woensdag 20 maart 2013

Irak 412


Irak, 10 jaar op de vlucht

Eén van de gevolgen van de Amerikaanse interventie in Irak in 2003 is een enorme vluchtelingencrisis. Naar schatting 4 miljoen Irakezen moesten op de vlucht voor geweld, vervolging en doodsbedreigingen. De UNHCR stelt dat dit vandaag de grootste vluchtelingencrisis is ter wereld, na Afghanistan. Toeval of niet dat deze twee landen een militaire interventie onder leiding van de VS te verduren kregen?
DeWereldMorgen.be -
Amerikaanse troepen in Irak

Een bewogen geschiedenis

Iraakse emigratie is geen nieuw fenomeen. Het land kende sinds de oprichting van het moderne Irak in 1920 verscheidene staatsgrepen, revoluties en interne conflicten. De periode tussen 1991 en 2003 werd gekenmerkt door een bar economisch embargo, opgelegd door de VN onder invloed van de VS en Israël. De Iraakse vluchelingenstroom sinds 2003 is echter ongekend. Nog nooit was haar omvang zo groot.
Net als over Syrië en Mali vandaag, hoorden we in 2003 hoe Westerse politieke leiders hun oorlog in Irak rechtvaardigden in naam van de democratie. Ze zwegen over de ontwortelende effecten die deze gemediatiseerde “humanitaire interventies” hebben op het dagelijkse leven van de bevolking.
Als je de Iraakse exodus in het Midden-Oosten optelt bij de vier miljoen Palestijnse vluchtelingen en het groeiend aantal Syrische vluchtelingen, maakt dit van deze regio de plaats met het hoogste percentage vluchtelingen en migranten wereldwijd. Zo wordt geschat dat 50 à 70% van de Jordaanse bevolking van vreemde origine is (1) (2).
In dit artikel gaan we op zoek naar de oorzaken van de Iraakse vluchtelingencrisis en plaatsen we deze binnen de actuele context van de regio.

Het sektarisme aanwakkeren

Op initiatief van de VS, onder Paul Bremer (hoofd van de Coalition Provisional Authority), werd in 2003 het sektarisch conflict aangewakkerd in Irak. Religieuze leiders hadden reeds in de jaren ‘80 en vooral tijdens de embargoperiode in de jaren ‘90 aan invloed gewonnen, maar pas in 2003 traden religie en etniciteit expliciet het politieke, economische en sociale leven van de Irakezen binnen.
Het plan was om het land in drie stukken te verdelen : een Koerdisch Noorden, een Soennitisch centraal deel en een Sjietisch Zuiden. Sektarisme werd via lokale politieke controle economisch rendabel gemaakt. Deze politiek, in combinatie met de gemengde religieuze en etnische achtergrond van een groot deel van de bevolking alsook het bestaan van gemengde Iraakse regio’s (bvb. Bagdad, Kirkuk,...), had een etnisch en religieus “zuiveren” van stadsbuurten en regio’s tot gevolg. Dit zorgde voor grote vluchtelingenstromen binnen Irak. Velen vluchtten naar de “eigen regio” of naar het veiliger Koerdische Noorden.
De sektarisch gemengde gezinnen voelden zich echter nergens veilig binnen Irak. Ook de minderheidsgroepen werden gedwongen om naar het buitenland te vluchten. Ze konden immers moeilijk bescherming vinden binnen hun religieuze of etnische gemeenschap, die te klein is. We denken hierbij voornamelijk aan Christenen, Palestijnen, Mandaeën, Yazidis... De religieuze en etnische diversiteit die Irak cultureel en historisch zo rijk maakte, zorgde plots voor massale migratiestromen, vooral vanaf 2006, de periode waarin het sektarisch geweld zijn hoogtepunt bereikte.

De intellectuelen uitschakelen

Anderzijds werden ook bepaalde sociale en/of professionele groepen specifiek en systematisch geviseerd en met de dood bedreigd: artsen, academici, journalisten, politieke activisten, intellectuelen, artiesten en mensen die werken voor de bezetter. De VN schat dat 40% van de Iraakse middenklasse het land ontvluchtte.
Deze uitstroom aan hooggeschoolde en gekwalificeerde personen plaatst een rem op de wederopbouw van het land. Het is een uitstroom van kennis en vaardigheden, die vandaag reeds zijn gevolgen toont. Zo steeg het analfabetisme het afgelopen decennium van quasi 0 naar 23%.
Velen zijn er van overtuigd dat de “intellectuele” klasse bewust werd geviseerd, bedreigd, ontvoerd, vermoord en weggejaagd (3): “the killing of Iraq’s brains” of de “educide” van de Iraakse bevolking, om het politiek en economisch beter te kunnen controleren. Deze klasse is bovendien minder vatbaar voor sektarische ideologieën en vertegenwoordigde daardoor een potentiële seculiere tegenbeweging voor religieuze groepen en sektarische partijen.

Waar zijn ze?

De meeste Iraakse vluchtelingen bevinden zich vandaag in de buurlanden : Syrië en Jordanie. In beide landen worden ze gezien als "tijdelijke gasten” en niet als “vluchtelingen”. Ze worden dus wel getolereerd, maar hebben uiterst moeilijk toegang tot de arbeidsmarkt, waardoor velen van hun spaarcenten moeten leven en door de jaren heen verarmen. Degelijke gezondheidszorg en onderwijs worden daardoor steeds minder toegankelijk. De meesten wachten op een verbeterde situatie in Irak om terug te kunnen keren. Sommigen hebben echter niet de keuze om nog langer te wachten en worden uit financiële noodzaak gedwongen terug te keren.
Ook de Syrische “lente”, die startte in 2011, en de gewelddadige burgeroorlog die daarop volgde, zorgden ervoor dat vele Irakezen in Syrië gedwongen werden terug te keren naar Irak. Zij zijn dus opnieuw op de vlucht voor geweld. Vele Irakezen hadden zich gevestigd in en rond Damascus en Aleppo, twee plaatsen waar het geweld sinds vorig jaar hoog oplaait (4).
Vandaag is het uiterst gevaarlijk voor de Iraakse vluchtelingen in Syrië. De UNHCR stelt dat Sjiitische Irakezen geviseerd worden door gewapende rebellengroepen. Vermoedelijk worden ze geassocieerd met het Syrische regime omwille van hun religieuze achtergrond (Alawi-Sjiiet).
Vaak moeten deze mensen terugkeren naar Irak met lege handen en zijn ze gedwongen te rekenen op de steun van familie en vrienden. Vele Iraakse vluchtelingen verloren immers hun huis in Irak omdat het bezet wordt door leden van een andere religieuze of etnische groep (cfr. de gemengde buurten). Het aantal Iraakse vluchtelingen in Syrië dat terugkeerde naar Irak is -bij mijn weten- onbekend. UNHCR schat dat tijdens de zomer van 2012 alleen al meer dan 30.000 Irakezen uit de regio van Damascus terugkeerden naar Irak.
Jordanië draagt alweer de last. Na de Palestijnse en de Iraakse exodus stromen de Syrische vluchtelingen het land binnen. Deze keer worden ze aan de grens gehouden in vluchtelingenkampen, uit angst dat ook deze “tijdelijke gasten” zich op lange termijn in het land zouden installeren.
De instroom aan migranten en vluchtelingen in Jordanië zet een grote druk op natuurlijke hulpbronnen en de infrastructuur, zoals de waterbevoorrading. Bovendien bezit Jordanië geen grondstoffen zoals olie of gas. De grootte van de Iraakse vluchtelingencrisis in Jordanië werd ook wel politiek gebruikt om meer internationale ontwikkelingshulp binnen te rijven. Cijfers tot één miljoen Iraakse vluchtelingen circuleerden de afgelopen jaren. Onderzoekers nuanceren dit danig, met een minimum aantal van 70.000 Iraakse vluchtelingen aanwezig in Jordanië.
Een groot deel van de Iraakse vluchtelingen zijn Iraakse gezinnen uit de midden- en hoge klassen die argwanig staan t.o.v. de UNHCR en NGO’s. Vandaag zijn er nog maar 32.000 Iraakse vluchtelingen geregistreerd bij het Jordaanse agentschap van de UNHCR. De meesten hopen hiermee “hervestigd” te worden in een Westers land en zodoende een stabiele verblijfsvergunning te krijgen, maar dit kanaal wordt door steeds meer Westerse landen afgesloten.
Een kleiner deel van de Iraakse vluchtelingen bevindt zich in andere landen in de regio zoals Libanon, de Golflanden en Egypte. Een ander deel bevindt zich in een Westers land zoals de VS en Canada. In Europa is Zweden sinds de jaren ‘90 het meest gastvrije land voor de Iraakse vluchtelingen. De Iraakse diaspora heeft een voorkeur om te migreren naar het VK, waarmee het land historische (lees koloniale) banden heeft, maar daar is het moeilijk om beroep te doen op het vluchtelingenstatuut. Zweden ontvangt meer dan de helft van de Europese Iraakse vluchtelingen.

Terugkeer?

In 2012 schatte de UNHCR dat slechts 67.000 Irakezen terugkeerden naar Irak, de Iraakse terugkeermigranten uit Syrië in 2012 en 2013 niet meegerekend. Toch stelt de Iraakse eerste minister Al Maliki reeds sinds 2008 dat iedereen welkom is om terug te keren. Maar de realiteit spreekt dit tegen.
Een groot probleem is o.a. dat Iraakse terugkeermigranten hun huis bewoond door anderen terugvinden en nergens terecht kunnen. Een aantal van de Irakezen die ik interviewde in Amman, ondernamen pogingen om terug te keren (diegenen die niet persoonlijk geviseerd werden en geen openlijke kritiek uiten op de huidige regering). Maar de deuren bleven voor hen gesloten, voornamelijk omwille van de wijdverspreide corruptie binnen de publieke instellingen. Hooggeschoolde Irakezen uit de diaspora worden gezien als een bedreiging, aangezien velen in het post-2003 Irak postjes kregen op basis van hun affiliaties/sektarische banden en niet op basis van hun competenties.
Reden om niet terug te keren is ook het wijdverspreide geweld – met de Koerdische regio als uitzondering. Geweld dat, in tegenstelling tot wat de grote media ons sinds 2009 zeggen, helemaal niet voorbij is. Iedere dag zijn er nog bomaanslagen die burgerslachtoffers maken.
En 10 jaar na de vernietiging van de scholen, ziekenhuizen, energie-infrastructuren en wegen tijdens de omverwerping van het Ba’th-regime, zijn de basisvoorzieningen nauwelijks heropgebouwd. Een groot deel van de bevolking leeft in armoede en er bestaan weinig tot geen sociale voorzieningen. Niet voor niets werd Bagdad als meest onleefbare stad ter wereld aangeduid. Om deze reden zijn velen gedwongen om terug te vallen op hun religieuze of etnische gemeenschap voor hun overleving, waardoor de sektarische groepen veel macht in handen krijgen. Ook dit is een reden voor vele Irakezen die in het buitenland verblijven om nog niet terug te keren.
Diegenen die toch terugkeren, doen dit vaak omdat ze hiertoe gedwongen zijn. Steeds meer worden Irakezen die een negatief antwoord krijgen op hun asielaanvraag in Europa gedwongen teruggestuurd naar hun land. Zo wordt Bagdad door de meeste Europese asielinstanties nu als “veilig” beschouwd, dit terwijl er nog dagelijks geweld is op de burgerbevolking, niet alleen door gewapende niet-gouvernementele groepen maar ook door de politie en legereenheden van de Iraakse regering zelf.

Beterschap?

Als gevolg van dit alles leven miljoenen mensen in een onzekere en uiterst precaire situatie, zowel binnen als buiten Irak. Vele Iraakse vluchtelingen in Amman, in Jordanië, stellen niet te weten waar ze naar toe zouden moeten indien ze hun gastland zouden moeten verlaten. Ze hopen dat de situatie in Irak zal verbeteren, maar dit duurt nu al 10 jaar.
En dan, in februari 2011, zien we in het hele land massale, vredevolle betogingen. Het gros van de Iraakse vluchtelingen vestigen dan ook al hun hoop op het welslagen van een Iraakse revolutie en volgen deze op de voet op. Vele politieke en artistieke Iraakse activisten in Amman pogen de Iraakse protestbeweging zoveel mogelijk te steunen door hun stem naar buiten te brengen, via de media, kunst en literatuur, internationale conferenties,...

Sarah Melsens schrijft een thesis over Iraakse vluchtelingen in Jordanië, met een focus op toekomstperspectieven. Ze is actief bij intal GMO. De intal-groep organiseert op 23 maart in Brussel een Iraakse avond met o.a. Dirk Adriaensens over de gevolgen van de oorlog tegen Irak, 10 jaar later, zie: http://www.intal.be/nl/iraakse-avond-van-intal-gmo
 
Voetnoten
(1) Er bestaan tot vandaag geen betrouwbare data van het aantal Irakezen die het land hebben moeten ontvluchtten. De UNHCR schat het aantal vandaag op 1.5 miljoen. Sommige cijfers liggen zelfs nog hoger, waarbij Syrië 1.5 miljoen Iraakse vluchtelingen zou herbergen en Jordanië meer dan 500.000. Vele Iraakse families, meer dan twee miljoen personen, zijn tot vandaag “intern ontheemd”, d.w.z. vluchteling in eigen land. Dat betekent dat in totaal 1 op 7 Irakezen gedwongen werd te vluchten binnen en buiten Irak voor geweld en vervolging.
(2) Ter vergelijking, in België vertegenwoordigt de totale populatie met niet-Belgische afkomst nog geen 25% van de totale bevolking, waarbij tot drie generaties terug wordt gerekend. Bijna 2/3de van deze buitenlanders in België komt uit de Europese Unie (uithttp://www.npdata.be en http://statbel.fgov.be). Dat België overspoeld zou worden door migranten, zoals onze media en politiek graag stellen, dient dan ook danig genuanceerd te worden.
(3) Zo bvb. Nir Rosen, een journalist, schrijver en academicus, het BRussels Tribunal, een activistische think tank en vredesorganisatie, Hans von Sponeck, voormalig VN humanitaire coördinator voor Irak,…
(4) De Iraakse vluchtelingen in Syrië behoren bovendien voor een groot deel tot de armste lagen van de bevolking. Door een gebrek aan arbeidskansen belandden vele vrouwen en jonge meisjes in de prostitutie.

Geen opmerkingen: