woensdag 20 november 2013

De Mainstream Pers 80



De Amerikanen hadden al een trauma: Pearl Harbor, 7 december 1941, toen de Japanners een groot deel van de Amerikaanse vloot vernietigden waarbij 2400 doden vielen. Daarna kwam de verwoesting van het World Trade Center, 9/11. Ik heb voor de gelegenheid nog eens een paar beelden bekeken en me opnieuw afgevraagd hoe mensen het in hun misdadige hersenen kunnen krijgen om zoiets te verzinnen en dan uit te voeren. Maar de ontwikkeling gaat verder. President Bush en zijn neoconservatieven reageerden volstrekt verkeerd en de ramp van het WTC zette zich op een andere manier voort in Afghanistan en Irak. Goed beschouwd is de Amerikaanse buitenlandse politiek in deze eeuw van mislukking naar mislukking gestrompeld.
Henk Hofland. De Groene Amsterdammer. 7 augustus 2013

Voordat ik deze tekst van de nestor van de Nederlandse mainstream opiniemakers ontleed, wil ik eerst zijn claim analyseren dat hij en de zijnen behoren tot de intellectuele ‘elite’ in Nederland. Wat betekent het begrip elite?

Elite (Frans: élite uit Latijn eligere = uitkiezen) is een kleine groep in een maatschappij met buitengewone kwalificaties of privileges waardoor zij op een bepaald vlak de hoogste positie innemen. Zo kan er sprake zijn van onder meer politieke, militaire, economische en culturele elites.

Uitgaande van het Latijnse ēligere,’ oftewel: 'uitkiezenverkiezen,’ bestaat de elite dus uit uitverkorenen. De vraag is nu: wie of wat heeft hen uitverkoren? God, zijzelf, de bevolking, de economische macht? En welke ‘buitengewone kwalificaties’ bezit Hoflands zogeheten ‘politiek-literaire elite’ om ‘op een bepaald vlak de hoogste positie’ in te nemen? En in het geval niet hun 'kwalificaties' de doorslag gaven, maar hun 'privileges': op grond waarvan bezit de elite ‘buitengewone… privileges’? Welke hogere macht heeft haar deze voorrechten geschonken? En tenslotte: wat betekent het in de praktijk om uitverkoren te zijn?

Om met het laatste te beginnen. Net als in het judaïsme het uitverkoren zijn niet gezien wordt als een privilege, maar als een verplichting, zo gold voor de Europese adel ‘noblesse oblige.’ Dat vandaag de dag de intellectuele ‘elite,’ waartoe Hofland zichzelf rekent, talloze privileges kent is overduidelijk. Maar aan welke verplichtingen is ze gebonden? Gezien het feit dat de hedendaagse elite zich nog steeds beroept op de Verlichtingsidealen moeten we er van uitgaan dat de intellectuele ‘elite’ het motto van de Franse revolutie nog steeds meent te moeten verdedigen, te weten: vrijheid, gelijkheid en broederschap. Concreet gesteld: de westerse intellectuelen claimt de democratie en de mensenrechten, en het internationaal recht in het algemeen, te beschermen, zo nodig met hun eigen leven. Anders betekent het begrip ‘elite’ niets anders dan een parasitair bestaan vol privileges. Het uitverkoren zijn is een opdracht. Degene die deze opdracht schendt, behoort niet tot de intellectuele ‘elite,’ net zomin als een armoedzaaier onderdeel is van de economische elite. Aan de hand van deze vaststelling is de vraag waarom de intellectuele 'elite' ‘buitengewone… privileges’ bezit, eenvoudig te beantwoorden. In tegenstelling tot de eerste de beste dwaas, dienen de analyses van de intellectuele ‘elite’ serieus genomen te worden. Zij kan namelijk logisch nadenken, beschikt over veel meer ter zake kundige kennis dan de massa, en zorgt ervoor dat haar emoties niet de overhand nemen wanneer dit zinloos is voor een beter begrip van het een en ander. Dankzij deze ‘buitengewone kwalificaties’ kunnen ze intellectueel ‘de hoogste positie’ innemen. Zolang de intellectuele ‘elite’ haar taak vervuld zal ze in elke samenleving een zekere mate van respect krijgen, alleen wanneer die ‘elite’ de kluit belazerd, zal ze haar geloofwaardigheid verliezen.

Met dit besef als uitgangspunt wil ik de bovenstaande tekst van H.J.A. Hofland analyseren. Allereerst begint Hofland de geschiedenis te minimaliseren tot twee gebeurtenissen:

De Amerikanen hadden al een trauma: Pearl Harbor, 7 december 1941, toen de Japanners een groot deel van de Amerikaanse vloot vernietigden waarbij 2400 doden vielen. Daarna kwam de verwoesting van het World Trade Center, 9/11.

Het probleem hierbij is dat dit absurde vertekening van de werkelijkheid is. Hofland creëert een leugen. Hij doet hetzelfde als iemand die zonder het voorafgaande te kennen onmiddellijk partij trekt voor degene die in zijn aanwezigheid een klap heeft gekregen. Waarom viel Japan de VS aan? (Kort samengevat ging het ook hier over de toegang tot grondstoffen en markten.) Ik stel die vraag niet om een morel oordeel uit te spreken, maar om oorzaak en gevolg te traceren. Dit behoort immers tot de taak van de intellectuele ‘elite.’ Om de context te kunnen begrijpen waarin gewelddadige conflicten zich voltrekken moeten we in dit geval tevens weten wat de oorzaken waren van het feit dat de VS veertig jaar voor ‘het trauma’ van ‘Pearl Harbor,’ een genocidale oorlog voerde in de Filippijnen, waarbij vele honderdduizenden burgers om het leven kwamen, inclusief vrouwen, kinderen, bejaarden. Rechtvaardigt dit de Japanse aanval op de Amerikaanse marine? Nee, geenszins, maar het toont aan dat massaal geweld niets bijzonders is voor expansionistische regimes als de VS, een imperiale mogendheid dat ironisch genoeg in diezelfde tijd ook Hawaii had veroverd en de koningin gevangen had gezet. Evenmin is het volkomen onbegrijpelijk dat op 11 september 2001 Arabische terroristen aanslagen pleegden op Amerikaans grondgebied. Het was een logisch gevolg van de wijze waarop de afgelopen halve eeuw de Amerikaanse terreur in de islamitische wereld ontelbare slachtoffers heeft veroorzaakt. Rechtvaardigt dit de aanslagen? Nee, maar ook hier speelt in een bredere context oorzaak en gevolg een doorslaggevende rol. De logica van de historische context wordt evenwel door Hofland bewust verzwegen. In plaats daarvan komt hij met een emotionele uitbarsting door te schrijven:

Ik heb voor de gelegenheid nog eens een paar beelden bekeken en me opnieuw afgevraagd hoe mensen het in hun misdadige hersenen kunnen krijgen om zoiets te verzinnen en dan uit te voeren.

Hofland heeft als vooraanstaand representant van de Nederlandse ‘politiek-literaire elite’ de moeite genomen om ‘nog eens een paar beelden’ te bekijken; naar moet worden aangenomen om zijn begrip van de geschiedenis te verbreden, maar gezien zijn reactie is hij daar niet in geslaagd. Vooral niet als hij vervolgens schrijft:

Maar de ontwikkeling gaat verder. President Bush en zijn neoconservatieven reageerden volstrekt verkeerd en de ramp van het WTC zette zich op een andere manier voort in Afghanistan en Irak.
Vietnamese slachtoffer van de Amerikaanse inzet van chemische wapens.

De ‘ramp’ voor de Verenigde Staten en het Westen bedoelt Hofland, en daarmee verraadt hij zijn taak als lid van de intellectuele ‘elite.’ De dader wordt door hem afgebeeld als slachtoffer, over de miljoenen slachtoffers van Irak, die hebben moeten vluchten, familie leden hebben verloren, in etnisch gezuiverde gebieden moeten zien te overleven, zwaar gewond zijn geraakt, en nog steeds een burgeroorlog moeten vrezen, spreekt Hofland niet. Drie jaar eerder stelde Hofland in De Groene Amsterdammer vast: het totaal aantal gedode burgers valt niet eens meer te schatten. Met honderdduizend hebben we ongeveer het gemiddelde.’ Maar de Amerikaanse agressieoorlog, volgens de normen van Neurenberg de grootste van alle oorlogsmisdaden omdat alle andere oorlogsmisdaden daaruit voortvloeien, is voor Hofland geen reden geweest zich af te vragen ‘hoe mensen het in hun misdadige hersenen kunnen krijgen om zoiets te verzinnen en dan uit te voeren.’ Geenszins, net als met de genocidale Vietnam oorlog,  hebben we hier slechts te maken met een inschattingsfout, als we afgaan op Hoflands woorden dat President Bush en zijn neoconservatieven volstrekt verkeerd [reageerden].’ Ook al stelde de toenmalige stafchef van de Amerikaanse luchtmacht, Curtis LeMay, dat  in Vietnam ‘There is no such thing as an innocent civilian,’ en ‘We will bomb them back to the Stone Age,’ dan nog zal de mainstream opiniemaker in Nederland deze strategie niet zien als een oorlogsmisdaad, maar als een 'verkeerde' politiek.

Zodra grootschalige terreur wordt uitgeoefend namens de Amerikaanse regering is sprake van een ‘verkeerd’ beleid, omdat het niet het beoogde politieke doel verwezenlijkte en zodoende de ramp van het WTC zich op een andere manier voort[zette] in Afghanistan en Irak.’ Als daarentegen Arabische terroristen op veel kleinere schaal terreur plegen, dan  vraagt Hofland zich, namens zijn ‘politiek-literaire elite’ wel degelijk af ‘hoe mensen het in hun misdadige hersenen kunnen krijgen om zoiets te verzinnen en dan uit te voeren.’ Dit onderscheid tussen de morele verantwoordelijkheid voor 3000 doden in New York en die voor 100.000 doden in Irak illustreert dat voor Hofland, door zijn collega’s uitgeroepen tot grootste journalist van de hele twintigste eeuw, de universele rechten van de mens, niet universeel zijn. De dood van een niet-westerling is het gevolg van een ‘volstrekt verkeerde’ politiek van democratische politici, terwijl de dood van een westerling het resultaat is van terreur van ‘misdadige hersenen.’ Bovendien tonen westerse burgers die tegen nog meer Amerikaanse geweld in het Midden-Oosten zijn, volgens hem een verwerpelijk ‘populistisch alarmisme,’ dat ‘het vredestichtende Westen’ ernstig verlamt. In plaats van zich te keren tegen het Amerikaanse terrorisme dat in Irak volgens hemzelf ‘honderdduizend’ burgerdoden heeft gekost is zijn conclusie van een geheel andere orde, namelijk: ‘Goed beschouwd is de Amerikaanse buitenlandse politiek in deze eeuw van mislukking naar mislukking gestrompeld.’ Daarbij gaat hij voorbij aan de misdadigheid van de illegale inval die gevolgd werd door talloze oorlogsmidaden, van de martelingen in Abu Ghraib tot de inzet van witte fosfor in Fallujah. En dat alles terwijl zelfs Hofland inmiddels kan weten dat

De Iraakse dictator Saddam Hussein in 2003 niet [beschikte] over de massavernietigingswapens die het excuus voor de Amerikaanse inval in zijn land waren. De Amerikaanse politieke top wist dat die wapens een leugen waren, bedoeld om de internationale gemeenschap de inval door de strot te duwen,


Niet de grootschalige schendingen van van het internationaal recht staan bij Hofland centraal, maar het feit dat ‘de Amerikaanse buitenlandse politiek in deze eeuw’ is mislukt. Een zinnig mens zou, gezien de massale terreur, dit feit juist toejuichen, maar dat doet Hofland niet. Voor hem blijft gelden dat ‘Iedere bijtijds ontmaskerde terroristische samenzwering is al een gewonnen veldslag. Doeltreffende spionage is nuttiger dan ooit,’ zolang hij en de zijnen maar niet door de NSA worden afgeluisterd. Hieruit blijkt niet de geest van de ‘elite,’ maar die van de onverschillige kleinburger die de ander belerend toespreekt maar zelf met rust wil worden gelaten. Als Hofland werkelijk tot een intellectuele ‘elite’ zou behoren dan zou hij de democratie, de mensenrechten en het internationaal oorlogsrecht centraal hebben gesteld. Zonder zelf normen en waarden te verdedigen kan hij 'het volk' dan wel 'de vijand' niet betichten van immoraliteit. Maar dat dingt nog steeds niet tot hem door. 

Noblesse oblige, het behoren tot de intellectuele ‘elite’ verplicht die 'elite' om universele beschavingsnormen te verdedigen. ‘All men are created equal,’ schreef Thomas Jefferson in zijn landhuis Monticello, terwijl hij buiten zijn slaven zag werken. En hoewel Geert Mak nu nog steeds Jefferson en Madison als typisch producten van de Verlichting’ ziet, en beweert dat ‘de Verlichting is bedacht in Europa, maar Amerika heeft het uitgevoerd, als real life experiment,’ weet ieder geschoolde burger dat dit soort nonsens alleen nog door een gecorrumpeerde ‘elite’ wordt verspreid, een ‘politiek-literaire elite’ die wel gebruik maakt van de privileges, maar tegelijkertijd haar plichten verzaakt, en op die manier zich even plat en grof gedraagt  als de eerste de beste voetbalhooligan. Het wonderlijke is daarbij dat Hofland, die zoveel waarde zegt te hechten aan burgerlijk fatsoen, zich hier niet verzet tegen de massale Amerikaanse en westerse schendingen van elke denkbare norm en waarde. Hetzelfde gebrek aan beschaving zien we in de wijze waarop de intellectuele ‘elite’ in Nederland over de neoliberale ‘crisis’ bericht en vooral ook wat ze verzwijgt. Tijdens de Global Uprisings-bijeenkomst in Amsterdam in het weekeinde van 16 en 17 november 2013 waren ook Spaanse jongeren aanwezig die me attendeerden op het in Engels vertaalde drukwerk Crisis and revolution in Europe (2013) van een groep Spaanse activisten en onderzoekers, Observatorio Metropolitano, die het huidige probleem van het neoliberale kapitalisme helder uiteenzet, zonder in de Orwelliaanse newspeak van de mainstream media te vervallen. In het voorwoord concluderen ze vanuit eigen ervaring en door studie:

Since the crisis officially began the avalanche of reforms and welfare cuts do not seem to have led to the expected recovery. Quite the contrary, the stubbornness of austerity policies, the privileges of the financial elites and, above all, attacks on the sovereign debt of a growing number of states has  led the European Union into a new recession. The same forces are leading, even more disturbingly, to a political degeneration which threatens the entire European project, the single currency included.

Hier geen propaganda in de trant van ‘Geen Jorwerd zonder Brussel,’ maar een serieuze analyse van de huidige stand van zaken en de gevolgen voor de toekomst:

The future of the continent appears to be at stake. On one hand, the same old logic: policies that benefit a few creditors (the big financial players of the continent) who pursue profits based on cheap credit and financial speculation. These are the same agents who find themselves threatened by a crisis they caused and from which they will only emerge via the imposition of seemingly endless debt bondage on the European populations. On the other hand, we find in the emerging European movement the possibility of reinventing democracy and of halting social and political degeneration by building an alternative project. As we might expect, at the centre of today’s conflict is the very definition of wealth.

On one side, again, a vision of wealth in purely formal terms (money, property or financial instruments) the owners of which can and must trade with security, guaranteeing their right to do whatever they want. On the other side, those of us who, amidst this enormous financial wealth, watch as the fruits of social production are plundered in the form of mortgages, personal loans, attacks on public debt, and the commercialization and privatization of pensions, education, health, etc.


Stel u zelf de vraag wanneer het de laatste keer was dat u het woord kapitalisme in een Nederlandse krant heeft gelezen of op televisie/radio heeft gehoord. Jaren geleden vertelde me een journaliste van Reuters, die op de economische redactie werkte dat het ongebruikelijk was om dat woord in de verslaggeving te gebruiken. Communisme mocht wel. Het is in het milieu van de mainstream opiniemakers een taboe om structureel, dus niet incidenteel, het neoliberale kapitalisme tot op het bot te ontleden en de onrechtvaardigheden te tonen. Vandaar dat de revolutionaire avant garde gebruik maakt van het door Hofland geminachte internet, de nagenoeg enige uitlaatklep om het verzet te organiseren, aangezien Hoflands gecorrumpeerde 'elite' geen dissidenten duldt in haar mainstream kranten. Observatorio Metropolitano:

it is primarily because such a move is ‘forced’ by circumstances, because we know that there is absolutely no space or leverage in our public institutions that might make reform possible. It is even impossible to imagine a reform that might curb financial predation, promote the orderly rationalisation of the distribution of wealth and rebuild credible and legitimate democratic institutions. In other words, a reform that would be necessary even to maintain the social and economic arrangements that make up Europe today and to overcome the current suicidal spirit which has taken hold of the continent’s political class.

In other words, the movement declares itself a ‘democratic revolution’ to the extent that there is no existing democracy to appeal to, and because any democratization can only be exercised outside the system of political parties, representative elections and European institutions. The movement’s first lesson can be discerned in the very nature of its constitution, that is, the rejection of any notion of waiting and hoping with respect to the political and economic elites. What these years should make abundantly clear is that if there has been no ‘solution’ to the crisis, beyond the business-as-usual of capital in money, it is because the political elites are prisoners of the same ideology and of the same interests that led us to the crisis. We are told that we must ‘save the banks over and above the population.’ At the same time we see that the road out of the crisis also passes through the privatization of public services, greater job insecurity, endless unemployment for ‘superfluous’ populations (always the most vulnerable and with least resources) and an impoverishment of the masses not known since the post-war period.

The paradox of this situation is that if we admit that there is no room for ac-countability and trust in the European elites, that they lack autonomy with respect to financial capital, then there is also no place for fear. Indeed, if we admit that the crisis is politically driven, and that its management is concerned only with preserving the privileges of a few, outrage is the only feeling that makes sense and politics, recuperated by everyone, the only effective practice. This is what the European movement seems to have discovered and what this text aims to contribute to.

Deze analyse zult u nooit in Hoflands mainstream kranten lezen, nooit op de Hilversumse  televisie horen en zien. Wie u wel tot vervelens toe krijgt te zien en te horen, is Geert Mak die met zijn pro Europese Unie verhaal komt leuren. Zondag 17 november 2013 voor de zoveelste maal, dit keer bij de NTR om ‘het volk’ te vertellen dat hij ‘ervan overtuigd is dat na de crisis een Europese Renaissance gloort.’


Zolang Nederland geen echte betrokken intellectuele ‘elite’ bezit zullen de Makkianen telkens weer met hun propaganda wegkomen en er flink aan verdienen.



6 opmerkingen:

Anoniem zei

Beste Stan,

Wederom prima stuk. Dank daarvoor. Een punt van kritiek/ vraag:

De context zoals je 'm beschrijft aangaande Pearl Harbor is waarschijnlijk valide maar tegelijkertijd zie ik (in dit stuk) ook geen oorzaak-gevolg ten aanzien van deze aanvaal

stan zei

je hebt gelijk, ik wilde niet te lang uitweiden. kort samengevat ging het in dit geval, zoals altijd, om markten en grondstoffen. japan, dat door de vs in de negentiende eeuw gedwongen werd zijn isolement op te heffen, kwam in grote problemen toen de vs, en het westen in het algemeen, zijn grenzen sloot voor japanse producten en tegelijkertijd de toegang tot vooral olie bemoeilijkte. vandaar dat japan tijdens de tweede wereldoorlog onmiddellijk het olierijke indonesie binnenviel. in feite gebeurt nu hetzelfde. de vs probeert china de toegang tot olie en gasvelden in de zuid-chinese zee te blokkeren. ook daar dreigt in de toekomst een gewapend conflict.

Paul zei

Hoi Stan,

Een heel duidelijke demonstratie van hoe de mainstream media onwelgevallige ideeën marginaliseren is Modern Money Theory (MMT) zoals ontwikkeld vanuit de universiteit van Kansas. Zij analyseren het geldsysteem en maken duidelijk dat het geld uiteindelijk slechts een scoresysteem is. Uiteindelijk gaat om de beschikbaarheid van resources en arbeid om dingen wel of niet te produceren. Geld is slechts een afgeleid iets. De manipulatie van geld zoals de financiële sector nu tot in het extreme doorvoert, is in werkelijkheid een slimme manier om welvaart naar zich toe trekken. Vroeger waren veroveringsoorlogen nodig, nu zuigt de financiële sector de welvaart der naties naar zich toe door financiële manipulatie. Dit zegt econoom/historicus Michael Hudson die nauwe banden heeft met MMT. De schrijvers van het Italiaanse stuk dat jij citeert zijn overduidelijk beinvloed door dit gedachtengoed.

MMT wint langzaam terrein juist via internet terwijl de mainstream hen nadrukkelijk negeert (slechts heel af en toe aandacht maar dan vooral misleidend en denigrerend). De neoliberalen zoals Friedman en Hayek begrepen donders goed dat een monopolie op de economische theorie in de academische wereld en in de media de manier was om de wereld naar hun zin te veranderen. Het geval van hoe MMT (dat overduidelijk een heel goed begrip heeft van wat er nu ons heen gebeurt) moet vechten om aandacht tegen het neoliberalisme (dat in intellectuele zin zo dood is als een theorie maar kan zijn, totaal niet in staat om de economische werkelijkheid te verklaren) maakt nogmaals duidelijk hoe gesloten onze publieke informatiestroom is. Zoals jij terecht telkens opnieuw concludeert is die geslotenheid een directe weerspiegeling van de machtsverdeling in onze maatschappij.

Ik sluit me overigens aan bij de commentator hierboven: jouw stukken over de mainstream media zijn een plezier om te lezen en getuigen van enorme kennis van zaken.

Anoniem zei

Beste Paul,

Wellicht is MMT relevant en ik zal er zelf verder naar kijken. Ik hou het zelf altijd simpel in dit soort van zaken door het volgen van wat Karl Marx al zo'n 150 jaar terug beschreef in Het Kapitaal. Alles komt uiteindelijk tot stand via de arbeid, ook geld. En als je er zo fundamenteel naar kijkt dan zie je onmiddelijk dat geld verdienen met geld praktisch altijd diefstal is: http://www.radiomarx.nl/?p=165. Op basis van deze fundamenten voorspelde Marx dus ook de huidige financiele crisis. Verdere verhandelingen over geld leiden meestal tot verdere mystificatie en daar moeten we juist vanaf.

Groeten, Ben

Paul zei

Hoi Ben,

Ik noemde Michael Hudson. Hij bepreekt Marx regelmatig (zegt zelfs dat hij Marx' Kaptiaal beter kent dan veel Marxisten). Hij zegt dat Marx veel te optimistisch is gebleken over de rol van bankiers (Marx verwachtte dat de financiële sector onbelangrijk zou worden). In Hudsons interviews heeft hij het vaak over Marx als een mijlpaal in de klassieke economie. Die interviews zijn gebundeld in boekvorm ('Finance capitalism and it discontents') maar ook via Hudsons website kun je de meeste terugvinden. Hudson is een unieke geleerde die praktijkervaring op Wall Street combineert met verbluffende historische kennis teruggaand tot de Babyloniërs.

Website: http://michael-hudson.com/

Ron zei

De VS als vredestichtende politieagent van de wereld.

En zo stond er weer een bizarre analyse van Arie Elshout op de voorpagina van de Volkskrant van gisteren. "Obama kan Irak niet blijven negeren" Met zinnen als "Nu riskeert Obama de rol van zijn land te marginaliseren, en getuige de voortgaande escalatie in het midden osten is daar niemand mee gediend" "Een eventuele burgeroorlog komt voor zijn rekening" etc.etc.
Is deze onbenul Arie Elshout vergeten dat juist door de VS bemoeienissen, de VS-inval er in Irak de afgelopen jaren meer dan 1 miljoen bugerslachtoffers zijn gevallen...........
Wat een journalist, wat een krant,wat een wereld......

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...