel' levert geen zinnige politiek op, vergroot alleen maar de bedreigingen van de mensheid. Zolang 'Brussel' met zijn uiterst beperkte marktdoctrine zich focust op de 'regulering van de veiligheid en het welzijn van het leven van mensen als haar primaire doel aanwijst' zal de klimaatverandering, de uitputting van de grondstoffen, de grootschalige milieuvernietiging, de massale ontregeling van de oceanen, het drastisch afnemen van de biodiversiteit, en de op handen zijnde oorlogen om grondstoffen en markten, het overleven van de mensheid alleen maar nog meer bedreigen. De immoraliteit van de westerse autoriteiten op bijna elk gebied is schrikbarend. Zaterdag 24 januari liet vicepremier Lodewijk Asscher vanaf de voorpagina van Het Parool de lezer van de locale krant weten dat met betrekking tot de vraag of 'Joden bang moeten zijn' er maar één antwoord mogelijk is: 'De bullies niet [mogen] winnen.' Hoewel hij volkomen gelijk heeft, is het hypocriet dat deze woorden uit zijn mond komen. Dezelfde 'vicepremier' zorgde, samen met zijn collega's in het kabinet van VVD en PVDA, ervoor dat de Nederlandse ambassadeur bij de Verenigde Naties muisstil bleef toen hij de kans kreeg om de Israelische oorlogsmisdaden in 2014 in Gaza te veroordelen, ernstige schendingen van het internationaal recht waarbij meer dan 500 Palestijnse kinderen werden gedood. Waarom mogen van hem Joodse 'bullies' wat islamitische 'bullies' niet mogen? Het is een illustrerend voorbeeld van de wijze waarop de joodse minister van  Sociale Zaken en Werkgelegenheid, die er niet in slaagt werk te creëeren, 'biopolitiek' bedrijft. Als PVDA-er heeft hij zijn 'ideologische veren' afgeschud,  omdat, in de woorden van zijn partijgenoot Wim Kok

Er geen alternatief [is] voor de maatschappelijke constellatie die we nu hebben en dus heeft het geen enkele zin daar naar te streven.

Dus blijft er voor Lodewijk Asscher slechts een 'gedepolitiseerd' management over waarbij hij 

alleen enthousiasme kan wekken en mensen metterdaad op de been kan brengen door middel van angst.

Aangezien zijn partij 'gedepolitiseerd' is nu het haar socialistisch gedachtegoed van zich af heeft geschud, valt de PVDA-minister terug op zijn joodse achtergrond en profileert hij zich als zionist die alles op alles zet om de 'Joodse staat' te verdedigen. Op die manier heeft hij zich onder fundamentalistische christenen en reactionaire joden een achterban verworven. Bij gebrek aan een politieke identiteit gebruikt hij de politiek van de angst, die zoals Žižek aantoont, is 'gericht op de bescherming tegen mogelijke slachtoffering of ongewenste intimidatie.' Het extremistische zionisme van Israel, gesteund door een niet te verwaarlozen aantal joodse Europeanen, moet in Asscher's optiek worden afgebeeld als slachtoffer en absoluut niet als dader. De voortgaande uitbreiding van de Joodse nederzettingen, het terroriseren van de regio, van Libanon en Syrië tot Iran, het vermoorden van Palestijnse burgers, onder wie vrouwen en kinderen, en het gewelddadig streven naar de hegemonie in het Midden-Oosten wordt afgeschilderd als een overlevingsstrategie van de zionistische staat. Israel is de westerse bondgenoot, de Arabieren zijn onze tegenstanders. Dat is het wereldbeeld van de Nederlandse minister Lodewijk Asscher. Daarom mogen joodse Nederlanders in het Israelische bezettingsleger dienen en kunnen ze ongestraft oorlogsmisdaden plegen, terwijl islamtische jongeren zich niet mogen aansluiten bij ISIS. Het Israelisch terrorisme wordt door Asscher en zijn collega's politiek, economisch, diplomatiek en zelfs militair gesteund. In een poging deze weerzinwekkende politiek te verhullen cultiveert hij de rol van slachtoffer, die hij niet is. In het vraaggesprek met Het Parool gaat dit als volgt:

Vraag: U loopt niet te koop met uw Joodse wortels. Vreest u dat u als minister van Integratie te veel gezien wordt als ambassadeur van één groep?

Antwoord: Ach weet u… Bij de mensen die het willen weten is mijn achtergrond genoegzaam bekend. Ik heb lang geleden de keuze gemaakt me niet te verstoppen vanwege mijn afkomst en mijn afkomst zelf ook niet te verstoppen. Ik ga mezelf niet opeens Jansen noemen. Ik heb mijn achtergrond en daar ben ik trots op.

Lodewijk Asscher hoeft zich natuurlijk niet te schamen voor zijn 'achtergrond,' maar gezien de geschiedenis van de familie Asscher tijdens de Tweede Wereldoorlog is het een gotspe te verklaren dat hij daar 'trots op' is. Eerder schreef ik daarover het volgende:

Zo is bekend dat Lodewijk 'Asscher uit een Joodse familie [komt] van juristen en diamantairs uit de Amsterdamse wijk De Pijp. Zijn overgrootvader Abraham Asscher was een van de voorzitters van de Joodsche Raad.'

De feiten over de Joodse Raad, zoals ook Lodewijk Asscher ze kent:

Op donderdag 13 februari 1941 vond ten huize van Abraham Asscher de constituerende vergadering plaats. Onmiddellijk daarna zonden beide voorzitters Beauftragter Böhmcker de lijst met namen van personen die het bestuur vormden van de Joodse Raad (voornamelijk notabelen):
 • Abraham Asscher, voorzitter…

Oordeel

Er is na de oorlog veel kritiek geweest op de Joodse Raad. Volgens critici heeft de raad het de nazi's alleen maar makkelijker gemaakt. Grotere tegenwerking en meer zand in de organisatorische molen in plaats van collaboratie hadden misschien veel levens kunnen redden. Anderzijds wordt gesteld dat het geen zin zou hebben gehad als Asscher, Cohen of enige andere betrokkene geweigerd had om in de Joodse Raad zitting te nemen. De ervaring met de Joodse raden in Polen en Rusland heeft bewezen dat het niet accepteren van de opdracht, vluchten of zelfmoord plegen door voorzitters en leden geen verandering in de situatie bracht; er werden door de Duitsers altijd en meteen (gedwongen) plaatsvervangers gevonden. Ook hebben zij voorzitters van Joodse Raden en leden die niet serviel genoeg waren constant gewisseld. Het is dus maar de vraag of andere voorzitters (of leden) het beter zouden hebben gedaan.

De Joodse Ereraad oordeelde: 'dat de voorzitters van de Joodsche Raad gefaald hebben in een wereld, die zelf in gebreke is gebleven.' Aan het eind spreekt deze ereraad als zijn mening uit:

 • dat het laakbaar is geweest, de opdracht tot vorming van een 'Amsterdamse Jodenraad' en het voorzitterschap van deze raad (wat verantwoordelijkheid jegens de Duitsers medebracht) uit handen van de Duitsers te hebben aanvaard;

 • dat het laakbaar is geweest, het Joodse Weekblad te blijven uitgeven, toen eenmaal bleek, dat het de Duitsers van meer nut dan de Joden moest zijn, waarbij de Ereraad tevens herinnert aan zijn afkeurend oordeel over een aantal berichten, die hiervoor zijn genoemd;

 • dat het laakbaar is geweest, medewerking te verlenen aan een aantal anti-Joodse maatregelen, zoals het uitgeven van de Jodenster en het verzenden van bevelen om naar Westerbork te vertrekken;

 • dat de wijze, waarop de voorzitters de weigerachtigen tot het geven van de bijdrage tot de eerste heffing aanschreven, laakbaar is geweest;

 • dat de medewerking, verleend bij de selectie voor deportatie, in het bijzonder de medewerking in mei 1943, zeer laakbaar is geweest.

Abraham Asscher wees het vonnis van de hand, hij sneed alle banden met de Joodse gemeenschap door.

Op 6 november 1947 werden Cohen en Asscher op last van N.J.C. Sikkel, procureur-fiscaal van het Bijzonder Gerechtshof te Amsterdam, gearresteerd en opgesloten in het Huis van Bewaring aldaar, wegens medewerking aan de vijand waardoor de Joodse deportatie in belangrijke mate zou zijn vergemakkelijkt. Na een maand werden ze in afwachting van een eventuele berechting voorlopig vrijgelaten. In 1951 werd van strafvervolging van Cohen afgezien (Asscher was in 1950 overleden) op gronden aan het algemeen belang ontleend.

Uitgaande van Abraham Asscher's reactie op de naoorlogse publieke veroordeling van de 'zeer laakbare… medewerking, verleend bij de selectie voor deportatie, in het bijzonder de medewerking in mei 1943,' kan het niet anders dan dat 'het vonnis' van de eigen joodse gemeenschap een psychisch trauma heeft achtergelaten bij de familie Asscher, een open wond die maar niet genezen wil, om de voor de vanzelfsprekende reden dat de geschiedenis een voldongen feit is. Een trauma, zeker nadat in de loop van de jaren zestig algemeen duidelijk werd hoe erg de joodse Nederlanders hadden geleden. Dit moet een onuitwisbaar stempel op het bewustzijn van Lodewijk Asscher hebben gedrukt, net zoals dit bij NSB-kinderen heeft gedaan. Het verklaart zijn hypergevoelige reacties zodra hij ook maar vermoedt dat iets antisemitisch kan worden uitgelegd. Het verklaart ook het feit dat hij geen kritiek op Israel kan verdragen en waarom hij als minister van Werkgelegenheid zich onmiddellijk bemoeit met 'joodse zaken,' die niets te maken hebben met zijn vakgebied. Hij stelt zich roomser dan de paus op, plus royaliste que le roi, of anders gezegd: zionistischer dan de Joodse burgers in Israel, van wie sommigen dappere kritiek uiten op het zionistisch fascisme van hun staat. 

Lodewijk Asscher's 'maag keerde om,' een fysieke reactie dus, een merkwaardig fenomeen voor een kabinetslid die geen enkel initiatief heeft genomen om het Associatieverdrag met Israel op te schorten, zolang de 'Joodse staat' de mensenrechten en het internationaal recht massaal blijft schenden. Geen enkele fysieke reactie levert dit bij hem op. Dat kan ook niet, gezien zijn eigen geschiedenis en zijn eigen handelen. Hij kan zich alleen identificeren met het zionistisch extremisme van Israel, en kennelijk niet met de meer dan 500 Palestijnse kinderen die vorig jaar tijdens de zionistische slachtpartij in Gaza werden vermoord. Gezien het feit het Nederlandse kabinet geen stappen onderneemt tegen Israel, kunnen we er vanuit gaan dat ook vicepremier Asscher het bovendien acceptabel vindt dat het zionistisch regime bewust oorlogsmisdaden pleegt, ik stel met nadruk bewust, zoals ondermeer blijkt uit de volgende verklaring van de Israelische commandant Gadi Eisenkot,  die volgens de Israelische kwaliteitskrant Haaretz het volgende heeft opgemerkt. 

'What happened in the Beirut suburb of Dahiya in 2006 will happen in every village from which shots are fired in the direction of Israel… We will wield disproportionate power against every village from which shots are fired on Israel, and cause immense damage and destruction. From our perspective, these are military bases. This isn't a suggestion. This is a plan that has already been authorized.'

En eveneens de volgende schendingen van het internationaal recht leiden er niet toe dat Lodewijk Asscher en zijn kabinet stappen ondernemen tegen Israel:

Revealed: the Palestinian children killed by Israeli forces
MORE CHILDREN THAN PALESTINIAN FIGHTERS ARE BEING KILLED IN ISRAEL'S OFFENSIVE ON GAZA, ACCORDING TO THE UN. SHOWN HERE ARE THE NAME, AGE, AND SEX OF 132 OF THOSE CHILDREN, RECORDED BY THE AL MEZAN CENTRE FOR HUMAN RIGHTS.

Human Rights Watch:


Fighting in Khuza’a Shows Grave Dangers to Families Seeking Safety
AUGUST 4, 2014SON, MIDDLE EAST AND NORTH AFRICA DIRECTOR
(Gaza) – Israeli forces in the southern Gaza town of Khuza’a fired on and killed civilians in apparent violation of the laws of war in several incidents between July 23 and 25, 2014. Deliberate attacks on civilians who are not participating in the fighting are war crimes.

Operation Protective Edge has not officially ended, but the IDF's Technological and Logistics Directorate (known as Atal in Hebrew) has released a number of figures it collected throughout the month-long conflict.

Some of the numbers published reveal what many in the IDF already knew, and one senior officer echoed on Thursday: 'It was basically a preview of what will happen in the next war with Lebanon, where we will have 80 Shuja'ias (buurten svh) and a significant hit on the economy.'

Dat een vicepremier persoonlijke frustraties zijn politieke handelingen laat bepalen, is ronduit verwerpelijk. Waar staan hij en zijn PVDA eigenlijk voor? En waar staat de mainstream polderpers voor? 

Amnesty International:

Israeli forces have killed scores of Palestinian civilians in attacks targeting houses full of families which in some cases have amounted to war crimes, Amnesty International has disclosed in a new report on the latest Israeli operation in the Gaza Strip.

Families under the Rubble: Israeli attacks on inhabited homes details eight cases where residential family homes in Gaza were attacked by Israeli forces without warning during Operation Protective Edge in July and August 2014, causing the deaths of at least 104 civilians including 62 children. The report reveals a pattern of frequent Israeli attacks using large aerial bombs to level civilian homes, sometimes killing entire families.
'Israeli forces have brazenly flouted the laws of war by carrying out a series of attacks on civilian homes, displaying callous indifference to the carnage caused,' said Philip Luther, Director of the Middle East and North Africa Programme at Amnesty International.

'The report exposes a pattern of attacks on civilian homes by Israeli forces which have shown a shocking disregard for the lives of Palestinian civilians, who were given no warning and had no chance to flee.'

The report contains numerous accounts from survivors who describe the horror of frantically digging through the rubble and dust of their destroyed homes in search of the bodies of children and loved ones.

In several of the cases documented in the report, possible military targets were identified by Amnesty International. However the devastation to civilian lives and property caused in all cases was clearly disproportionate to the military advantages gained by launching the attacks.

'Even if a fighter had been present in one of these residential homes, it would not absolve Israel of its obligation to take every feasible precaution to protect the lives of civilians caught up in the fighting. The repeated, disproportionate attacks on homes indicate that Israel’s current military tactics are deeply flawed and fundamentally at odds with the principles of international humanitarian law,' said Philip Luther.

In the single deadliest attack documented in the report, 36 members of four families including 18 children were killed when the three-storey al-Dali building, was struck.  Israel has not announced why the building was targeted, but Amnesty International has identified possible military targets within the building.

The second deadliest attack appears to have targeted a member of the al-Qassam Brigades, Hamas’ armed wing, who was outside the Abu Jame’ family home. The house was completely levelled killing 25 civilians including 19 children. Regardless of the intended targets, both of these attacks constitute grossly disproportionate attacks and under international law, they should have been cancelled or postponed as soon as it was evident that so many civilians were present in the house.

Israeli officials have failed to give any justification for carrying out these attacks. In some of the cases in this report Amnesty International has not been able to identify any possible military target. In those cases it appears that the attacks directly and deliberately targeted civilians or civilian objects, which would constitute war crimes.

In all of the cases researched by Amnesty International no prior warning was given to residents of the homes which were attacked. If it had been given, excessive loss of civilian lives could clearly have been avoided.

'It is tragic to think that these civilian deaths could have been prevented. The onus is on Israeli officials to explain why they chose to deliberately flatten entire homes full of civilians, when they had a clear legal obligation to minimize harm to civilians and the means of doing so,' said Philip Luther.
The report highlights the catastrophic consequences of Israel’s attacks on homes, which have shattered the lives of entire families. Some of the homes attacked were overflowing with relatives who had fled other areas of Gaza in search of safety.

Survivors of an attack on the al-Hallaq family home described horrifying scenes of strewn body parts amid the dust and chaos after three missiles struck the house.

Khalil Abed Hassan Ammar, a doctor with the Palestinian Medical Council and a resident in the building said: 'It was terrifying we couldn’t save anyone… All of the kids were burnt, I couldn’t tell which were mine and which were the neighbours… We carried whoever we were able to the ambulance… I only recognized Ibrahim my eldest child, when I saw the shoes he was wearing…I had bought them for him two days before.'

Ayman Haniyeh, one of the neighbours, described the trauma of trying to search for survivors:

'All I can remember are the bits and pieces I saw of bodies, teeth, head, arms, insides, everything scattered and spread,' he said. One survivor of the same attack described hugging a bag full of the 'shreds' of her son’s body.

Israel has so far failed to even acknowledge any of the attacks detailed in the report and has not responded to Amnesty International’s requests for explanations of why each of these attacks took place.

At least 18,000 homes were destroyed or rendered uninhabitable during the conflict. More than 1,500 Palestinian civilians including 519 children were killed in Israeli attacks carried out during the latest Gaza conflict. Palestinian armed groups also committed war crimes, firing thousands of indiscriminate rockets into Israel killing six civilians including one child.

'What is crucial now is that there is accountability for any violations of international humanitarian law that have been committed. The Israeli authorities must provide answers. The international community must take urgent steps to end the perpetual cycle of serious violations and complete impunity,' said Philip Luther.

Given the failure of Israeli and Palestinian authorities to independently and impartially investigate allegations of war crimes, it is imperative that the international community support the involvement of the International Criminal Court (ICC).

Amnesty International is renewing its calls on Israel and the Palestinian authorities to accede to the Rome Statute and grant the ICC the authority to investigate crimes committed in Israel and the Occupied Palestinian Territories (OPT). The organization is also calling for the UN Security Council to refer the situation in Israel and the OPT to the ICC so that the prosecutor can investigate allegations of crimes under international law by all parties.
Israel has continued to deny access to Gaza for international human rights organizations including Amnesty International and the organization has been forced to conduct its research for this report remotely, supported by two fieldworkers based in Gaza. Israel has also announced that it will not co-operate with the Commission of Inquiry established by the UN Human Rights Council.

'Failing to allow independent human rights monitors into Gaza smacks of a deliberately orchestrated attempt to cover up violations or hide from international scrutiny. Israel must cooperate fully with the UN Commission of Inquiry and grant international human rights organizations such as Amnesty International immediate access to Gaza to prove its commitment to human rights,' said Philip Luther.


Tot zover de informatie die ik op zaterdag 15 november 2014 op deze weblog plaatste. Maar de grove schendingen van de mensenrechten en het internationaal recht zijn voor Lodewijk Asscher, die zich profileert als 'pleitbezorger' van de 'Joodse staat' en van joodse Nederlanders, irrelevante details die geen enkele doorslaggevende rol spelen in de politiek van het VVD/PVDA-kabinet, waarvan hij vice-premier is. Deze verwerpelijke houding maakt zijn politieke optreden ongeloofwaardig, juist tegenover de groep die hij claimt aan te spreken. Alleen wanneer hij de mensenrechten en het internationaal recht als universele rechten zou beschouwen, heeft hij recht van spreken. 

De rol van de media is om de hypocrisie van de macht bloot te leggen en niet om die te legitimeren. Desondanks laat Het Parool minister Asscher onweersproken het volgende beweren:

Als politicus word je regelmatig uitgescholden, dat is onderdelen van het vak. En soms gaat dat met antisemitische teksten. Maar ik voel mij verder niet angstig. Ik ben heel dankbaar dat ik me in mijn werk kan inzetten voor de samenleving waarin ik heilig geloof. Dat geeft me juist het gevoel dat ik er iets aan kan doen.

De neoliberale samenleving waarin 'ik heilig geloof' is die waarin de kloof tussen arm en rijk wereldwijd almaar toeneemt en waarin het westers geweld in het Midden-Oosten maar niet ophoudt. Zijn 'heilig geloof' in het meedogenloze neoliberale kapitalisme, dat 85 miljardairs zo rijk heeft gemaakt dat ze vandaag de dag evenveel bezitten als de helft van de hele mensheid, wordt niet gedeeld door zijn sociaal-democratische achterban. Lodewijk Asscher is kabinetslid namens een partij die volgens opinie-peilingen vanwege haar neoliberale bezuinigingspolitiek zal worden gedecimeerd als er nu verkiezingen waren.  Asscher's gebrek aan een eigen politieke identiteit probeert hij te verhullen achter een 

angstpolitiek: ze is gericht op de bescherming tegen mogelijke slachtoffering of ongewenste intimidatie,

zoals Slavoj Žižek al in 2009 stelde. Het is een hypocriete politiek, waarbij het jodendom wordt gebruikt om de aandacht af te leiden van het failliete neoliberale beleid. Daarom kan niemand minister Asscher uitleggen dat als men wil dat de 'bullies' niet winnen, een politicus zijn/haar stem zal moeten verheffen tegen de terreur van elke staat en elke groepering. Collaboreren is een fenomeen dat zich niet beperkt tot Tweede Wereldoorlog. Meer later. 


Minister Asscher: 'De bullies mogen niet winnen.'


Gaza. 2014. Israelisch bombardement van VN-school. 'Het Israëlische bombardement op een VN-school in Gaza, waar honderden mensen hun toevlucht hadden gezocht, vervult secretaris-generaal Ban Ki-moon van de Verenigde Naties met 'afschuw.' [...] 'Velen zijn gedood onder wie vrouwen, kinderen en ook leden van de VN-staf.'
http://www.volkskrant.nl/dossier-israelisch-palestijns-conflict/bombardement-vn-school-in-gaza-wekt-afschuw-bij-ban-ki-moon~a3698488/


Geen opmerkingen:

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...