dinsdag 14 mei 2013

Geert Mak en de Kroning van 2013 (15)



America is today the leader of a world-wide anti-revolutionary movement in the defense of vested interests. She now stands for what Rome stood for. Rome consequently supported the rich against the poor in all foreign communities that fell under her sway; and, since the poor, sofar, have always and everywhere been far more numerous than the rich, Rome’s policy made for inequality, for injustice, and for the least happiness of the greatest number.
Arnold J. Toynbee. America and the World Revolution and Other Lectures. 1962.

Deze beschrijving van een van de grootste historici van de twintigste eeuw, de Britse geleerde Arnold Toynbee, staat lijnrecht tegenover opvattingen van de Nederlandse journalist Geert Mak. Wat drijft Geert Mak om tegen het eind van zijn Reizen zonder John te concluderen dat de VS

decennialang als ordebewaker en politieagent [fungeerde] – om maar te zwijgen van alle hulp die het uitdeelde.

Ik stel de vraag omdat deze conclusie de kern van zijn 576 pagina’s tellende bestseller weerspiegelt. Daarom moet een serieuze lezer Mak’s eindoordeel op zijn waarheidsgehalte toetsen. Vooral ook omdat Mak hieraan toevoegt:

En nog steeds zijn de Verenigde Staten het anker van het hele Atlantische deel van de wereld in de ruimste zin van het woord.

Het woord anker is hierbij tekenend aangezien het anker het christelijke symbool is van ‘hoop en standvastigheid.’ Het anker voorkomt dat het schip op de rotsen kapotslaat. Washington is ons anker. Dus ‘ordebewaker, politieagent, anker,’ en dit ‘decennialang’ na de Tweede Wereldoorlog, want voorheen was de VS nog geen wereldmacht die een ‘anker’ voor een groot deel van de wereld was. Omdat Mak vandaag de dag wordt gepresenteerd als ‘Amerikadeskundige’ moeten zijn kwalificaties  worden geanalyseerd. 

Was de VS na 1945 ‘zeker in Europa,’ zoals Mak met stelligheid beweert, een ‘ordewaker en politieagent’? In elk geval wel voor het christen-democratische milieu waarin Mak als kind leerde dat de ‘nieuwe fabriekjes’ langs de Marshallweg in de provinciestad waar ik opgroei’ gefinancierd werden door ‘Amerika!’ Maar omdat  de wereld groter is dan de polder had Mak ook op zijn minst Europa erbij moeten betrekken, het werelddeel waarover hij notabene een 1223 pagina’s tellend boek heeft geschreven. Had Mak zich in dit onderwerp verdiept dan zou hij hebben geweten dat de in 1947 opgerichte CIA vanaf het allereerste begin een ‘Legacy of Ashes’ achterliet oftewel ‘Een Spoor van Vernieling,’ zoals de Nederlandse titel luidt van het 720 pagina’s tellende boek over ‘De Geschiedenis van de CIA,’ geschreven door de New York Times-correspondent Tim Weiner, in 1988 winnaar van de Pulitzer Prize. Het gedocumenteerde onderzoek van Weiner toont een modern imperium dat sprekend lijkt op het Romeinse Rijk, zoals dat werd beschreven door Joseph Schumpeter, een van de meest invloedrijke economen van de twintigste eeuw. In zijn uit 1919 daterende studie The Sociology of Imperialisms stelde deze geleerde vast dat

There was no corner of the known world where  some interest was not alleged to be in danger or under actual attack. If the interests were not Roman, they were those of Rome’s allies; and if Rome had no allies, the allies would be invented. When it was utterly impossible to contrive such an interest – why, then it was the national honor that had been insulted. The fight was always invested with an aura of legality. Rome was always being attacked by evil-minded neighbors… The whole world was pervaded by a host of enemies, it was manifestly Rome’s duty to guard against their indubitably agressive designs… Even less than in the cases that have already been discussed, can an attempt be made here to comprehend these wars of conquest from the the point of view of concrete objectives. Here there was neither a warrior nation in our sense, nor, in the beginning, a military despotism or an aristocracy of specifically military orientation. Thus there is but one way to an understanding: scrutiny of domestic class interests, the question of who stood to gain.



In het geval van de Verenigde Staten is dat het militair industrieel complex, waarvan de macht door niemand meer wordt gecontroleerd. In zijn Nawoord schreef Tim Weiner in 2008 dat

In 2005 en 2006 het 109e Congres er niet in [slaagde] om een wet aan te nemen aangaande de machtiging van inlichtingendiensten, een basiswet waarin de manier geregeld wordt waarop de CIA en de andere zestien inlichtingendiensten van het land hun geld besteden en hun zaken aanpakken. Het was een ware ramp: in de dertig jaar sinds de inlichtingencommissies van het Congres werden ingesteld waren ze nooit zo in gebreke gebleven. De commissies moeten hun werk doen: ze moeten indringende vragen stellen, antwoorden eisen en vervolgens verslag uitbrengen aan de burgerij. Tijdens een groot deel van de afgelopen dertig jaar hebben ze deze plicht al behoorlijk verzaakt, maar sinds 11 september (2001, svh) grenst hun gedrag aan misdadige nalatigheid.

En toch beweert Geert Mak op pagina 463 van zijn Reizen zonder John dat niet alleen ‘de Amerikaanse diplomaten tot de beste ter wereld horen’ en ‘de Verenigde Staten de hand [hebben gehad] in talloze vredesonderhandelingen,’ maar dat het imperium tevens ‘beschikt over voortreffelijke informatiesystemen,’ zonder ook maar één woord gelezen te hebben van Weiner’s in het Nederlands vertaalde studie of andere kritische werken, zoals die van de Amerikaanse historicus William Blum. Mak’s stelligheid is verwerpelijk, vooral als we weten hoe duidelijk de Amerikaanse beleidsbepalers zelf de economische en geopolitieke belangen hebben verwoord. Zo schreef al in 1948 de gezaghebbende George Kennan, directeur van de Policy Planning Staff van het ministerie van Buitenlandse Zaken en de man die formulated the policy of "containment," the basic United States strategy for fighting the cold war (1947-1989) with the Soviet Union’:

Wij hebben ongeveer 50 procent van de rijkdommen in de wereld, maar slechts 6,3 procent van haar bevolking… In deze omstandigheden zullen we niet in staat zijn te voorkomen dat wij het voorwerp worden van jaloezie en haat. Onze werkelijke taak in het komende tijdperk is om een netwerk van betrekkingen op te bouwen die ons in staat stelt deze positie van ongelijkheid te handhaven… Daartoe zullen we alle sentimentaliteit en dagdromen opzij moeten zetten en dient onze aandacht overal geconcentreerd te zijn op onze directe nationale doelstellingen… We moeten ophouden te spreken over vage en… imaginaire doelstellingen als mensenrechten, het verhogen van de levensstandaard, en democratisering. De dag is niet veraf dat we in pure machtsconcepten moeten handelen. Hoe minder we daarbij gehinderd worden door idealistische slogans, des te beter het is.

Deze uitgangspunten zijn natuurlijk niet te rijmen met Mak’s kwalificaties van de VS als ‘ordebewaker, politieagent, anker.’ De werkelijke belangen van de VS verzwijgt hij in zijn ‘Amerika’ reisboek dat acht maanden geleden verscheen, om vol bewondering te spreken van 'de legendarische' George Kennan die de bittere Europese realiteit onder ogen' zag. En wat betreft Kennan's woorden dat

onze werkelijke taak in het komende tijdperk is om een netwerk van betrekkingen op te bouwen die ons in staat stelt deze positie van ongelijkheid te handhaven,

daarover beweert Mak, zonder enig bewijs aan te voeren, dat 'Kennan zelf daarbij vooral aan diplomatieke middelen,' dacht, alsof de Amerikaanse militaire bases alleen voor de show overal ter wereld gevestigd zijn. Maar in tegenstelling tot Mak was Kennan een realist, getuige zijn woorden dat 'imaginaire doelstellingen als mensenrechten, het verhogen van de levensstandaard, en democratisering' moesten worden genegeerd, wilde de Amerikaanse gevestigde orde ongeveer 50 procent van de rijkdommen in de wereld’ in handen houden. Telkens weer zet Mak zijn publiek op het verkeerde been, om ervoor te waken dat hijzelf zijn hoopvolle boodschap torpedeert. Bovendien weet hij dat zijn lezerspubliek net als hij zelf een afschuw hebben van ‘doemdenkers’ zoals hij kritische Amerikanen noemt. De mainstream die voor grote boekoplages zorgt moet niet voor het hoofd gestoten worden, maar juist worden behaagd, ook al moet Mak daarvoor de werkelijkheid verzwijgen dan wel verdraaien. En dus vertelt hij het grote publiek niet dat in 1947 de VS ‘supplied arms and money to Corsican gangs to break up Communist strikes and murder party members and strikers’ in Frankrijk ‘and used the threat of a cutoff of food aid and other aid,’ zoals William Blum schreef in zijn boek Rogue State. De Amerikaanse politiek was erop gericht ‘to undermine Communist Party support and prestige. It worked.

A portion of the financing for these covert operation came from the funds of the Marshall Plan, which also helped finance the corruption of the Italian elections of 1948, and set up a special covert operations agency which later melted into the CIA. These are a few of the hidden sides of the Marshall Plan, which has long been held up to the world as a shining example of America’s unselfish benevolence,’                                                                                                              

zoals we ook weer bij Mak aantreffen wanneer hij op pagina 532 van zijn ‘Amerika’ boek bewonderend schrijft: ‘om maar te zwijgen van alle hulp die het uitdeelde,’ waarbij hij suggereert dat dit allemaal geheel belangeloos ging. Dat de VS dit absoluut niet belangeloos deed was voor zowel de Britse als de Franse politici overduidelijk. Zo verklaarde de Franse sociaal-democratische premier Paul Ramadier:

A little of our independence is departing from us with each loan we obtain.

aldus deze voormalige verzetsman die zich vanwege zijn inzet voor de vervolgde joodse burgers door Israel werd geeerd. Maar geen woord over dit economisch en geopolitieke belang van Washington  in Reizen zonder John, en opmerkelijk genoeg, ook niet in zijn dubbeldikke In Europa. Mak verzwijgt tevens het feit dat ‘in 1947, the US forced the Italian government to dismiss its communist and socialist cabinet members in order to receive American economic aid.’ Afgezien van wat hij ‘soft power’ zal noemen, de volgens hem kracht om het debat naar zich toe te trekken,’ is bekend dat

the CIA used every (dirty) trick in the book and trained its big economic, political and psychological-warfare guns on the Italian people, while covertly funding the Christen Democrat candidates. And it worked. Again and again. This perversion of democracy was done in the name of ‘saving democracy’ in Italy. American corporations also contributed many millions of dollars to help keep the left from a share of power,

aldus Blum, die over Griekenland in de jaren 1947-1949 schreef:

The United States intervened in a civil war, taking the side of the neo-fascists against the Greek left, who had fought the Nazis courageously. The neo-fascists won and instituted a highly brutal regime, for which the CIA created a suitably repressive internal security agency. For the next 15 years, Greece was looked upon much as a piece of real estate to be developed according to Washington’s needs.

Albanie was weer een ander voorbeeld van Amerikaanse interventies in binnenlandse aangelegenheden van soevereine Europese staten. Blum schreef over de periode ’49-’53:

By infiltrating émigré guerillas into the country, the US and Britain tried to overthrow the communist government and install a new one that would have been pro-Western, albeit composed largely of monarchists and collaborators with Italian fascists and Nazis. Hundreds of the émigrés lost their lives or were imprisoned.

Interessant in dit verband is te lezen hoe Geert Mak in zijn boek In Europa schreef over de Amerikaanse interventie in Griekenland:

In Griekenland was het communistische verzet van de EAM/ELAS minstens zo populair. Het had een gematigd socialistisch programma, het was lokaal-patriottisch, en aan het eind van de oorlog waren er zeker een half miljoen partizanen bij aangesloten, ook veel niet-communisten. Winston Churchill had echter in 1944 met Stalin duidelijke afspraken gemaakt: hun ‘naughty document’ bepaalde dat Griekenland voor 90 procent westerse zou blijven. In oktober 1944 landde er een omvangrijke Britse troepenmacht om het verzet – later consequent aangeduid als ‘bandietenbendes’ – te ontwapenen en een rechtse coaltitie regering overeind te houden. Er volgde een wrede burgeroorlog waaraan pas een eind kwam toen de Verenigde Staten de strijd van de Britten overnamen en Tito zijn grenzen sloot voor de Moskou-gezinde guerilla’s. In November 1949 besloot het Centraal Comité van de Griekse communistische partij, ‘na analyse van de toestand,’ om de strijd te staken.

Dit is geschiedenis op zijn Maks. Tijdens een onderonsje sleutelde de ongecontroleerde macht een herenakkoord in elkaar waar alle volkeren zich aan moesten houden, anders volgde er bloedbaden, waarbij in het geval van Griekenland naar schatting 160.000 burgers omkwamen. Er bestond immers, zoals Mak als rechtvaardiging aanvoert, een ‘naughty document’ met ‘duidelijke afspraken,’ en de bevolking had maar te gehoorzamen en mocht het ‘gematigd socialistische programma’ niet verwezenlijken, nadat de ‘de VS de strijd… overnamen,’ om, volgens Mak, als ‘ordebewaker’ de rauwe kapitalistische orde te herstellen, die Griekenland in 2011 failliet achterliet. De orde dus van dezelfde machten die Mak op 29 april van dit jaar ‘het grootkapitaal’ heeft genoemd en waarin, ik citeer opnieuw, ‘ik nooit zo [heb] geloofd, maar nu wel, die ons totaal ontglipt en waar je niks tegen kunt doen! En dat vind ik buitengewoon beklemmend.’ En wel omdat hij pas nu doorheeft dat de ‘democratie’ is uitgehold door machten ‘die ons het burgerschap steeds meer ontnemen.’

Geert Mak heeft het hier dus over ‘het grootkapitaal,’ dat nog in zijn laatst verschenen boek, Reizen zonder John, geprezen werd omdat het decennialang als ordebewaker en politieagent [fungeerde].Kort samengevat kunnen we in elk geval constateren dat de VS tussen ‘45 en ’50 geen 'ordebewaker' was, maar een ordeverstoorder die de pogingen van Europese landen om een eigen vorm van democratie op te bouwen saboteerde. Volgende keer behandel ik de decennia na 1950 tot nu toe om te zien welke orde de ‘ordewaker’ accepteerde en welke niet, en hoeveel mensenlevens dit in de Derde Wereld heeft gekost. En aan de hand van Toynbee’s constatering dat 'America is today the leader of a world-wide anti-revolutionary movement in the defense of vested interests,’ zal ik proberen te bepalen hoever Mak is afgedreven van de werkelijkheid.




Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...