maandag 8 december 2014

Media Corruptie 48



Wittgenstein ziet heel precies het grote dilemma van onze onzeker geworden intellectueel, die bij gebrek aan God of cultuur, dus een werkelijk Geheel, een kunstmatig pseudo-Geheel tot stand wil brengen; hij is overtuigd van de altijd geldende noodzaak van de radicale transformatie en in het belang daarvan moet hij de wereld zien als transformeerbaar, dus eenvoudigweg gemakkelijk te hanteren het enige wat daartegen spreekt, is de menselijke ervaring, dus moet hij in de eerste plaats die uit de weg ruimen. Voor deze theoretische intellectueel is de ervaring alleen maar een storende factor, want de ervaring is iets wat hem voortdurend uit handen glipt en de verwezenlijking van zijn grootse doelen dwarsboomt. De ervaring is voor hem dat geheimzinnige verzet dat zich in alle verborgen hoeken verstopt, de ongrijpbare demonische geest die hij tegen elke prijs moet verslaan en uitschakelen. Het welbekende beproefde middel daartoe is de ideologie.
Imre Kertész. De verbannen taal. 2005

De wijsheid van de joods-Hongaarse auteur en Nobelprijswinnaar Literatuur Kertész is het resultaat van zijn ervaringen met achtereenvolgens het nationaal-socialisme, het communisme en nu het neoliberalisme. In hetzelve hoofdstuk De overbodige intellectueel schreef hij: 

Wie ooit met de macht heeft gespeeld of zich vrijwillig als speelgoed van de macht heeft laten gebruiken, is nooit meer in staat over iets anders te denken, te dromen, te praten en te zedenpreken dan over de macht. We begrijpen niets als we ons slechts op de vaktermen van de politicologie verlaten en de verschrikkelijke, ziekelijke angst van de overbodige intellectueel niet als het ware in onze zenuwdraden voelen.

Ik beschouw Imre Kertész als één van de allergrootsten van onze tijd, iemand die een doorleefde werkelijkheid bezit, en dit op een diepzinnige manier weet te verwoorden. Zijn werk kan niet vaak genoeg geciteerd worden, mijn bewondering voor zijn ontzagwekkende geestelijke kracht is grenzeloos. Ik stel deze mening met extra nadruk, in reactie op de bewering van Volkskrant-opiniemaker Martin Sommer dat de Amsterdamse historicus Jacques Presser 'geen eigen oordeel' bezat, omdat 'Hij ontzag [had] voor het Parthenon en voor de Mozes van Michelangelo,' en 'hoog op[gaf] van Homerus, Dante en Goethes Faust.' Sommer concludeert dat Presser's 'bewondering geen grenzen [kende]' en 'zijn smaak die van de agenda’s en de kalenders [was]' dus de 'smaak' had ‘die hij meende dat hij behoorde te hebben,’ zo spreekt de reviaanse opiniemaker Gerard Reve na, waarbij opvalt dat zowel 'de grote volksschrijver' als de kleine opiniemaker de correlatie tussen beide niet geven. Dat hoeft in Nederland niet, aangezien het intellectuele niveau van de 'politiek-literaire elite' zo laag is dat ieder  lid van deze zelfbenoemde 'elite' onweersproken de grootst mogelijk onzin kan uitkramen. Haar stijl en argumenten zijn doorgaans even bot als absurd. Cynisme en ironie, het laatste wapen van de kleinburger, moeten hier het gebrek aan kennis en subtiliteit verhullen. Daardoor wordt werkelijk elk debat op elk gebied meteen in de kiem gesmoord, en ziet men permanent dezelfde hoofden overal opduiken om dezelfde onbenullige praatjes te herhalen. 

Wat deze mensen vooral missen is -- precies zoals Kertész opmerkt -- de eigen ervaring. Ze spreken honderduit over de noodzaak van gewapend ingrijpen, maar hebben zelf nooit van nabij een kogel of een granaat horen inslaan, nooit een kruisraket horen ontploffen, nooit een kind zien sterven aan brandwonden of aan kanker als gevolg van het massale westerse inzet van verarmd-uranium wapens, ze hebben nooit een jong mens van helse pijn horen schreeuwen omdat hij of zij zijn/haar armen of benen was verloren, nooit iemand zien doodbloeden nadat duizenden kilometers verder een westerse opiniemaker had opgeroepen grootscheeps NAVO-geweld te gebruiken, wetende dat vooral de burgerbevolking in moderne oorlogen de dupe zijn. En toch meent de mainstream-pers recht van spreken te hebben. De commerciële massamedia voeren nu een hetze tegen Rusland. 

Het is Kertész, die in tegenstelling tot mijn generatie, wel een oorlog meemaakte en  juist daarom stelt dat alleen 'kunst, filosofie, de religies het product [zijn] van het terugdeinzen van de mens' om de Ander en de wereld te vernietigen, waarbij hij benadrukt dat 'die aarzeling het ongeneeslijke, nostalgische verdriet van de waarlijk groten [verklaart].' Dezelfde 'waarlijk groten' van wie het werk door de minor poet Gerard Reve als volgt werd gekwalificeerd: ‘Typisch de meesterwerken waarvoor iedereen geknield ligt, maar die niemand als hij het zelf voor het zeggen heeft, belieft te lezen,’ zoals Martin Sommer zijn kleinburgerlijke lezers met genoegen aan hielp herinneren. Om nu het niveau op een hoger niveau te tillen, geef ik opnieuw een fragment van de grote Kertész:

Misschien heeft de wereld dit terugdeinzen, een dergelijke in geestelijke zin actieve rust, nog nooit zo nodig gehad als nu. Even stilstaan om de situatie te overzien en haar waarden opnieuw te formuleren – als de wereld nog waarde toekent aan het leven; en of dat zo is, dat is eigenlijk de eerste vraag die zij zich zal moeten stellen. Het is namelijk mijn overtuiging dat de oorzaak van de devaluatie van het leven, het razendsnel om zich heen grijpende existentiële verval gelegen is in een diepe moedeloosheid die haar wortels heeft in de verdringing van de beschadigende historische ervaringen en het daaruit voortkomende cathartische (zuiverende. svh) weten. De mens lijkt niet meer zijn eigen lot te leven hier op aarde, en daarmee heeft hij zijn door lijden verkregen recht verloren om met koning Oedipus te zeggen: 'Ondanks alles zeggen mijn gevorderde leeftijd en de grootsheid van mijn ziel mij dat alles goed is… en daarom beantwoordt hij niet meer aan het woord van de Schrift: 'En Job stierf, oud en der dagen zat.' Integendeel, terwijl hij anderen en zichzelf gruwelijk en zinloos leed en pijn aandoet, meent de mens van onze tijd de enige werkelijke, onbetwistbare waarde te kunnen vinden in een leven zonder leed. Een leven zonder leed is echter ook bevrijd van de werkelijkheid, zodat we met Herman Broch kunnen vragen: 'Heeft dit vervormde leven nog werkelijkheid? Heeft deze hypertrofische werkelijkheid nog leven?' Evenals vreugde (om over geluk maar niet te spreken) neemt ook het lijden in onze tijd de meest verwrongen, meest onvruchtbare vorm aan – verbannen naar de plaats van massamoorden, concentratiekampen of de verhoorkamers van de politieke politie, in gelukkigere samenlevingen naar het celluloid van sado-masochistische pornofilms. En dat terwijl het lijden, het beleven van het menselijke lot en het ondergaan van het daarmee gepaard gaande leed kort geleden nog als de bron van diepste kennis werd beschouwd, zonder welke geen enkele kunst, geen werk van mensenhand tot stand kon komen.

Wat de zelfbenoemde 'politiek-literaire elite' in Nederland niet beseft is dat

Het de taak [is] van de kunst om de menselijke taal tegenover de ideologie te stellen, om de verbeeldingskracht te herstellen en de mens te herinneren aan zijn herkomst, zijn werkelijke situatie en het menselijk lot. De keuze van de kunstenaar kan daarom niet anders dan radicaal zijn,

zoals Kertész poneert, een 'taak' die de verpolitiekte mainstream media niet kunnen vervullen omdat ze domweg in handen zijn van commerciële concerns, dat wil zeggen: in handen zijn van aandeelhouders, zodat de belangrijkste 'taak' van journalisten is: winst maken. Daar hebben ze juist geen 'verbeeldingskracht' voor nodig, maar dient het journaille zich te onderwerpen aan de wetten van de markt. Dus in tegenstelling tot de meesterwerken van de groten die 'niemand' in Nederland 'als hij het zelf voor het zeggen heeft, belieft te lezen,’ is overal elders in de wereld onder het ontwikkelde publiek wel belangstelling voor de klassieken die het individu helpen 'herinneren aan zijn herkomst, zijn werkelijke situatie en het menselijk lot.' In de polder hoeft dat niet omdat hier voor elke gelovige in wat dan ook het antwoord al bestaat nog voordat de vraag is gesteld. De Nederlander wil  zich niet in de vragen van de 'groten' verdiepen, hij weet alles al. En wat hij niet weet, verneemt hij van de mainstream-pers met haar ééndimensionale werkelijkheid. Dan verneemt hij via de televisie van bijvoorbeeld opiniemaker Geert Mak dat 'meneer Poetin' Europa 'dwingt om meer aan defensie uit te geven,' terwijl de NAVO-landen tezamen ruim elf keer meer aan 'defensie' uit geven dan Rusland, en het aantal lidstaten van het offensieve bondgenoot sinds de val van de muur bijna is verdubbeld, en de NAVO-bases steeds meer oostwaarts zijn opgerukt, waardoor Rusland nu geheel is omsingeld. Mak's propaganda-leugen staat in schril contrast met de werkelijkheid, zoals die op 8 mei 2009 werd verwoord door Robert Gates, oud-directeur van de CIA, en tot 2011 minister van Defensie. Gates verklaarde dat 'The attacks of Sept. 11, 2001, opened a gusher of defense spending that nearly doubled the base budget over the last decade, en dat daarom 'Military spending on things large and small can and should expect closer, harsher scrutiny. The gusher has been turned off, and will stay off for a good period of time.' 

Ukrainian Crisis Was Always About Containing Russia. A secret no more, NATO’s continued existence is hegemonic in nature – its meddling in Ukraine an act of war against Russia.  Tony Cartalucci: To careful and honest observers of the events unfolding in Ukraine, it was clear from the beginning that the US and EU through NATO were creating unrest in an attempt to foster regime change in Kiev. 

http://nsnbc.me/2014/05/02/ukrainian-crisis-always-containing-russia/



De druk van het militair-industrieel complex om over nog meer belastinggeld te beschikken, was ongepast omdat daardoor nog meer op sociale voorzieningen, onderwijs, gezondheidszorg etc. moest worden bezuinigd. Gates trok daaruit ondermeer de conclusie dat:

this Department’s approach to requirements must change.  Before making claims of requirements not being met or alleged 'gaps – in ships, tactical fighters, personnel, or anything else – we need to evaluate the criteria upon which requirements are based and the wider real world context. For example, should we really be up in arms over a temporary projected shortfall of about 100 Navy and Marine strike fighters relative to the number of carrier wings, when America’s military possesses more than 3,200 tactical combat aircraft of all kinds? Does the number of warships we have and are building really put America at risk when the U.S. battle fleet is larger than the next 13 navies combined, 11 of which belong to allies and partners?  Is it a dire threat that by 2020 the United States will have only 20 times more advanced stealth fighters than China?  
     
These are the kinds of questions Eisenhower asked as commander-in-chief.  They are the kinds of questions I believe he would ask today.  And they are the kinds of question that we must all – civilian, military, in government and out – be willing to ask and answer in order to have a balanced military portfolio geared to real world requirements and a defense budget that is fiscally and politically sustainable over time.

Het feit dat Mak's oproep onmiddellijk enthousiast werd gesteund door de Nederlandse Commandant van de Strijdkrachten, Tom Middendorp, onderstreepte nog eens hoe de Nederlandse 'politiek-literaire elite' zonder enige ophef te veroorzaken de neoliberale en neoconservatieve agenda steunt. Met haar simplificaties en cliché's verspreidt ook de Hollandse mainstream-journalistiek, in de woorden van Kundera, 'de moderne dwaasheid’ die ‘niet onwetendheid betekent, maar de gedachteloosheid van pasklare ideeën.' De Nederlandse commerciële massamedia stellen zich niet 'the kinds of questions Eisenhower asked as commander-in-chief.' Mak en consorten verschuilen zich achter de macht van de staat en de economische elite en herhalen de 'received truths,' terwijl genoegzaam bekend is dat

Staat heißt das kälteste aller kalten Ungeheuer. Kalt lügt es auch; und diese Lüge kriecht aus seinem Munde: ‘Ich, der Staat, bin das Volk.’ Lüge ist's!

Maar toch kan de 'vrije pers' niet zonder de ‘koudste van alle monsters,’ zoals Nietzsche de staat betitelde. En dus steunt zij gedachteloos wat Eisenhower noemde 'private pressure groups' en 'the power of concentrated finance.' Dat de mainstream-journalistiek daarbij gebruikt wordt door het militair-industrieel complex interesseert de Makkianen niet, ook al weten ze dat al in de jaren vijftig president Eisenhower onder zware druk werd gezet, toen er ineens sprake zou zijn van een 'so called  bomber gap,' dat niet meer was dan 'a political canard promoted by an alliance of Air Force brass and defense contractors seeking money to build more bombers,' aldus de Amerikaanse auteur en cineast Eugene Jarecki in zijn boek The American Way of War, Guided Missiles, Misguided Men and a Republic in Peril (2008), een uitgebreid gedocumenteerd boek dat door de Amerikaanse geleerde Chalmers Johnson werd aangeprezen als 'an original and highly readable' studie, waarin wordt aangetoond 'how the greatest crime of the military-industrial complex has been to totally corrupt Congress' en de beroemde 'anchorman van CBS News,' Walter Cronkite, het aanprees vanwege het feit dat Jarecki 'reveals facts too often ignored — that throughout our history, Democratic and Republican administrations have taken our country into costly wars for spurious reasons. Unless we are prepared to address the root causes of this pattern, he insightfully points out, we may be doomed to repeat it,' met uiteindelijk desastreuze gevolgen, zowel voor de VS als Europa. En ook de Amerikaanse vier sterren generaal Wesley Clark, oud Supreme Allied Commander van de NAVO Operation Allied Force, wees met klem op het belang van dit boek door te schrijven dat het een 'sweeping exploration' is '0f the historical, organizational, economic and political forces driving the United States into a tightening spiral of international and domestic crises. Our Constitution's genius lies in the separation of powers; with penetrating examples, Jarecki explains why, despite the Founders' intent and concerns, we seem unable to resist the lure of imperial overreach.'

Imre Kertész beschreef 'Onze onzeker geworden intellectueel, die bij gebrek aan God of cultuur, dus een werkelijk Geheel, een kunstmatig pseudo-Geheel tot stand wil brengen... De ervaring is voor hem dat geheimzinnige verzet dat zich in alle verborgen hoeken verstopt, de ongrijpbare demonische geest die hij tegen elke prijs moet verslaan en uitschakelen. Het welbekende beproefde middel daartoe is de ideologie.' Geen Jorwert zonder Brussel en natuurlijk Geen Jorwert zonder NAVO.

Geert Mak's pleidooi voor meer belastinggeld in een bezuinigingstijd voor het militair-industrieel complex past in de succesvolle continuïteit van de NAVO-propaganda. Dit blijkt onder andere uit het feit dat meer dan een halve eeuw geleden: 'Despite evidence refuting the bomber gap, it was popularized by members of Congress,' terwijl 'Eisenhower correctly suspected the bomber gap claim to be false,' maar als president niet opgewassen was tegen de macht van het geld. Dat bleek naderhand opnieuw toen het Amerikaans militair-industrieel complex plotseling beweerde dat er sprake was van een 'missile gap.'  En hoewel er geen 'gap' bestond, 'this knowledge failed to stem the tide of public fear since Eisenhower could not publicly divulge the information obtained by the spy planes,' en die aantoonde dat er helemaal geen sprake was van een achterstand. Precies hetzelfde gaat nu op, terwijl het Westen een gigantische voorsprong heeft, weten propagandisten als Mak de werkelijkheid zo te construeren dat het lijkt alsof Rusland een geweldige voorsprong heeft en op het punt staat het Westen aan te vallen, en de NAVO-landen dus wel gedwongen worden te herbewapenen. En niemand van de 'politiek-literaire elite' in de polder die deze gevaarlijke nonsens durft door te prikken. Eugene Jarecki:

The myth of the missile gap became very much the blueprint for the tangled web of interlocking public and private interests that Eisenhower would ultimately call the military-industrial complex,

waarvan de westerse mainstream media inmiddels een onlosmakelijk en onmisbaar onderdeel vormen. Zij moetende de moloch van het geweld tegenover de bevolking legitimeren. In het kader daarvan moeten de Makkianen vooral verzwijgen hoe wijd vertakt het complex is. Ze moeten de bevolking ervan overtuigen dat het Westen een democratie is dat zich moet beveiligen tegenover het Kwaad. De 'vrije pers' mag vooral niet melden dat, in de woorden van Jarecki:

With the dawn of Truman's national security state and the era of covert action, unprecedented power shifted to the executive branch, but not without strings attached. The newly empowered executive was to find his decision-making power hamstrung (verlamd. svh), not by the proper constitutional checks and balances of the legislative and juridical branches but by unholy new alliances of actors in the national security landscape. 

Men moet niet vergeten dat president Eisenhower eerder als Supreme Commander of the Allied Forces in Europe van binnenuit de macht van het militair apparaat kende, en volgens Eugene Jarecki

given the unique combination of personal, military, and political perspectives he brought to the Oval Office, the dangerous machinations of those in Congress, the armed forces, and the defense sector were clearer to him than they might have been to another president…

He saw firsthand that a country that allocates a disproportionate share of wealth toward defense and away from other aspects of its national life is a country driven by an incomplete vision of national security. In the final analysis, Eisenhower understood that an uneducated country is an undefined country; that a country in debt is an undefended country; that a country that acts without regard for the international community is an undefended country; and above all, that a country whose people have lost faith in their leaders is a country they will not die for.

Meer dan een halve eeuw nadat Eisenhower in zijn afscheidstoespraak de bevolking van de VS waarschuwde voor de groeiende macht van het militair-industrieel complex zien we vandaag de dag dat hoewel meer dan 40 procent van de Amerikaanse bevolking niet meer stemt, uit wantrouwen tegen de corrupte politici en commerciële massamedia, de meeste soldaten uit de onderkaste van de Amerikaanse maatschappij komen, omdat dit nog de enige manier is om aan de toenemende armoedeval te ontsnappen. Desondanks beweren opiniemakers als Geert Mak en Paul Brill, Hubert Smeets, Henk Hofland, Michel Krielaars en hun kornuiten in het staatsapparaat en de 'vrije pers' dat Rusland het grote gevaar is voor de wereldvrede, en steunen op die manier de oorlogsindustrie. Zij gaan onverstoorbaar voorbij aan de woorden van Dwight Eisenhower dat omdat

we are defending a way of life, we must be respectful of that way of life as we proceed to the solution of our problem. We must not violate its principles and precepts, and we must not destroy from within what we are trying to defend from without.


Tevergeefs allemaal. De ineenstorting van elk imperium wordt op gang gebracht door de barbarij van binnenuit, nooit van buitenaf. Ruim vijf decennia na de waarschuwing van de Amerikaanse president verklaarde in 2005 senator John McCain, oud-presidentskandidaat voor de Republikeinse Partij, met betrekking tot de Amerikaanse buitenlandse politiek: 'Where the debate and controversy begins is, how far does the United States go? And when does it go from a force for good to a force of imperialism?' Over het onderwerp van de corrumperende macht van de defensie-industrie verklaarde hij: 

President Eisenhower's concern about the military-industrial complex — his words have unfortunately come true. He was worried that priorities are set by what benefits corporations as opposed to what benefits the country.


Dat één van de machtigste Amerikaanse volksvertegenwoordigers verklaart dat president Eisenhower's vrees voor de buitensporige macht van het militair-industrieel complex niet overdreven was, én dat de rijke aandeelhouders en het management van de oorlogsindustrie profiteren is een feit dat u niet snel van de Nederlandse 'politiek-literaire elite' zult vernemen, omdat de werkelijkheid haar propaganda aan de kaak zou stellen. Daarom doe ik het maar. Volgende keer meer over mijn corrupte collega's, die niet durven reageren op mijn verwijt aan hen, omdat ze zeker weten dat ze in elke discussie daarover met hun mond vol tanden zullen staan.




 NEWS & POLITICS  
comments_image 3 COMMENTS

Sweet Deal: Corporations Get $760 from the Government for Every Dollar They Spend on Elections

Is this the corruption the Supreme Court said would not occur because of the Citizens United decision?
Photo Credit: Carlos Yudica / Shutterstock.com
The 2012 and 2014 elections were the most expensive in American history and were financed largely by corporate money. So why are American companies so eager to put up so much cash for political influence? Because it pays. A lot.
report issued last month by the Sunlight Foundation, a government accountability group, found that for every dollar the nation’s most politically active companies spent on political influence, they received $760 from the government in the form of federal business and support. In total, the yearlong study reported that 200 of the country’s top campaign donors spent $5.8 billion on political lobbying and campaign contributions between 2007 and 2012 and received a whopping $4.4 trillion in return.
By contrast, the federal government paid the nation’s 50 million social security recipients $4.3 trillion during the same time period.
The study examined the political spending of the 200 companies during the 2008, 2010 and 2012 election cycles. The $4.4 trillion that these companies received for their efforts represents two-thirds of the $6.5 trillion that American taxpayers contributed to the U.S. treasury.
“Welcome to the world of ‘Fixed Fortunes,’” the study explains. “A seemingly closed universe where the most persistent and savvy political players not so mysteriously have the ability to attract federal dollars regardless of who is running Washington.”
The Supreme Court’s Citizens United decision opened the floodgates for corporate money to enter Washington. Campaign spending in the 2012 elections was unprecedented, totaling an astounding  $6.3 billion, according to the Center for Responsive Politics. Spending on the 2014 elections, at $4 billion, made it the most expensive midterm election in history.
In the Citizens United case, the Supreme Court ruled in their majority decision that corporate spending on federal elections would not “give rise to corruption or the appearance of corruption.” The Sunlight Foundation’s study tested the Supreme Court’s conclusion and instead found that political spending is just about the best investment a company can make in America.
Of the 200 companies studied, the report identified 29 companies that received 1,000 times more federal money than they spent on campaign contributions and political lobbying. Meanwhile, 102 companies received at least 10 times more money than they invested in politics and 138 of the companies saw a financial return that was greater than their investment.
Banks were the biggest beneficiaries of Washington policies due to the enormous bailouts that helped Wall Street weather the 2008 recession, even while many homeowners suffered due to the reckless banking and investment practices that caused the collapse. Weapons manufacturer Lockheed Martin, which spent $8.4 in contributions and $84.1 in lobbying, received $332 billion in federal business and support, making it the largest recipient of federal business. The pharmaceutical company McKesson and the wealth management firm Carlyle Group also made the list.
The report found that out of the $3 trillion in contracts the federal government issued for goods and services, the top 200 political contributors received one-third of that money.
Other financial benefits are harder to quantify, the report admits. For instance, many companies save by influencing trade agreements, labor and environmental regulations and tax codes.
For instance, the report cites tax provisions that save health insurance companies and healthcare providers tens of billions of dollars. Meanwhile, WalMart, the company that put out food bins in its break rooms this holiday season to be donated to its low-wage workers, acknowledged in a filing with the SEC that a reduction in the federal food stamp program could negatively impact the company’s $476 billion yearly earnings.
The report concludes:
More than seven years after Washington passed the first measures to stimulate the economy as the housing bubble started to burst, more and more Americans are living on less and less, without as much savings and other assets to fall back on in hard times. Washington policies that have restored corporate profits and made the stock market boom have left much of the country behind. Perhaps that’s why a whole host of polls, from networks and news organizations and nonprofit groups, show large majorities of Americans, year after year, saying that the country is on the wrong track.




1 opmerking:

Sonja zei

Binnenkort wordt een Senaatsrapport gepubliceerd over de martelpraktijk van de CIA. Ik schrijf 'Senaatsrapport' omdat deze 5500 van de 6000 pagina's uit het oorspronkelijke rapport verwijderd heeft, hetgeen op een enkel geval na in de pers wordt verzwegen. Wanneer het om de VS en de Amerikaanse geheime diensten gaat vermijdt de NOS het woord 'martelen'. Gebruikelijk is het om "harde verhoormethoden" te noemen. Maar de NOS gaat vooruit, en nu heet het "gewelddadige" of "gewelddadiger verhoormethoden". Het ANP schuwt het woord 'martelen' ook, die noemt het "verhoormethodes die niet waren toegestaan".

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...