zondag 20 februari 2011

Hajo Meyer in de VS 2

In mijn boek De oneindige oorlog staat dit interview met Hajo Meyer:

Hajo Meyer: ‘Alleen de teloorgang van de eigen ethiek zal het jodendom vernietigen.’


Hajo G. Meyer, 83 jaar, fysicus, overleefde Auschwitz en is bestuurslid van Een Ander Joods Geluid.


Hajo Meyer: ‘Ik ben opgegroeid in de traditie van het joods humanisme en heb pas op latere leeftijd geleerd dat er twee totaal verschillende soorten jodendom zijn. Allereerst is er het universele humanitaire jodendom van Leviticus 19 vers 33: ‘‘Wanneer er vreemdelingen in uw land wonen, mag u die niet slecht behandelen’’ en vers 34: “Vreemdelingen die bij u wonen hebben dezelfde rechten als een geboren Israëliet.” Het staat er expliciet. Heb dus uw naaste lief, hij is net als u, want ook u was eens een vreemdeling en wel in Egypte. Met andere woorden: het lijden dat u heeft ondergaan moet als les dienen om anderen juist bewust geen leed te berokkenen. Dat is het fundament van dit jodendom, dat al in de 1e  eeuw voor Christus zo mooi is verwoord door rabbi Hillel met de woorden: “Wat jij niet wilt dat jou wordt aangedaan, doe dat ook niet een ander aan – daar komt de hele Thora op neer.” Die wijsheid is universeel, vier eeuwen eerder al had Confucius in China hetzelfde gezegd. Tijdens mijn jeugd in Duitsland werd ons geseculariseerde joden geleerd dat dit de essentie was van het jodendom. En dat heeft een onuitwisbare indruk op me gemaakt. Het is nog steeds een leidraad in mijn leven, zelfs mijn kamptijd heeft dit niet veranderd. Ik heb net een tweede boek geschreven, dat in Duitsland wordt uitgegeven en waarin ik probeer aan te tonen dat de nazi-holocaust een samenloop was van toevallig aanwezige historische krachten en dat we hier dus niet te maken hebben met een absoluut onvermijdelijke gebeurtenis die in de sterren geschreven stond. Daarmee wil ik benadrukken dat de Duitse joden met hun humanistische traditie en hun verlangen te integreren op de goede weg waren. Maar door de gevolgen van de Eerste Wereldoorlog, wat ook al geen onvermijdelijkheid was, is die natuurlijke ontwikkeling gedwarsboomd. Het antwoord op de Holocaust is natuurlijk niet de benepen, slachtofferistische, ultranationalistische, gewelddadige, provinciale politiek van de staat Israël. Het zionisme gaat van een deterministisch wereldbeeld uit, deze ideologie stelt dat het antisemitisme nooit zal verdwijnen, dat het eigen is aan de mensheid, en dat dus alle joden naar Israël moeten emigreren om zich daar in de eigen groep op te sluiten. Het zionisme kijkt op de joden in de diaspora neer, beschouwt ons als vreemdelingen in ons eigen land, of dat nu Nederland is, of de Verenigde Staten, of welk land dan ook. Ondertussen steelt het het grondgebied van de Palestijnen uit naam van alle joden op aarde, ook van degenen die er niet aan denken om naar Israël te emigreren. De zionisten claimen namens ons te spreken, namens ‘het Joodse volk’, maar er bestaat geen Joods volk, dat is een grote mythe, want voor een volk heeft men één land nodig, één taal, één geschiedenis. Al meer dan tweeduizend jaar wonen wij overal in de wereld, spreken alle talen, en het enige wat we tot op zekere hoogte gemeenschappelijk hebben is een socioculturele erfenis. Het zionisme zit met zijn permanent geweld en zijn verdeling van de wereld in joden en niet-joden op een volkomen fout spoor, waaraan het kosmopolitische wereldjodendom vandaag de dag dreigt kapot te gaan. En dat terwijl de joden toch ook het zout der aarde zijn, want wij hebben door onze traditionele leergierigheid en ons universalisme een onevenredig groot aandeel gehad in het gedachtegoed van de mensheid en zeker in dat van het Westen. En dit is meteen ook mijn antwoord op dwazen als Leon de Winter die met het verwijt komen dat mensen zoals ik zich wel bezighouden met Palestina, maar niet met Dafur. Ze gaan voorbij aan het feit dat we niet weten wat voor cultuur er in Dafur precies bestaat, en in Israël wel. De zionisten in Israël zouden het joods humanisme moeten respecteren. Ik word niet goed als ik zelfs erudiete Israëlische hoogleraren met minachting hoor praten over de Palestijnen, die ze Arabieren noemen omdat ze weigeren te erkennen dat deze mensen in Palestina leefden of nog leven. Het is eigenlijk alleen maar vergelijkbaar met het primitieve antisemitisme van iemand als professor dr. Treitschke uit Berlijn, de grote Duitse historicus uit de tweede helft van de 19e  eeuw. Een buitengewoon erudiet man met een enorm charisma, maar behept met een superchauvinisme, hij was een heerschap dat niets van het liberalisme moest weten. Voor hem gold alleen Deutschland, Deutschland über alles. Deze ultranationalist heeft een hele generatie Duitse intellectuelen gevormd die later de kant van de nazi’s koos, en hij is als zodanig de geestelijke wegbereider geweest voor veel academisch gevormde aanhangers van het nationaal-socialisme. Met dezelfde haat, minachting en hetzelfde chauvinisme hoor ik nu ontwikkelde joden praten over de Palestijnse bevolking. En dat kan niet, dat mag niet, dat is verwerpelijk, dat is misdadig.


Ondanks Auschwitz heb ik mijn ethiek weten te behouden en dat komt, denk ik, omdat ik uit een bijzonder goed ouderlijk huis kom, en een stevig Über-ich had. Toen ik het kamp inging, wist ik dat ik mezelf niet meer in de ogen kon kijken als ik misdaden zou plegen door bijvoorbeeld kapo te worden. Als ik mijn kameraden zou hebben mishandeld, had ik mijn zelfrespect verloren en juist daaraan gaan de joden in Israël vandaag de dag kapot. Laten we één zeer belangrijk ding niet vergeten: wie een ander vernedert, moet eerst zichzelf ontmenselijken. Je kunt andere mensen niet ontmenselijken als jezelf niet ontmenselijkt bent. In het kamp heb ik me vanaf het begin gerealiseerd dat ik nooit zo wilde worden als mijn onderdrukkers. Maar nu de vraag waarom zoveel joodse mensen dit niet beseffen? Dat komt, denk ik, omdat ze een bepaalde ervaring missen. Als je Auschwitz overleeft, dan weet je dat het overwinbaar is en dat neemt een stuk van de verschrikking weg. Ik heb het gezien, ik kon eruit wegkomen, terwijl de tweede generatie het niet heeft gezien, het behoort niet tot hun belevingswereld. Hun positie is veel complexer. Daar komt nog iets bij: mijn ouders dienden in de Eerste Wereldoorlog beiden aan het Oostfront, mijn moeder als verpleegster in een ziekenhuis voor besmettelijke ziekten, mijn vader in de loopgraven en later als militair commandant van hetzelfde ziekenhuis. Zij kwamen eigenlijk onbeschadigd uit die oorlog. En ik ben dus in alle harmonie opgegroeid. Maar de huidige tweede generatie oorlogsslachtoffers, de kinderen van de overlevenden van de vernietigingskampen, is opgevoed door angstige, zwaar getraumatiseerde ouders. Hun schrikbeelden en panische angsten hebben ze overgedragen op hun kinderen. Die kennen de gruwelijkheden slechts uit de tweede hand en werden erdoor overmand. Ze zijn weerloos tegen de verschrikkingen die hun ouders psychisch en/of lichamelijk hebben beschadigd, ze worden erdoor verpletterd. Door mijn opvoeding heb ik die verschrikkingen gelukkig kunnen verwerken, ik heb er iets mee kunnen doen. Maar wat moeten de nakomelingen van slachtoffers die het níét hebben kunnen verwerken met al die beelden? Een kind wil bescherming van zijn ouders tegen de grote, soms bedreigende buitenwereld, maar hoe konden de overlevenden hun kroost bescherming bieden nadat ze zelf net jarenlang volledig onbeschermd waren geweest tegen dezelfde wereld die hen wilde vernietigen of op zijn minst in de steek had gelaten. De geërfde angsten konden zo abnormaal groot worden omdat ze door deze kinderen niet zelf doorleefd zijn. Bovendien is er de sterke joodse traditie om al het joodse lijden telkens weer in herinnering te brengen. Joden hebben altijd gezwolgen in hun lijden, nog steeds herdenken de rechtzinnigen dat in 1648 onder aanvoering van de kozakkenleider Chmielnicki tussen de 40.000 en 100.000 joden in Oost-Europa waren vermoord, de schattingen lopen uiteen. Dat almaar in herinnering brengen van de doorstane verschrikkingen heeft natuurlijk ingrijpende psychische gevolgen. Wanneer je eerst de verschrikkingen van Chmielnicki hebt herdacht en je hebt meegeleden met al die doodsbange mensen die op de vlucht voor de kozakken door hun paarden werden ingehaald en vervolgens doodgeknuppeld of in stukken werden gehakt en drie dagen later wordt je achternicht in een pizzatent in Tel Aviv opgeblazen, dan komt dat veel zwaarder aan dan wanneer je niet al het vroegere lijden in herinnering is gebracht. Bovendien zouden de joden in Israël eens moeten luisteren naar de voormalige minister van Onderwijs, Shulamit Aloni, die schrijft: “Voor wie zijn wij eigenlijk bang? De Palestijnen? Is dat niet een slechte grap? Maar dat mogen we niet zeggen omdat onze joodse paranoia zo ernstig is. Zowel de pr-functionarissen van het leger als de voorstanders van ‘Groot-Israël’ weten precies hoe ze ermee kunnen manipuleren.” Door al deze factoren is de paranoia onder de joden gigantisch, en er zijn maar weinig mensen die zich joods noemen die niet angstig zijn. Feit is dat kinderen zich niet kunnen wapenen tegen het leed van hun ouders, ze zijn weerloos. Dit gezegd hebbende moet ik onmiddellijk denken aan de vernedering en onderdrukking van Palestijnse ouders, misdaden die op dit moment door joden worden gepleegd. Wij zouden door onze eigen ervaringen beter moeten weten.


Ik heb Auschwitz overleefd dankzij heel veel mazzel, ik was klein, viel niet snel op, stond nooit vooraan en misschien wel het allerbelangrijkste, ik was alleen toen ik in het kamp terechtkwam. Mijn ouders waren in Duitsland gebleven toen ik als veertienjarige scholier samen met ander joods-Duitse kinderen in een vluchtelingentehuis in Nederland werd opgevangen. Tegen de tijd dat ik in voorjaar 1943 onderdook waren mijn ouders naar het concentratiekamp Theresienstadt getransporteerd. Mijn vader was een oorlogsheld en mocht tot dat moment in Bielefeld als zogenaamde rechtsconsulent joden juridisch blijven verdedigen. Daar bestonden nog, absurd genoeg, resten van de Pruisische rechtszekerheid. Maar goed, ik ben helemaal alleen als bijna 20-jarige opgepakt en was dus voor niemand verantwoordelijk, alleen voor mezelf. En dat maakte natuurlijk ontzettend veel uit. Maar als je met je ouders werd gedeporteerd en die werden voor je ogen geslagen, vernederd of naar de gaskamer afgevoerd, dan moet dit een onvoorstelbare indruk op je hebben achtergelaten. Bovendien heb ik ook om andere redenen ontzettend geboft, ik sprak vloeiend Duits, ben nooit gemarteld, ik kende de mentaliteit van de Duitsers en ik had in Wieringen voor machinebankwerker geleerd en werd tijdens de koude winter in het kamp binnen in een fabriek tewerkgesteld. Ik wil maar zeggen dat ik de trauma’s van veel overlevenden en hun kinderen goed begrijp, maar toch blijf ik van mening dat ze de joodse humanistische traditie verraden. Ze willen niets van ethiek weten. Ik begrijp dat mensen die diep getraumatiseerd zijn door niemand geholpen kunnen worden. Over hen valt niets te zeggen. Ik heb het dan ook over mensen die de Tweede Wereldoorlog redelijk goed doorstaan hebben, maar gevangen zitten in die waanzinnige, levengevaarlijke ideologie van het zionisme. Het is hun eigen verantwoordelijkheid om zich daaruit te bevrijden. Ze zullen moeten leren dat ook zionisten zich aan morele en juridische regels dienen te houden, net als iedereen, want zonder die regels heerst de barbarij. Juist zíj zouden zich dat moeten realiseren. Ze moeten ophouden te bepalen wat andere joden wel of niet over Israël mogen zeggen. Ze zullen fundamentele kritiek op dat land moeten accepteren. Maar dat willen ze allemaal niet. Ik heb een pleegbroer die mij beschuldigt van verraad aan Israël. In zijn ogen moeten joden solidair zijn met Israël, welke misdaden de Joden daar ook mogen begaan, daar komt het eigenlijk op neer. Hij verwijt mij veel te ethisch te zijn, en wij joden moeten volgens hem pragmatisch zijn, door het probleem op te lossen. Alsof het één zonder het ander kan, en alsof de Joden in Israël het probleem werkelijk rechtvaardig willen oplossen. De enige oplossing die de zionisten willen is het maximum aan land met een minimum aan Palestijnen. Punt uit, dat is hun oplossing en alles wat daar niet toe leidt, wordt direct afgewezen. Die wrede houding ligt zóver af van het denken van de vooroorlogse ontwikkelde Duitse joden. Wat hun mening was over het zionisme wordt goed beschreven in Victor Klemperers dagboeken. Klemperer, wiens vader rabbijn was, schreef in juni 1934: "De zionisten die terug willen gaan naar de joodse staat van 70 na Christus, zijn even brutaal als de nazi's. Met hun fascinatie voor bloed, hun oude 'culturele wortels', hun gedeeltelijk verborgen, gedeeltelijk openlijk brutale terugdraaien van de wereld, zijn ze alles samen een goede partij voor de nationaalsocialisten." En hier een ander citaat waarin hij in de publicaties van Herzl “een zeer grote verwantschap met het Hitlerisme” ziet, voor beiden geldt dat een natie een historische gemeenschappelijke vijand moet hebben. En daarin zit het grote gevaar, het is een primitief wereldbeeld dat dan ook volledig afgewezen werd door de vooroorlogse ontwikkelde joden in Duitsland. Het zionisme is net als het bolsjewisme, net als het nationaalsocialisme, een eschatologische ideologie met een vijandbeeld en een heilstaat die pas gerealiseerd wordt als de vijand totaal vernietigd is. Klemperer schreef in juni 1942: “De zionistische werken van Herzl zijn de gedachtegangen… het fanatisme van Hitler.” Zo dachten ook mijn ouders over het zionisme. Joodse humanisten verafschuwden het, ze zagen niets in een leer waarbij ervan uit wordt gegaan dat het zogenaamde Joodse volk zal worden gered door de heilstaat Israël, en het tweeduizend jaar oude antisemitisme overwonnen zou worden door het massaal verdrijven van alle Palestijnen. Zowel de ideologie van Hitler als die van Herzl beschouwden ze als totale kitsch. Klemperer heeft dat helder samengevat in zijn studie over de taal van het Derde Rijk toen hij de nationaalsocialistische ideoloog Rosenberg vergeleek met de zionistische filosoof Buber: “Stijlverwantschap tussen Rosenberg en Buber, verwantschap in menig oordeel – akkerbouw en mystiek boven nomadendom en rationalisme te verheffen, is ook naar het hart van Rosenberg --, lijkt dat niet nog vreemder dan de verwantschap tussen Hitler en Herzl? Maar de verklaring van het fenomeen is in beide gevallen gelijk: romantiek, niet alleen kitscherige maar ook echte romantiek, overheerst onze tijd, en uit die bron putten beide partijen, de onschuldigen en de gifmenger, de slachtoffers en de beulen.”


Zodra je iemand hebt ontmenselijkt, zodra je iemand hebt gedemoniseerd, zie je die persoon niet meer. Het is net als met kakkerlakken. Haat men kakkerlakken? Nee, die vindt men smerig, daar trapt men op, die worden geplet. Haat veronderstelt nog gelijkwaardigheid, maar de Palestijnen zijn voor de zionistische leiders geen gelijkwaardige vijand. Ze zijn voor hen kakkerlakken, ziektekiemen, kankergezwellen. De vroegere chefstaf van de Israëlische strijdkrachten, Moshe Yaalon, heeft letterlijk gezegd: “De Palestijnen zijn een kanker waarop chemotherapie moet worden toegepast.” En een andere voormalige chefstaf, Rafael Eitan, die later minister werd, verklaarde: “De Arabieren zullen ons nooit verslaan door het gooien van stenen. Ons antwoord zal een nationalistische zionistische oplossing zijn. Voor elke steen die ze gooien – zullen we tien nederzettingen bouwen. Als er honderd nederzettingen zullen zijn – en die zullen er komen – tussen Nabloes en Jeruzalem, dan zullen er geen stenen meer worden gegooid. Wanneer dat het geval zal zijn, kunnen de Arabieren alleen maar rondscharrelen als kakkerlakken in een fles, als gedrogeerde kakkerlakken, opgesloten in een fles.” Dit zijn uitspraken van vooraanstaande zionisten, ongeveer een halve eeuw na de Holocaust. Op dezelfde manier spraken de nazi’s over de joden. Voor Hitler waren de joden ziektekiemen, bacteriën die het Duitse “lichaam” konden ondermijnen, één jood kon de hele “arische” gemeenschap infecteren, en zoals Hitler zei, met bacillen onderhandel je niet, die roei je uit. Een kanker, kakkerlakken, ziektekiemen, de ontmenselijking begint met de taal en dan volgt de fysieke vernietiging als vanzelf. Er is hier geen sprake meer van haat, het is alleen nog maar een onvoorstelbare minachting. De Palestijnen zijn voor de meeste joods-Israëli’s eenvoudigweg onzichtbaar, ze worden niet gezien. Niet zo lang geleden heb ik in de Verenigde Staten een serie voordrachten gegeven en ik heb toen een jonge joods-Amerikaanse vrouw ontmoet die lerares Engels was geweest in Turkije. Daar was ze voor het eerst in aanraking gekomen met Palestijnen. Ze had vervolgens een halfjaar door Palestina gereisd en zich verdiept in de situatie van de bezette bevolking. Toen ze daar aankwam, wist ze niets en momenteel reist ze door de Verenigde Staten om de kant van de Palestijnen te belichten. Ze heeft een hele reeks buitengewoon indrukwekkende foto’s gemaakt van de Muur door Palestina. Op haar foto’s is te zien hoe aan de Israëlische kant alles mooi is opgebouwd met een groen talud ervoor en bomen om de muur te verhullen, terwijl op precies dezelfde plaats aan de andere kant een treurige grijze plak beton staat, aangezien de Palestijnen geen geld hebben om de negen meter hoge muur te verhullen. Door de afsluitingen en de werkloosheid hebben ze geen geld om te leven, laat staan om hun omgeving op te fleuren. Daar staat hij dan, ‘de Muur van het Zwijgen’ over het getto erachter, waar het Israëlische leger straffeloos huishoudt. Voor de joods-Israëli’s bestaan de Palestijnen helemaal niet. Ten eerste omdat ze volgens de joden geen volk zijn, en ten tweede omdat ze niet eens mensen zijn. Ze zijn “kakkerlakken” die vernietigd moeten worden, een “kankergezwel”, dat uit het gezonde lichaam gesneden moet worden. Ze zijn Untermenschen. En die mentaliteit is door de zionisten bewust gekweekt. Absoluut! Dat is juist het erge. Tussen links en rechts in de Israëlische politiek bestaat wat dit betreft geen enkel verschil, geen enkel. Die politiek is voor 100 procent door Oost-Europese joden gevormd, daar is geen joods-Duitse humanist aan te pas gekomen. Net zoals de fatsoenlijke joden in Israël opvallend vaak een Duitse of Midden-Europese achtergrond hebben, mensen zoals Gideon Levy, Amira Hass, Uri Avnery. Maar vooral die Russische joden, die het zionisme hebben bepaald, waren traditioneel keihard en het enige verschil tussen Ben-Goerion en Jabotinsky, tussen het zogenaamd linkse en rechtse zionisme, is dat Jabotinsky gewoon zei waar het op stond, terwijl Ben-Goerion eromheen draaide. Sharon en de zijnen zeggen wat ze eisen, terwijl Peres en de zijnen het verzwijgen, in de praktijk doen ze precies hetzelfde om een zo groot mogelijk Israël te creëren met zo min mogelijk Palestijnen. Het enige verschil tussen links en rechts is dus: ben ik er eerlijk over of draai ik de buitenwereld een rad voor ogen. Om de Palestijnen van hun land en goederen te beroven moeten ze dus onzichtbaar worden gemaakt en, héél belangrijk, moeten de zionisten het doen voorkomen dat zíj worden aangevallen en niet andersom, dat zíj verdreven worden en niet andersom, dat zíj bezet worden en niet andersom, dat hún land gestolen wordt en niet andersom, dat hún onrecht wordt aangedaan en niet andersom, dat zíj worden geterroriseerd en niet andersom. Met andere woorden: de zionisten portretteren zich als slachtoffer van de geschiedenis, het heden en de toekomst, en aangezien ze slachtoffer zijn kunnen ze niet bekritiseerd worden. In dit proces speelt de nazi-holocaust een doorslaggevende rol. De Israëlische historica Idith Zertal, hoogleraar aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem, heeft daar een uiterst heldere studie over geschreven: Israël’s Holocaust and the Politics of Nationhood, waarin ze laat zien hoe Israël “zichzelf definieert als het absolute goed tegen het absolute kwaad van de Holocaust,” een natie die “haar zoons en dochters op pelgrimage stuurt naar de vernietigingskampen, zodat ze zullen terugkeren als sterkere Joden en Israëli’s met een krachtigere nationale identiteit, die bereid zijn om een op handen zijnde tweede Holocaust te confronteren en klaarstaan om zelf het kwaad te begaan dat noodzakelijk is voor de verdediging van de staat.” En zo is de moord op zes miljoen joden een vrijbrief geworden voor Israël om de Palestijnen te verdrijven en te vermoorden, terwijl ik als overlevende juist uit deze gebeurtenis heb geleerd dat elke discriminatie op grond van afkomst verwerpelijk is, en het moorden begint met het demoniseren van de ander. Van die waarheid ben ik zo diep doordrongen dat ik niet anders kan dan kritisch kijken naar de mensonwaardige wijze waarop de joods Israëli’s de Palestijnen behandelen. En tot mijn ontsteltenis is er op veel punten een vergelijking mogelijk met nazi-Duitsland van vóór de Holocaust. Er wordt door de zionisten bewust angst gekweekt door de Holocaust te misbruiken. De Holocaust als maatstaf nemen is de allerergste demagogische goocheltruc die de hogepriesters van de Holocaustreligie opvoeren. Een man als Elie Wiesel heeft de catastrofe van de Holocaust tot een theologisch fenomeen verheven met beweringen als “In den beginne is Auschwitz, dat is het onvermijdelijke startpunt”, en ‘‘Voor mij, als jood van deze generatie, is de Holocaust de maatstaf”, en “Niets mag met de Holocaust vergeleken worden, maar alles moet eraan worden gerelateerd.” Dit mag voor Wiesel persoonlijk gelden, maar in zijn algemeenheid is dit totale quatsch! En even grote nonsens is de stelling van zijn volgeling, Maurice Friedmann, dat “de Holocaust een unieke en onvergelijkbare gebeurtenis [is], die nooit eerder heeft plaatsgevonden en ook nooit weer zal plaatsvinden.” Als theoretisch natuurkundige en jarenlang directeur van het Philips Natuurkundig Laboratorium, geldt voor mij dat een maatstaf iets is dat vergelijkbaar is. Welnu, het is onzin om bijvoorbeeld de afmeting van de tafel waaraan we nu zitten in lichtjaren te meten. Wel kun je het meten met de meter die in het Bureau International des Poids et Mesures te Sèvres ligt. Met andere woorden: de maatstaf voor de Holocaust is niet het onmeetbare, het oneindige in tijd en ruimte. De Holocaust is leed dat door mensen werd aangericht, en is wel degelijk vergelijkbaar met ander grootschalig historisch leed, denk maar aan de uitroeiing van indianen of Afrikanen, of aan de bijna 4 miljoen doden als gevolg van het Amerikaanse geweld tijdens de Vietnamoorlog. De Holocaust voltrok zich niet op een of ander kosmisch niveau dat alleen maar in metafysische begrippen zou zijn uit te drukken, maar voltrok zich op de aarde, en werd niet door goden of duivels, maar door mensen aangericht. En wat betreft het unieke van de Holocaust, ook dat is onzin, elk historisch verschijnsel is namelijk per definitie uniek, werkelijk nóóit zijn twee historische gebeurtenissen identiek, altijd zijn de omstandigheden anders, want alles is onderhevig aan verandering, panta rhei, alles is in beweging, alles stroomt, men kan nooit in hetzelfde water van de rivier stappen, zoals Heraclitus al in de 6e  eeuw voor de jaartelling besefte. Er bestaat maar één enkele uniciteit en die speelt zich af in de theologie, dat is de uniciteit van God. Alle beweringen dat de nazi-holocaust een uniek fenomeen is, behoren tot het rijk der fabelen, het is klinkklare nonsens.’


In Het einde van het jodendom schrijft Hajo Meyer dat er ‘veel meer mensen [zijn] die zichzelf als jood of als van joodse afkomst zien, die zich zo sterk met de Israëlische politiek identificeren dat ze in het openbaar geen woord van kritiek zullen laten horen. Zij behoren tot een nieuw type joden, een type dat door de Franse filosoof Alain Finkelkraut al in 1980 werd beschreven. Zijn ouders waren overlevenden van de Holocaust en zelf was hij naar eigen zeggen “gedoemd door identificatie bij volmacht, overlever via mijn ouders”. Ik citeer uit de inleiding bij de Duitse vertaling van zijn boek Le juif imaginaire: ‘‘Dat ik een Jood ben betekende, in ieder geval voor mij, dat ik het recht had mij leed toe te eigenen dat ik niet had ondergaan en, door het lot van mijn volk, kon ontsnappen aan de feitelijke middelmatigheid van mijn leven. Jodendom hield voor mij enkel een beetje lijden en tragiek in dat de banaliteit van mijn dagelijks bestaan kruidde.’’ Zo geeft de Holocaust een extra dimensie aan het leven van menige na de oorlog geboren jood en voegt hij een nieuwe dimensie toe aan alle ellende die de joden reeds vóór de Holocaust was overkomen… Een van de historici die de theologisering van de Holocaust hebben bekritiseerd, is de Belgische filosoof en historicus Gie van den Berghe. Hij zegt in zijn De Uitbuiting van de Holocaust (1990) over de voorstanders ervan: ‘Zij eisen welbeschouwd een volledige status aparte op; ze willen dat de judeocide wordt erkend als het ergste wat mensen ooit is overkomen. Zij eisen de rol van slachtoffer in de meest absolute en zuivere zin van het woord […] In 1977 noemde Emil Fackenheim de Holocaust het enige voorbeeld van het Absolute Kwaad.’ Tot slot wil ik nog iets aanhalen uit een eerder boek van Fackenheim, God’s Presence in History (1968), waarin een aantal lezingen zijn gebundeld: ‘‘Elie Wiesel heeft de openbarende betekenis van de Holocaust vergeleken met de ervaring op de berg Sinai en de angst uitgesproken dat wij niet willen luisteren. We schrikken terug voor deze gewaagde vergelijking – maar nog meer voor het niet-luisteren.’’ Hier wordt Auschwitz wel heel duidelijk in een theologisch kader geplaatst.”


Hajo Meyer: ‘Deze uitspraken over de Holocaust zijn absurd. Als men het oneindige als maatstaf neemt, wat betekenen dan nog zes miljoen vermoorde joden vergeleken bij de moord op tien miljoen Oekraïense boeren door Stalin? Getallen bewijzen niets. Doe dus niet alsof de nazi-holocaust uniek is, besef dat alles relatief is, het enige dat deze massamoorden aantonen is dat de menselijke wreedheid niet verdwijnt door kennis. Dat is een feit, al het andere is metafysica. De les die men heeft getrokken uit die nieuwe ervaring op de berg Sinai” is dat de nazi-holocaust voor de rest der tijden als maatstaf moet gelden en dat de onderdrukking en het vermoorden van Palestijnen altijd minder erg is dan de joden hebben meegemaakt. Veel joden hebben dit opgevat als argument om zich niet schuldig te voelen, want ze zijn immers toch nog steeds niet zo barbaars als de nazi’s waren. Maar volgens mij moet de conclusie uit die massamoorden juist zijn dat je jezelf niet verlaagt tot het niveau van de beulen. Word nooit zoals zij! Het enige bijzondere van de nazi-holocaust is dat het heeft plaatsgevonden in een land met een oude, diepe en rijke cultuur. Dat is opmerkelijk, net als het opmerkelijk is dat de Israëlische staatssecretaris van Defensie, Matan Vilnay, in 2008 de Palestijnen letterlijk met een Holocaust heeft bedreigd, overigens zonder dat het beschaafde Westen hieraan politieke consequenties heeft verbonden. En dat zegt nota bene een Jood in een “Joodse democratie”. Dat laatste is uiteraard een contradictio in terminus, Israël is een staat die een democratie is voor zijn Joodse burgers, en Joods voor zijn Palestijnse ingezetenen. Een Joodse democratische staat is bovendien een anachronisme. De 19e eeuwse natiestaat heeft nooit echt bestaan, maar is zeker nu niet meer een realiteit, we leven in een geglobaliseerde multiculturele en multi-etnische samenleving. Een Joodse staat kan alleen bestaan door de niet-Joodse bevolking te onderdrukken, Israël is een koloniaal apartheidsregime en dat feit kan niet langer meer verhuld worden. In het nummer van september 2002 van het Jerusalem Report Magazine las ik een artikel onder de kop “Zwijgen dat dodelijk is”. Daarin stond het volgende: “Het graf van de massamoordenaar Baruch Goldstein in Kiriat Arba is een nationaal heiligdom geworden, dat door Israëlische soldaten en politiemensen wordt bewaakt. Die bewaking geldt ook degenen die bij het graf van de moordenaar komen bidden. Je vraagt je af waarvoor zij bidden. Wat denken wij dat er in het hoofd omgaat van degenen die naar Goldsteins graf gaan om er inspiratie op te doen? In welk ander land wordt getolereerd dat het graf van een massamoordenaar een nationaal heiligdom is? Maar wij zwijgen.” Dat er gebeden wordt voor een fanatieke Joodse nationalist die 29 biddende Palestijnen in Hebron heeft vermoord, tekent het morele failliet van het zionisme. In het Nieuw Israëlitisch Weekblad wordt herhaaldelijk van mij geëist dat ik zwijg over de Israëlische terreur, maar dat kan ik domweg niet, omdat ik zoals ik ook geschreven heb te veel parallellen zie tussen de technieken die gebruikt worden om de Palestijnen te overheersen en de dingen die ik als joodse jongere heb moeten meemaken als tweederangsburger nog vóór er sprake was van enige systematische moordpartij door de nazi’s. De linkse Israëlische voormalige politica Shulamit Aloni schreef in maart 2003 in Haaretz over de “moord op een bevolkingsgroep onder de paraplu van rechtschapenheid… Wij hebben geen gaskamers en crematoria, maar er bestaat niet slechts één bepaalde methode voor genocide. […] De schrijver Jitschok Leib Peretz schreef over de ‘rechtschapen kat’, die geen bloed vergiet maar slechts door verstikking doodt. […] Benny Alon (een minister in het huidige kabinet) heeft reeds gezegd: ‘Maak hen het leven zo zwaar dat zij uit zichzelf besluiten te vertrekken.’ […] Veel van onze kinderen worden in religieuze scholen geïndoctrineerd met de mening dat de Arabieren Amalek zijn [hét symbool van vijandigheid en kwaadaardigheid in het jodendom]  en dat Amalek moet worden vernietigd. Er was al een rabbijn [Israël Hess] die in de krant van de Bar Ilan Universiteit schreef dat we genocide moeten plegen omdat uit zijn wetenschappelijk onderzoek blijkt dat Palestijnen inderdaad Amalek zijn.” Let wel, dit signaleert een joods-Israëlische oud-minister van Onderwijs, die weet dat dit soort fanatici zich beroepen op Samuel 1 hoofdstuk 15 vers 3, waar staat dat de joden de Amalekieten niet moeten sparen “maar brengt allen ter dood, mannen en vrouwen, kinderen en zuigelingen.” Het extremisme wordt steeds openlijker beleden, de vroegere Sefardische opperrabbijn Mordechai Eliyahu, verklaarde dat ‘’zelfs als wij wraak zoeken, het belangrijk is om één ding duidelijk te maken, het leven van één joodse jongen is waardevoller dan het leven van 1000 Arabieren”. Een opperrabbijn zegt dit, geen marginale idioot, maar een gerespecteerde religieuze leider, die ook nog eens het volgende stelde: “Niemand in de wereld, van waterhalers en steenhouwers tot minister-presidenten heeft het recht ook maar één korrel zand van het land van Israël op te geven. De Heilige, gelooft zij Hij, gaf ons het land van Israël. Er is heiligheid in iedere zandkorrel.” Eliyahu suggereerde ook dat de Duitse reformjoden de nazi-holocaust over zichzelf heen hebben geroepen omdat ze het joodse geloof hadden aangepast en “wij hiervan leren dat het verboden is om te proberen het judaïsme te veranderen”. Hier zie je opnieuw de millennia oude strijd tussen de conservatieve fanatieke joden van het achterland en de kosmopolitische, gematigde vooruitstrevende joden van de stad. In 2003 was te lezen in een slotverklaring van vijfhonderd rabbijnen die in Jeruzalem bijeen waren gekomen: “Geen regering heeft de autoriteit om het vestigen van een vreemde staat toe te staan of stukken van het land van Israël op te geven. Elke daad in deze richting is ongeldig en leeg in naam van God, de Heer van Israël, die dit gezworen heeft, en ook in naam van het hele volk van Israël door alle generaties heen.” Met dit soort gekte hebben we te maken en dat staat in schril contrast met het reformjodendom, wat onder meer blijkt uit deze beginselverklaring: “Ethiek en godsdienst: in het jodendom vormen religie en moraliteit een onverbrekelijke eenheid. Het zoeken naar God betekent het streven naar heiligheid, oprechtheid en goedheid. De liefde voor God is niet compleet zonder de liefde voor de medemens. Het jodendom benadrukt de verwantschap van het menselijk ras, de heiligheid en waardigheid van het menselijk leven en de persoonlijkheid, en het recht van het individu op vrijheid en het najagen van zijn gekozen roeping. Rechtvaardigheid voor allen, ongeacht ras, geloofsovertuiging of klasse, is een onvervreemdbaar goed en een verplichting waaraan niemand zich kan onttrekken… Het beschouwt rechtvaardigheid als het fundament van het welzijn van de volkeren en als de voorwaarde voor duurzame vrede.” In die traditie sprak ook professor Jonathan Sacks, de opperrabbijn van het Verenigd Koninkrijk, toen hij verklaarde dat “het land Israël op het ogenblik een houding [vertoont] die niet in overeenstemming is met de diepste idealen van het jodendom”. We worden van alle kanten gewaarschuwd voor het morele verval van wat officieel heet “de Joodse natie”, een ontwikkeling dat al in de eerste jaren van het zionisme begon, zoals blijkt uit de woorden van Asher Ginzberg die in 1891 schreef: “Joodse kolonisten behandelen de Arabieren vijandig en wreed. Ze beschuldigen hen onterecht en slaan hen ongegeneerd zonder voldoende reden, en zijn daar nog trots op ook.” Een recent voorbeeld van deze mentaliteit kan men lezen in een redactioneel commentaar in Haaretz Magazine van 19 december 2002: “Van alle ernstige en ellendige ontwikkelingen in delen van de kolonistengemeenschap, is er geen meer beangstigend dan de joodse terreur. De daders vallen Palestijnse doelen aan, waaronder scholen in Oost-Jeruzalem en op de West Bank, zonder daarbij enige hinder te ondervinden. […] De doelen worden zorgvuldig gekozen en, wat het nog erger maakt, ze kiezen kinderen.”  De Shin Bet, de Israëlische binnenlandse veiligheidsdienst, richt zich wel tegen Palestijnse terreur maar niet tegen de joodse terreur. Dat wordt toegestaan. Niet voor niets schreef de befaamde joods-Israëlische journaliste Amira Hass, die op de West Bank woont, voor de lezers van haar krant Haaretz: “Kijk maar eens goed naar uzelf en zie hoe racistisch u geworden bent.” Haat vernietigt de ziel van een mens. En dat proces voltrekt zich in alle lagen van de bevolking, ook onder de intellectuelen. Zo rechtvaardigt de hoogleraar en politicus Aryeh Eldad in een interview de gewelddadige verdrijving van alle Palestijnen met de opmerking “dat hun kleine tragedie altijd te verkiezen is boven een grote tragedie, en dat is altijd onze tragedie”. Een interview dat door de journalist met de volgende woorden werd samengevat: “Wij Joden kunnen de opinie van de rest van de wereld [over wat de Israëli’s met de Palestijnen doen] naast ons neerleggen omdat indertijd [tijdens de Tweede Wereldoorlog] deze wereld over ons lot zweeg.” En dus moeten de Palestijnen de prijs betalen voor het westerse antisemitisme. De als gematigd te boek staande rabbijn Adin Steinsaltz, die eredoctoraten van Amerikaanse universiteiten ontving, concludeert dat “deportatie [van de Palestijnen] misschien niet leuk [is], maar het is niet zo erg als moord.” Ook hier is de Holocaust weer de maatstaf bij uitstek. De steeds luider wordende roep om de Palestijnen massaal te verdrijven, leidde tot een oproep van een honderdtal Israëlische academici om waakzaam te zijn. Ze stelden in 2002: “De op dit moment regerende Israëlische coalitie omvat partijen die transfer van de Palestijnse bevolking bepleiten om op die wijze het zogenaamde demografische probleem op te lossen […] Minister-president Sharon heeft laten weten het met deze ‘oplossing’ eens te zijn. De op dit moment steeds verder escalerende racistische demagogie tegen de Palestijnse burgers van Israël kunnen een aanwijzing zijn voor de schaal van misdaden die mogelijkerwijs worden beraamd.” Als het straks fout loopt kunnen we niet zeggen dat we het niet geweten hebben. Wir haben es gewusst. De voormalige procureur-generaal van Israël, Michael Ben-Yair, schreef in Haaretz Magazine: “Wij kozen er geestdriftig voor een koloniaal land te worden, internationale verdragen naast ons neer te leggen, land te onteigenen, Israëlische kolonisten naar de bezette gebieden te sturen, diefstal te plegen, alsook om rechtvaardigingen te vinden voor al deze activiteiten. Aangezien wij de bezette gebieden zo dolgraag wilden behouden, creëerden wij twee rechtssystemen: één – progressief, liberaal – voor Israël; een ander – wreed, onrechtvaardig – voor de bezette gebieden. Na de verovering van die gebieden stelden we daar in feite onmiddellijk een apartheidsregime in. Dit repressieve systeem bestaat tot op de dag van vandaag.” Dat zeg ík niet, dat zegt de oud-procureur-generaal van Israël over zijn eigen land, over zijn eigen Joodse cultuur! Yoav Peled, politiek wetenschapper van de Universiteit van Tel Aviv, zegt dit over de wijdverbreide minachting onder joods-Israëli’s: “In Israël is de publieke minachting voor de Arabische cultuur historisch geaccepteerd omdat, zoals bij alle koloniale beweringen gebruikelijk is, het zionisme de oorspronkelijke bevolking moest ontmenselijken om op die manier hun verdrijving te rechtvaardigen. In overeenstemming hiermee heeft een groot aantal studies aangetoond dat Arabieren in veel Israëlische schoolboeken en in menig Israëlisch literair werk beschreven worden als onbetrouwbaar, oneerlijk, lui, verraderlijk en moorddadig.” En het volgende is geschreven door Avraham Burg, vier jaar lang de voorzitter van de Knesset, die nu Israël heeft verlaten: “De zionistische revolutie steunde altijd op twee peilers: die van het rechte pad en die van het ethisch leiderschap. Geen van die twee bestaat nog. De Israëlische natie berust op corruptie en is gegrondvest op onderdrukking en onrecht. Het einde van de zionistische onderneming staat daarmee voor de deur. De kans is groot dat wij de laatste generatie zionisten zijn. Er zal wellicht nog een Joodse staat zijn in het Midden-Oosten maar het zal een ander type zijn, bizar en afstotelijk… Dit is niet alleen een interne Israëlische kwestie. Joden in de diaspora voor wie Israël de steunpilaar is voor hun identiteit moeten zich erom bekommeren en zich uitspreken. Als deze pilaar omvalt, komen de etages erboven ook naar beneden… Het komt erop neer dat de tweeduizendjarige strijd voor joodse overleving is uitgelopen op een staat van nederzettingen, geleid door een amorele kliek van corrupte wetsovertreders die zowel doof zijn voor hun burgers als voor hun vijanden. Een staat zonder gerechtigheid kan niet overleven. Dat ontdekken steeds meer Israëli's als zij hun kinderen vragen waar ze over vijfentwintig jaar denken te leven. De eerlijkste kinderen geven toe, tot schrik van hun ouders, dat ze dat niet weten. Het aftellen voor het einde van de Israëlische samenleving is begonnen. Het is heel comfortabel om een zionist te zijn in een nederzetting als Beit Al of Ofra op de West Bank. Het Bijbelse landschap is reuze charmant. Door het raam kun je naar de geraniums en bougainvilles kijken zonder de bezetting te zien. Wie de snelweg neemt van Ramot, aan de noordkant van Jeruzalem, of naar Gilo in het zuiden, een ritje van twaalf minuten net ten westen van de Palestijnse wegversperringen, kan moeilijk de vernederende ervaring begrijpen van de verachte Arabier die uren moet kruipen langs de afgeladen, versperde weg die hem is toegewezen. Eén weg voor de onderdrukker, één voor de onderdrukte. Dit kan niet werken. Zelfs als de Arabieren hun hoofd laten hangen en hun schaamte en woede voor altijd inslikken, dan nog werkt het niet. Een systeem dat is gebouwd op menselijke harteloosheid zal zich onvermijdelijk tegen zichzelf keren.
Let goed op dit moment: het zionistische bouwwerk is al aan het instorten zoals een goedkope trouwzaal in Jeruzalem. Alleen gekken blijven doordansen op de bovenste verdieping terwijl de steunmuren eronder aan het instorten zijn. Israël, dat zijn handen heeft afgetrokken van de Palestijnse kinderen, hoeft niet verbaasd te zijn als deze zich, opgegroeid in haat, komen opblazen in de centra van Israëls escapisme. In de uitgaanscentra geven zij zich over aan Allah, omdat hun eigen levens een kwelling zijn. Ze vergieten hun eigen bloed om onze eetlust te bederven, omdat thuis hun kinderen en ouders hongerlijden en vernederd zijn. We kunnen per dag duizend raddraaiers en aanstichters doden en niets zal worden opgelost, omdat de leiders van onderop komen -- uit de bronnen van haat en woede, uit de 'infrastructuren' van onrecht en morele corruptie. Als dit alles onvermijdelijk was, van hogerhand beschikt en onveranderlijk, dan zou ik zwijgen. Maar de dingen kunnen anders, en het uitschreeuwen is daarom een morele imperatief… We kunnen een Palestijnse meerderheid niet onder de knoet houden en onszelf tegelijkertijd beschouwen als de enige democratie in het Midden-Oosten. Een democratie zonder gelijke rechten voor alle burgers, zowel Joden als Arabieren, bestaat niet. We kunnen de bezette gebieden niet behouden en een Joodse meerderheid in de enige Joodse staat bewaren - althans niet met middelen die humaan, moreel en joods zijn. Wilt u een Groot-Israël? Geen probleem. Zet de democratie overboord. Laten we een efficiënt systeem van raciale scheiding invoeren, met gevangenkampen en beveiligde dorpen. Wilt u een Joodse meerderheid? Geen probleem. Zet de Arabieren in treinwagons en bussen, op kamelen en ezels massaal het land uit - of laten we ons zonder mitsen en maren van hen afscheiden. Er is geen middenweg. We verwijderen alle nederzettingen -- allemaal -- en trekken een internationaal erkende grens tussen het Joods nationale tehuis en het Palestijnse nationale huis. De joodse wet op terugkeer zal alleen worden toegepast in ons eigen huis, en hun recht op terugkeer zal alleen van toepassing zijn binnen de grenzen van de Palestijnse staat. Wilt u democratie? Geen probleem. Maar zie dan af van een Groot-Israël, tot en met de laatste nederzetting en buitenpost, of geef volledig burgerschap en kiesrecht aan iedereen, inclusief de Arabieren. Het resultaat is natuurlijk dat degenen die geen Palestijnse staat naast zich wensen er een in hun midden krijgen, via de stembus. Dat moet de premier tegen het volk zeggen. Hij zou zijn keuzen openhartig naar voren moeten brengen: Joods racisme of democratie. Valse visies van prikkeldraad, wegversperringen en zelfmoordterroristen, of internationaal erkende grenzen tussen twee staten en een gezamenlijke hoofdstad, Jeruzalem. Met andere woorden, de huidige premier van Israël belichaamt beide kanten van de vloek: een verdachte persoonlijke moraal en een openlijke minachting voor de wet -- gecombineerd met de gewelddadigheid van de bezetting en het verpesten van elke kans op vrede. Dit is onze natie, dit zijn onze leiders. De onontkoombare conclusie is, het zionisme is dood.” Dat schreef hij, Avraham Burg, voor
The Forward, de krant van de New Yorkse joden, en werd later overgenomen door het Israëlische dagblad Yediot Ahronot. Daarom, mensen die zichzelf als joods beschouwen zouden beter moeten weten. Ook de Nederlandse joden die zo pal achter Israël staan of degenen die geen kritiek in het openbaar durven te geven. Die kritiek bestaat onder de Joden in Israël wel. Waarom zou soortgelijke kritiek in Nederland niet geuit mogen worden?



Uit Het einde van het jodendom: ‘Wie dit alles bagatelliseert weet niet wat waardigheid is, weet niet wat geboortegrond betekent, weet niet hoe zwaar existentie-angst kan wegen. De vernederingen die ik als joods jongetje moest ondergaan als ik met Duitse instanties of met de SA, SS, of Gestapo in aanraking kwam – ik spreek nu van de tijd vele jaren vóór Auschwitz – staan me nog helder voor de geest. Daarom word ik elke keer weer zo geraakt als ik zie hoe bij checkpoints Palestijnse burgers worden vernederd en mishandeld door moreel ontspoorde kwelgeesten in het uniform van het Israëlische leger.’


‘Tegen het vertoon van schaamte door joden ten aanzien van misdaden door Israël is door de journalist Max van Weezel in augustus 2003 geprotesteerd. Dat begrijp ik niet. Goede, verstandige en van hun land houdende Nederlanders hebben zich na de Tweede Wereldoorlog geschaamd voor de domme, slechte, anachronistische en tot niets anders dan ellende leidende oorlog tegen Indonesië. Hetzelfde geldt voor dito Amerikanen ten aanzien van de Vietnamoorlog. Als je je lid voelt van een gemeenschap, en die gemeenschap handelt slecht of zelfs dom, dan is schaamte, voortkomend uit de combinatie van verbondenheid met die gemeenschap en medemenselijke ethiek, legitiem, ja zelfs imperatief. Zouden voor joden andere regels gelden?’


‘De Holocaust, zoals die tijdens de Tweede Wereldoorlog door de nazi’s werd uitgevoerd is de ultieme vorm van etnische zuivering. De les die hieruit te leren valt is, dat elke vorm van discriminatie op grond van herkomst of geloof het begin kan zijn van steeds verdergaande escalatie van onderdrukking.’


Hajo Meyer: ‘Kijk, als Israël ophoudt zich een Joodse natie te noemen, zodat ik me niet langer meer aangesproken hoef te voelen voor zijn grootschalige mensonterende misdaden, dan zal ik misschien mijn mond houden. Maar zolang Israël niet ophoudt te claimen dat het namens alle joden handelt en een expansionistische terreur uitoefent in naam van het jodendom voel ik mij aangesproken als jood met vier joodse grootouders. Veel van al die schreeuwlelijken hebben dat niet eens. Die hebben misschien één joodse grootouder en voelen zich joods omdat ze net als Finkelkraut graag mee willen dobberen op het beschermende gevoel van wat hebben wij het toch allemaal moeilijk. Het is slachtofferisme, niets meer dan dat, en daar chanteren ze anderen mee. Ik houd mijn mond dus niet. Waarom zou ik? Wie zijn zij om van mij als overlevende van de Holocaust te eisen dat ik mijn mond houd? Ik verdedig een joodse intellectuele, morele traditie. Wat verdedigen zíj nou eigenlijk? En vergeet niet dat de Amerikaanse joden, net als de Duitse joden, die traditie hooghielden tot zeker vlak na de Tweede Wereldoorlog. Maar daar is nu nagenoeg niets van over. Het is voor het merendeel helaas verdwenen. En dat is niet alleen voor de joden een enorm verlies, maar voor de hele westerse cultuur. Wat hebben we nu eigenlijk nog? Gelukkig de geschriften van vroeger, maar de gedachten die daarin zijn neergelegd vormen geen levende werkelijkheid meer. Onlangs was ik in Gütersloh, niet ver van Bielefeld, waar een Anne-Frank-Schule staat, en die school heeft nauw contact met de Lutherse School of Hope in Rammalah op de West Bank. Normaal is er eens per jaar een uitwisselingsprogramma. Als die kinderen uit Ramallah er zijn, houd ik altijd een voordracht over hoe je onderdrukking kunt overleven. Hoe kun je door alles op alles zetten te zetten toch blijven leren en hoop behouden? Hoe kunnen die kinderen voorkomen dat ze mentaal kapotgaan wanneer het Israëlische leger hun school verwoest of hun school ontoegankelijk maakt door de omgeving weer eens af te sluiten? Hoe overleef je de terreur zoals zij die op de West Bank ondergaan en zoals ik die als joods jongetje meemaakte ten tijde van de nazi’s? Dat kan buitengewoon moeilijk zijn, er zijn meerdere manieren om iemand te vermoorden, en een van de manieren is om een leergierig kind de toegang tot onderwijs te ontzeggen. Op die manier wordt zo’n jongere geestelijk gewurgd. Ik weet dat uit eigen ervaring. Ik moet er niet aan denken dat ik de gewone landarbeider was gebleven die ik als vluchteling was. Dan was ik geestelijk dood gegaan en had ik niet het leven kunnen lijden die ik geleefd heb. Dankzij mijn studie heb ik uiteindelijk een fantastisch beroepsleven gekend. Ik heb me volstrekt waar kunnen maken. Maar als je dat niet kunt, wat blijft er dan over? Ik ben een van de zeer weinigen van mijn kameraden uit de vluchtelingentijd die een studie heeft afgemaakt en het ver geschopt heeft. Zonder dat was ik cultureel vernietigd geweest en waren mijn ambities nooit verwezenlijkt. Ik leer nu de Palestijnse kinderen hoe ze zich kunnen ontplooien door samen te werken als ze door de bezetting niet naar school kunnen, samen met andere kameraadjes thuis studeren en iemand proberen te vinden die je begeleidt, zorg dat je iets leert, alleen wat je geleerd hebt kan niemand je afnemen, nooit de hoop verliezen, altijd het goede onthouden en niet het slechte, weten dat onder een Israëlisch uniform een warm hart kan kloppen. Zelfs tijdens de nazi-terreur hielp een Duitse sergeant, Anton Schmid, de joden in Vilnius onder te duiken, weten dat er fatsoenlijke joods-Israëli’s zijn die aan jouw kant staan, zoeken en ontdekken dat er overal goede mensen zijn uit wie je hoop kunt putten. Als je niet meer in de mensheid gelooft, wordt alles uitzichtloos, en kun je alleen nog maar jezelf opblazen, dat doen sommigen dan ook. Zonder hoop valt niet te leven. Aan wraakgevoelens hebben die kinderen niets, ze moeten diep beseffen dat wraak een hele primitieve emotie is die niets oplost, zelfs niet het wraakgevoel, dat verdwijnt namelijk niet door het plegen van een misdaad. Mensen die wraakgevoelens koesteren zijn onverzadigbaar. Dat is ook het probleem van de joden in Israël, die permanente wraakgevoelens, gevoed door de herinnering aan tweeduizend jaar Europees antisemitisme. De eeuwige wrok is ook het probleem van iemand als Leon de Winter, die niet naar Israël zal emigreren maar wel het extremisme van dat land accepteert. Hij denkt als een tribale etnocentrische, xenofobe jood uit de tijd van de oudtestamentische Jozua, de opvolger van Mozes, die de joden Israël liet veroveren en etnisch liet zuiveren. Het is allemaal uiteindelijk gebaseerd op de gedachte dat joden superieur zijn, dat ze anders zijn dan alle anderen, dat ze op de een of andere manier uitverkoren zijn, dat ze zich niet hoeven te houden aan het recht en de ethiek. Het is de verheerlijking van “bloed en bodem” en de overtuiging dat wraak de oplossing is van een conflict. Maar dat is niet mijn wereld, ik heb daar helemaal niets mee. Ik heb weliswaar ongeveer tien jaar lang na de oorlog geen Duits willen spreken, maar dat is toch iets anders. Dat is overgegaan toen ik op een wetenschappelijk congres een goede Duitser van nabij leerde kennen, een generatiegenoot van mij. Toen was het over. Dat komt niet door een genetische aanleg, maar door een socioculturele erfenis. Een van mijn broers heeft eens een genealogisch onderzoek naar onze familie gedaan en ontdekte dat zowel de voorouders van mijn moeder als die van mijn vader al vanaf ten minste het eind van de 16e eeuw in Westfalen woonden. De joden daar hebben al in een vroegtijdig stadium de idealen van de Franse Revolutie omhelsd, die geïntroduceerd werden door Jérôme-Napoléon Bonaparte, een jongere broer van keizer Napoleon, die van 1807-1813 koning van Westfalen was. Bovendien werden ze sterk beïnvloed door de grote 18e-eeuwse joodse hervormer Moses Mendelsohn, de leider van een beweging die culturele assimilatie bepleitte. Onder het sterke en altijd alom aanwezige antisemitisme in de Duits sprekende landen hebben de joodse voormannen het jodendom herzien. De leerlingen van Mendelsohn hebben het reformjodendom gecreëerd waarbij alle nationalistische, tribale, naar binnen gerichte elementen in het orthodoxe jodendom terzijde werden geschoven, en de ethiek centraal werd gesteld. Daardoor ontstond er een grote affiniteit met het christendom van Jezus, die weliswaar een aantal vreemde uitspraken heeft gedaan, maar die toch een humanitaire en universalistische moraal voorstond. Volgens de reformrabbijnen waren het joden- en christendom qua zedenleer nagenoeg identiek. De combinatie van joods-christelijke intermenselijke ethiek van ‘‘heb je naaste lief’’ en de moraal van rabbijn Hillel, ‘’dat wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet,’’ werd nog eens versterkt door de idealen van de Franse Revolutie, de gelijkwaardigheid van alle mensen, onafhankelijk van hun afkomst, sekse, ras, nationaliteit of geloof. Met die tolerante moderne ethiek ben ik opgegroeid, ik ben ervan doordrenkt. En die ethiek missen mensen als Leon de Winter. Die heeft een heel andere achtergrond, komt uit een volstrekt ander joods milieu. In een interview met Ischa Meijer zegt hij over zijn ouders: “Ze zijn allebei van straat-, straatarme afkomst; ze behoorden tot het proletarische jodendom… Allebei alleen lagere school. We hadden thuis geen boek in de kast… Inderdaad, ik ben ook nog eens een onafgemaakte intellectueel… De sfeer bij ons thuis werd gekenmerkt door geborgenheid en een ontzagwekkende angst voor de buitenwereld. Er stond een enorme muur tussen ons en de rest van alle mensen in.” Ik citeer Leon de Winter omdat zijn beschrijving zo treffend is, hij geeft het beeld van het getto met een muur eromheen, een beeld dat veel joden niet van zich af kunnen schudden. Hij zegt afkomstig te zijn uit “een verloren geraakt clubje joden, daar aan de rand van Den Bosch. Er werd bij ons thuis veel, wat zeg ik, constant over de joden en hun lot gepraat… onderduikverhalen… Met dat soort verhalen ben ik grootgebracht… Ik heb van jongs af aan het gevoel gehad dat ik mijn ouders moest beschermen – typische houding van die tweede generatie oorlogsslachtoffers”.  Zo benoemt hij zichzelf. Die jongen is getekend door “aan de ene kant die minachting van mijn ouders jegens hun niet-joodse omgeving en tegelijkertijd de waanzinnige angst ervoor… Ik was een verschrikkelijk jongetje. En doodsbang”. Dit is een volstrekt andere belevingswereld dan de mijne. De Winter voelt zich een buitenstaander, zoals ook uit deze beschrijving goed blijkt: “Wij woonden buiten de stadsmuren van Den Bosch. Als wij, vanuit ons huis daar op die vlakte, stadwaarts togen, zag je die dreigende muren waar de stad op gebouwd was, en daarbovenuit staken dan die torens van de Sint-Jan, voorts betrad je de wijk waar de katholieke patriciërs woonden: donkere huizen, smalle straatjes – middeleeuws; zo was het, en zo voelde ik het. Ik ben als kind altijd bevreesd geweest voor dat Den Bosch… Achteraf gezien was dat joodse leven van mijn ouders het enige ijkpunt waardoor ze die krankjorume oorlogservaringen nog een beetje konden verklaren; ze waren eruit gepikt als joden, dus zouden ze, godgloeiende godverdomme, ook verdergaan als joden. En dat deden ze ook. Maar mijn moeder hoort vandaag de dag ook niet meer bij dat, inmiddels over het algemeen welvarende, Bossche jodendom; zij stamt immers af van die doodarme onderlaag, die verdwenen is. Ook jegens dezen is mijn moeder vervult van wrok.” En als Ischa Meijer hem vraagt of zijn ouders hem hebben geleerd te liegen antwoordt Leon de Winter: “Ja – het was die dubbelzinnigheid. Als er bijvoorbeeld leveranciers aan de deur kwamen, en mijn moeder in het Jiddisch opmerkingen over ze maakte tegen ons kinderen. We moesten dan lachen, ondanks onszelf; en zo’n man voelde zich te kakken gezet. Een ongehoord gênante vertoning. Niemand kon in zo’n situatie een kant uit. Ontzettend ingewikkeld ook. Ja, op die manier hebben mijn ouders mij liegen geleerd.” Met andere woorden, we hebben hier te maken met een werkelijkheid die vervuld is van rancune, wrok, haat, angst, en slachtofferschap, buitengewoon frustrerend, een milieu waar De Winter zich volgens eigen zeggen ook voor schaamde. En deze achtergrond staat diametraal tegenover de achtergrond waarin ik ben opgegroeid. Het is de wereld van het benarde, provinciale, ongeletterde jodendom tegenover het universalistische, kosmopolitische, geletterde jodendom. In feite is er altijd al een interne strijd geweest tussen het naar binnen gerichte en het naar buiten gericht jodendom, waarbij milieu en cultuur een doorslaggevende rol spelen. De joden van Westfalen waren al vroeg naar buiten gericht, kosmopolitisch, humanistisch, graag bereid om uit het eeuwenoude, verstikkende milieu van het getto te breken, om die gesloten wereld achter zich te laten. De reformjoden wilden onderdeel zijn van de moderne samenleving. Ongeveer 1 procent van de inwoners van Bielefeld was joods, maar op het gymnasium was 10 procent van de leerlingen joods, wij waren leergierig tot en met, de joodse families verkeerden qua inkomen ver boven het gemiddelde omdat ze academische beroepen uitoefenden of succesvolle handelaren waren die zich sneller dan wie dan ook wisten aan te passen aan de nieuwe economische mogelijkheden, de eerste warenhuizen zijn door joden gesticht, en door hun enorme alertheid, hun internationale contacten, hun openheid konden ze meedoen aan het opbloeiende kapitalisme. Een joods proletariaat bestond niet in Bielefeld, zelfs in Berlijn was het niet groot. En dat verschilde fundamenteel met de situatie hier in Nederland, waar een hele kleine joodse bovenlaag bestond en de rest proletarisch was. De Duitse joden waren ontwikkeld, voor mensen die in die traditie zijn geschoold is het zo opmerkelijk dat de joden in Israël weer getto’s bouwen, zowel voor zichzelf als voor de Palestijnen met een hoge muur eromheen. Het is gewoonweg waanzinnig! Het is een regressie. De paranoia, ontstaan door de nazi-holocaust, heeft een gettoreflex veroorzaakt.’


Uit Het einde van het jodendom: ‘De angst in joodse kring om kritiek op Israël te laten horen omdat anders de gojim, de niet-joden, er misbruik van zouden kunnen maken is een karakteristiek voorbeeld van getto-angst.’


‘Het is… begrijpelijk dat het trauma van de tweede en derde generatie vaak minstens even sterk is als dat van de eerste. De slachtoffers van de eerste generatie hebben immers gedurende de jaren die voor de karaktervorming en de psychische stabiliteit het belangrijkst zijn nog min of meer normale ouders gehad. Volgende generaties misten zulke ouders hun leven lang. Al deze emotioneel beschadigde individuen tezamen hebben zo veel invloed, dat het joodse volk collectief paranoïde lijkt te zijn geworden.’


‘Het is niet toevallig dat de heiligste plek van het jodendom de Klaagmuur is, die een restant zou zijn van de door de Romeinen verwoeste Tweede Tempel.’


‘Het spreekt vanzelf dat iemand die door gevoelens van angst en argwaan wordt beheerst niet erg gelukkig is. Wie zich bedreigt, opgejaagd en gediscrimineerd voelt, zal weinig levensvreugde ervaren. Dat is voor zo iemand persoonlijk en voor zijn omgeving al erg genoeg. Maar het is nog veel erger als zo’n ongelukkige persoon, laat staan zo’n ongelukkig volk, beschikt over militaire macht. In dat geval moet er alarm worden geslagen. Het geval van Israël is bijzonder verontrustend. Zoals ik zojuist heb betoogd, moet een groot deel van de Israëli’s als paranoïde worden omschreven, terwijl ze wonen in een land met een formidabele militaire macht. Tot overmaat van ramp scharen de meeste joden in de diaspora, die aan dezelfde obsessie lijden, zich blindelings achter de Israëlische politiek.’


Hajo Meyer: ‘De uiterste consequentie van een paranoïde levenshouding gecombineerd met het ontmenselijken van de ander, is onvermijdelijk de vernietiging van die ander. Dat leert ons de geschiedenis. Het is ook niet verwonderlijk dat een Israëlische staatssecretaris van Defensie de Palestijnen nu publiekelijk bedreigt met een Holocaust. Als je jezelf alleen als slachtoffer kunt zien, en als je de Palestijnen kankergezwellen noemt en hen beschouwt als levensbedreigende bacillen, dan blijft er op een bepaald moment niets anders over dan hen koelbloedig af te maken. Vandaag de dag worden door linkse en rechtse zionistische beleidsbepalers plannen gemaakt om een deel van Gazastad te verwoesten en de inwoners te verdrijven of te vermoorden wanneer de raketaanvallen niet ophouden. In, ik meen, zeven jaar tijd zijn vijf Israëlische burgers om het leven gekomen door die raketten, en in drie dagen tijd zijn begin maart 2008 honderdtwintig Palestijnse burgers gedood bij één enkele Israëlische wraakactie, een aanzienlijk deel van hen kinderen. Het is allemaal bewust opgevoerde theater, dankzij die raketten kan de Israëlische overheid de Palestijnse bevolking blijven terroriseren. En de Joodse bevolking daar wordt geschoold in de overtuiging dat er maar één keuze is: of zij eraan of wij gaan eraan. Het is precies zoals de joods-Israëlische wetenschapster Idith Zertal het stelt: de Joodse jongeren wordt eerst een vernietigingskamp getoond, daar krijgen ze te horen dat de hele wereld hen van nature haat en dat als zich niet genoeg bewapenen en zich niet voldoende wreed gedragen de volgende Holocaust eraan komt. Ik herken die propaganda onmiddellijk omdat ik als kind op een nazischool van 1933 tot bijna 1939 op dezelfde manier ben grootgebracht met angstaanjagende spookbeelden, met een vijand die verslagen moest worden. Alleen keek ik er dwars doorheen, dat was niet zozeer een verdienste, maar een logisch gevolg van het feit dat ik nu eenmaal een paria was. Ik en mijn medejoden waren nu juist het spookbeeld, en daardoor was ik immuun voor dit soort ideologische idioterie. Veel andere, al dan niet westerse, joden laten zich echter bang maken. Zij zijn veelal gevormd in zionistische jeugdbewegingen en door bange ouders opgevoed, die geloven dat Israël een garantie is tegen toekomstige pogroms, wat een onjuiste veronderstelling is omdat bijvoorbeeld het bestaan van China nooit heeft voorkomen dat er anti-Chinese pogroms in Indonesië plaatsvonden of het bestaan van India pogroms voorkwamen tegen de Indiërs in bijvoorbeeld Oeganda en Ethiopië. En als je geleerd is dat de hele wereld je wil vernietigen, dan is natuurlijk de allereerste drijfveer in leven blijven ten koste van wat dan ook. Alles moet dan wijken voor de panische angst die je geweten sust en het ongestoord demoniseren van de ander vergemakkelijkt. En het gruwelijke is dat de joden ook daadwerkelijk in de Tweede Wereldoorlog door iedereen in de steek zijn gelaten, de Nederlanders, de Britten, de Amerikanen, die allemaal joodse vluchtelingen weigerden op te nemen, tot aan de zionisten toe, die al in 1942, toen de meeste slachtoffers nog in leven waren, bespraken hoe “de doden en de helden van Israël” in Yad Vashem het best herdacht konden worden, en die ook naderhand zowel de doden als de overlevenden van de Holocaust gebruikten voor hun eigen politieke doeleinden. Het is allemaal waar, maar toch: de mens is gedwongen om te relativeren, wil hij tenminste overleven. Ook daarom: I count my blessings. Mijn gedachte was dat ik altijd mezelf in de ogen moest kunnen blijven kijken, dat was het allerbelangrijkste, ik moest mijn zelfrespect bewaren, zo was ik opgevoed, nooit jezelf verraden, doe niets waarvoor je je later moet schamen, bijvoorbeeld omdat je iemands brood had gestolen, of kapo was geworden, dat had ik ook kunnen doen, want ik sprak vloeiend Duits, maar dat kwam gewoonweg niet in mij op. 


Het gruwelijke is dat de Holocaust de kern, de hele aard, de essentie van het jodendom heeft vernietigd, en misschien wel voor altijd. Op een bepaalde manier hebben de nazi’s daarmee toch bereikt wat ze wilden, de vernietiging van het jodendom. Kijk, je kunt alleen maar echt humaan denken, voelen, handelen als je redelijk onbeschadigd bent. Een van de diepste, meest ingrijpende beschadigingen is het beheerst worden door paranoïde gevoelens. Alles verandert daardoor, je hele kijk op de wereld wordt erdoor bepaald, alle gewaarwordingen worden erdoor gekleurd, je zintuigen worden erdoor besmet, je hoort anders, je ruikt anders, je voelt anders, je ziet anders, zelfs je smaak verandert erdoor. Ethiek heeft te maken met medemenselijkheid, ethiek zonder medemenselijkheid is niets. Om ethisch te kunnen handelen, moet je je medemens als medemens zien. En dat is nu onmogelijk als iemand paranoïde is, als zijn handelen bepaald wordt door extreme achterdocht en extreem wantrouwen. Iemand die paranoïde is kan geen medemenselijke ethiek opbrengen, want die zíét de medemens niet, die ziet alleen de vijand in een ander mens, zoals Leon de Winter zo kernachtig heeft verwoord toen hij zei dat er bij hem thuis “een ontzagwekkende angst voor de buitenwereld” bestond met “aan de ene kant die minachting van mijn ouders jegens hun niet-joodse omgeving en tegelijkertijd de waanzinnige angst ervoor… Angst, angst, angst… Ik overdrijf niet.” Een paranoïde mens staat permanent op voet van oorlog met zijn omgeving, net als Israël, dat door paranoïde gevoelens wordt beheerst. Die angst, dat wantrouwen, die achterdocht wordt door de zionisten ook gekweekt en gekoesterd om de steun voor het expansionisme in stand te houden. Voor hen is de ander de vijand, voor mij als joodse humanist is de ander een medemens. Feit is dat de industriële, massale vernietiging tijdens de Tweede Wereldoorlog veel joden paranoïde heeft gemaakt. Geen enkel land kwam te hulp, de joden werden door de hele wereld in de steek gelaten. Ik heb onlangs het voorwoord geschreven voor het boek Het woord ‘Jood’ van de Franse filosoof Alain Badiou. Daarin heeft hij de tekst opgenomen van Cécile Winter, een joodse Franse arts gespecialiseerd in de behandeling van aids. Zij citeert Szmuel Zygielbojm, vertegenwoordiger van de socialistische joodse Bund en lid van de Poolse Nationale Raad in ballingschap, die op 11 mei 1943, kort voordat hij in zijn kamer in Londen door middel van gas zelfmoord pleegde, het volgende had geschreven: “De verantwoordelijkheid van de misdaad van de totale uitroeiing van joodse populaties in Polen ligt allereerst bij degenen die deze massamoord uitvoerden. Maar ze rust indirect op de hele mensheid, op de volkeren en de regeringen van de geallieerde naties die tot nu toe geen enkele concrete actie ondernamen om deze misdaad te stoppen… Met mijn dood zou ik een laatste keer willen protesteren tegen de passiviteit van een wereld die getuige is van de uitroeiing van het joodse volk en dat toelaat (…) Ik weet dat in deze tijden een mensenleven weinig waard is, maar omdat ik het niet tijdens mijn leven heb kunnen bereiken, zou ik misschien met mijn dood de onverschilligheid kunnen doorbreken van hen die de laatste mogelijkheid hebben, misschien op het laatste moment, om de laatste Poolse joden die nog leven te redden.” Maar nee dus, tot op het allerlaatst reden de treinen naar Auschwitz en weigerden de geallieerden de spoorlijnen te bombarderen terwijl ze het wel konden. Dit verraad aan de menselijkheid heeft volgens mij de doodsteek gegeven aan het joods humanisme en is ook een van de redenen van het Israëlisch extremisme. Maar het kan natuurlijk nooit, nóóit, een rechtvaardiging zijn voor de Israëlische terreur, die door zo veel joden in de diaspora stilzwijgend wordt geaccepteerd, of zelfs publiekelijk wordt goedgepraat. Door het te rechtvaardigen vernietig je zelf de toekomst, er is geen hoop meer als de nazi-terreur de maatstaf wordt voor al je handelen. Daarom kan de Holocaust ook nooit de maatstaf zijn! Zo simpel is het, als wij ons als nazi’s gaan gedragen heeft het nationaal-socialisme alsnog gewonnen. De huidige praktijk van het politiek zionisme om de Holocaust te gebruiken om de eigen wreedheden te rechtvaardigen, is ronduit walgelijk. Dat heeft niets meer met angst, maar alles met cynisme te maken. Wat die panische angst betreft, er bestond altijd wel angst onder de joden. Als er wat gebeurde was onmiddellijk de eerste vraag: is het goed of fout voor ons joden, maar die panische angst, die paranoia is pas ontstaan door de nazi-holocaust. Men is zo diep gekrenkt geraakt dat men de ander niet meer als medemens kan zien, de ander is niet meer gelijkwaardig, hij is alleen nog maar de vijand. Hun hele identiteit is gebaseerd op panische angst, op overleven, op een permanente vlucht in een vijandige wereld. De Holocaust ís hun identiteit geworden en dat is natuurlijk niet gezond. De uitroeiing van de Europese joden versterkte de angstgevoelens onder de joden in de christelijke wereld, angstgevoelens die al eeuwenoud waren, maar nooit zo virulent als nu. Het hele jodendom wordt daardoor vandaag de dag van binnenuit vernietigd. Op angst kan niets bloeien, angst kan alleen vernietigen. Uit angst kan alleen agressie voortkomen en op haar beurt vergroot die weer de angst. Zolang de nazi-holocaust niet wordt gezien in een groter historisch geheel, waarin meerdere volkeren slachtoffer werden van gruwelijke slachtpartijen, zullen veel joden in een vicieuze cirkel van angst gevangen blijven. Zolang de paranoia niet wordt gerelativeerd, en al het joodse lijden telkens weer in herinnering wordt gebracht, zal de verstikkende en verlammende angst blijven groeien. Misschien moeten we het gebod om te gedenken afschaffen, voor onze eigen bestwil. Friedrich Nietzsche heeft in Oneigentijdse Beschouwingen geschreven: “De vreugde, de onschuld, de gelukkige daad, het vertrouwen in wat er komen gaat, dit alles hangt voor individuen zowel als volkeren af van de vraag of ze onderscheid kunnen maken tussen de verwachte ontwikkeling, de veelbelovende kant, en de donkere kant, die niet kan worden voorzien. Het hangt af van de vraag of je op het juiste moment kunt vergeten en ten diepste kunt beseffen wanneer het juiste moment gekomen is. […] Het hangt af van de vraag of je voelt wanneer het nodig is je bewust te zijn van je eigen verleden en wanneer het goed is dat te vergeten. […] Niet-historische en historische vermogens zijn beide even belangrijk voor de gezondheid van zowel een individu als voor een heel beschaafd volk.”  In die waarneming schuilt veel wijsheid. Ondertussen worden deze angstige joden gebruikt in het geopolitieke spel van het Westen. Die Bush en zijn fundamentalistische christelijke achterban zijn toch in wezen godsdienstwaanzinnigen, zo beschrijft Henk Hofland ze ook. Het erge is dat het Westen de gekte van Israël stimuleert door het te financieren en door het politiek, diplomatiek, economisch en militair te steunen. Men laat Israël voortdurend het internationaal recht schenden. Israël staat boven de wet, Israëls misdaden worden getolereerd en vergoeilijkt. En ondertussen slaat het Westen zich op de borst dat het o zo beschaafd, vredelievend en democratisch is. Ik begrijp niet dat Europa niet zegt: hier doen wij niet aan mee, wij willen niet dat de Palestijnen vervolgd blijven. Die politiek is toch tegen alle door ons beleden normen en waarden. Het is alsof de Europeanen de gave des onderscheids zijn verloren, alsof ze blind zijn, alsof ze niets geleerd hebben van de Tweede Wereldoorlog, toen de joden in de steek werden gelaten. Waarom praat Europa niet met Hamas? Het argument is dat ze weigeren het bestaan van Israël te erkennen. Maar dat is nogal logisch, want wat moeten ze erkennen zolang Israël nog steeds niet zijn grenzen heeft bepaald en land blijft stelen? Waarom gebruiken alle westerse regering het waanzinargument van het niet erkennen? Waarom accepteert het Westen dat de sluipende etnische zuivering van de bezette en belegerde Palestijnse gebieden doorgaat? Waarom beloont het Westen deze terreur? Waarom accepteren Nederlandse politici dat Israël doorgaat met grootscheepse schendingen van het internationaal recht terwijl in het Europese Associatieverdrag met Israël staat dat de overeenkomst wordt opgeschort zodra de mensenrechten stelselmatig geschonden worden. Waarom werd Israël nog eens extra bevoordeeld door de Europese Unie terwijl men wist dat eerder al premier Ariel Sharon, publiekelijk had opgeroepen om zo veel mogelijk Palestijns land te stelen? “Iedereen moet bewegen, rennen en zo veel mogelijk (Palestijnse) heuveltoppen grijpen als hij maar kan om de (Joodse) nederzettingen te vergroten, want alles wat we nu inpikken zal van ons blijven… Alles wat we niet grijpen zal naar hen gaan.”  Waarom werd Israël door Europa beloond voor deze illegale landroof? Sharon wordt verdacht van oorlogsmisdaden. Hij sprak deze woorden toen het zogenaamde vredesproces nog in volle gang was. Waarom laat Europa de Israëlische minister van Defensie Ehud Barak zijn gang gaan met zijn terreur tegen de burgerbevolking in de Gazastrook? Hij is een immorele moordenaar die precies hetzelfde doet als Slobodan Milosevič, namelijk het met de mond belijden van dezelfde mensenrechten die hij in de praktijk laat schenden. Terwijl Europa weet dat Barak als voormalig premier in 1999 nog toegaf dat de Palestijnen nooit een existentiële bedreiging hebben gevormd van Israël. “De Palestijnen zijn de bron van legitimering voor de voortzetting van het conflict,” verklaarde Barak “als bedreiging zijn ze bespottelijk.”  Ondertussen verspreidt hij haat, demoniseert hij de Palestijnen met uitspraken als deze: “Door de Arabische manier van denken kent hun cultuur het concept van het compromis niet. Een compromis is blijkbaar een westerse manier om een verschil van mening te beslechten… Links is in verwarring… Linkse mensen zien dat hun buren [de Palestijnen] niet goedaardig zijn. Ze maken geen deel uit van de westerse cultuur.” Over welk westers compromisdenken heeft deze sociaaldemocraat het? Die van de nazi-holocaust? Of die van het etnisch zuiveren van Palestina? Of het voortdurend stelen van Palestijns land? Welk compromis? Die van de zionistische terreur? Als men niet stopt met stigmatiseren, loopt de bezetting onvermijdelijk uit op een geweldig bloedbad. Enige tijd geleden schreef ik een stuk over Joodse terroristen, geen krant wilde het plaatsen, dit mocht kennelijk niet bekend worden, het is alleen op de website van Een Ander Joods Geluid te lezen. Ik stelde het volgende: “Een van de ergste joodse terroristen uit de geschiedenis van Palestina/Israël was Avraham Stern, ook bekend onder zijn schuilnaam 'Yaïr'. Hij was de oprichter en - tot zijn dood in 1942 - de inspirator van de gevreesde terreurgroep Stern-Bende (Stern Gang). Deze terreurgroep, in het Ivriet LEHI geheten, was tijdens het Britse mandaat in Palestina en zelfs nog tot eind 1948 berucht om zijn moorden en massaslachtingen. Sterns schuilnaam verwijst naar Eleazar ben Yair, de fanatieke ‘held’ van de opstand tegen de Romeinen, die, na de val van Masada, met zijn mensen collectief zelfmoord pleegde. Het is opmerkelijk dat de minister-president van Israël, Ehud Olmert, het nodig en gepast vond om naar aanleiding van de honderste geboortedag van Stern een speciale zitting van het Israëlische parlement te organiseren. Bij deze zitting waren, behalve de parlementsleden en de regering, ook de nog levende oud-leden van zijn terreurgroep uitgenodigd. Deze Avraham Stern was zo anti-Brits dat hij, nadat Mussolini in Noord-Afrika was verslagen, contact met de nazi's zocht om samen met hen tegen de Britten te vechten. Na de moord op de politiechef van Tel-Aviv door twee leden van zijn groep werd hijzelf eind 1941, mede door de hulp van minder extremistische zionisten, door de Britse geheime dienst vermoord. De Stern-Bende heeft zich daarna nog schuldig gemaakt aan de moord op de Britse politicus Lord Moyne (op 6 november 1944 in Cairo), de moord op graaf Folke Bernadotte, de afgezant van de Verenigde Naties in het Nabije Oosten (op 6 november 1944) en, last but not least, aan het medeplegen van de massamoord in Deir Yassin (op 9 april 1948). Hierbij werden in koelen bloede 245 Palestijnen, onder wie veel vrouwen en kinderen, vermoord. De moord op Lord Moyne was aanleiding voor Churchill om 11 dagen later de volgende woorden in het Lagerhuis uit te spreken: 'Als onze dromen over het zionisme moeten eindigen in de rook van de pistolen van moordenaars en als onze pogingen voor zijn toekomst alleen een nieuwe groep gangsters voortbrengen die heel goed in Nazi-Duitsland zouden passen, dan zullen velen, zoals ook ikzelf, de houding moeten herzien die we zo lang en zo consistent in het verleden hebben aangenomen.’ Deze geschiedenis van gewelddaden is in gang gezet en geïnspireerd door een uiterst extremistische en niets ontziende man; Avraham Stern ofwel 'Yair'.  Dat Israëls premier Olmert, wiens land ook door het EU-associatieverdrag nauw met ons land en Europa is verbonden, zijn honderdste geboortedag alsmede zijn bendegenoten EERVOL meende te moeten herdenken -- hem zelfs als nationale held meende te moeten presenteren -- moet ons ten aanzien van de moraal van dat land alsook van die van de premier zelf, tot nadenken stemmen. De heer Olmert gebruikte hierbij onder andere de volgende woorden: ‘’Nu we herdenken dat hij 100 jaar geleden geboren is en dat het 65 jaar geleden is dat hij werd vermoord, verdient 'Yair' het, dat de staat Israël hem niet vergeet en dat hij hem herdenkt als een van de pioniers van de mentaliteit van vrijheid en heldendom waarzonder onze natie niet zou zijn herboren. Dit betekent niet dat wij ons met alles wat hij ons leerde moeten identificeren, omdat 'Yair'  een onafhankelijk pad bewandelde in de zionistische strijd. Welke reserves men ook zou kunnen hebben,'Yairs' bijdrage aan de vrijheid van Israël kan niet geloochend worden. De LEHI-strijders die door zijn inspiratie vochten, hebben in belangrijke mate bijgedragen aan het geloof en de toewijding waarmee de strijd is gestreden; met als resultaat de wedergeboorte van -- en het einde aan de mandaatregering over -- Eretz Israël (Groot Israël). Zou onze Minister van Buitenlandse Zaken, de heer Verhagen, van dit gebeuren op de hoogte zijn en zo ja, zou het zijn houding tegenover zijn Israëlische ‘collega´s’ kunnen beïnvloeden?’’ Niets meer op gehoord. Ik bedoel maar, het door het Israëlische parlement eervol herdenken van een joodse terrorist kan allemaal consequentieloos. Joodse politici mogen dit. De Europeanen zouden één ding niet mogen vergeten: de huidige slachtoffers van tweeduizend jaar westers antisemitisme zijn de Palestijnen, en niet de Europeanen zelf. Het probleem van het christelijke antisemitisme is in het Midden-Oosten gedumpt. Dat maakt de Europeanen medeverantwoordelijk voor de onderdrukking en verdrijving van de Palestijnen. Het huidige beleid van de EU en de VS is dan ook absoluut onbegrijpelijk, tenzij… tenzij men beseft dat Israël een speelbal is van westerse belangen, de zionisten hebben zich niet weten te bevrijden uit de traditionele rol van de Oost-Europese joden om bescherming te zoeken bij de machtigen. Theodor Herzl deed dat ook, de zionisten hebben altijd de hulp gezocht van de grootmachten. Hannah Arendt heeft er in haar joodse geschriften voor gewaarschuwd: “De zionisten [zullen] als zij de mediterrane volken blijven negeren en slechts rekening houden met grootmachten ver weg, alleen maar hun werktuigen blijken, de agenten van vreemde en vijandelijke belangen. Joden die hun eigen geschiedenis kennen, zouden zich ervan bewust moeten zijn dat een dergelijke stand van zaken onvermijdelijk zal leiden tot een nieuwe golf van jodenhaat; het antisemitisme van morgen zal verklaren dat joden niet enkel profiteerden van de aanwezigheid van de vreemde mogendheden in die regio, maar dat zij in feite deze hadden beraamd en daarom de schuld dragen voor de consequenties ervan.” Ze heeft gelijk gekregen. Israël is een speelbal, een stroman en het antisemitisme is door Israël niet verdwenen, maar juist aangewakkerd. Door de steun van de grootmachten, eerst het Verenigd Koninkrijk en nu de Verenigde Staten, werden de zionisten nooit gedwongen om vrede te sluiten met de Palestijnen. Ze konden al die jaren consequentieloos de Palestijnen verdrijven, vermoorden, en ze hebben van Palestina een getto gemaakt, nadat ze zelf de getto’s van Europa waren ontvlucht. Een absurde ironie. Maar ja, als men extreme angsten blijft voeden moet men wel een muur bouwen om achter weg te kruipen of om de zogenaamde vijand op te sluiten. Een paranoïde mens kan niet anders dan in een paranoïde wereld leven, door vijanden omringd, en als die er niet zijn dan moeten die geschapen worden, anders kan men domweg niet bestaan. Dat is een gruwelijke psychologische wetmatigheid. De angst roept de angst telkens weer op, dus, zoals Leon de Winter aan Ischa Meijer vertelde: “Overal goed je ogen en oren openhouden, want de vijand kan elk moment opduiken, je moet de werkelijkheid als het ware volkomen met alle zintuigen omvatten, om de gewelddadige dood voor te zijn.” Dat is het manische beeld van een door angst bezeten mens. Die exploiteert het eigen leed. En dat gaat net zo lang door tot het helemaal fout gaat. Of men pleegt zelfmoord of men vermoordt anderen. De uiteindelijke ‘’oplossing” voor een paranoïde samenleving als Israël is de inzet van de atoombom om voor eens en voor altijd de zogenaamde dreiging radicaal teniet te doen. En als dat gebeurt, kunnen de joden op aarde zich bergen. Een andere mogelijkheid is dat de zionisten de gekte onder ogen leren zien. Volgens de boekjes zou ik diep gekrenkt moeten zijn. Als kind moest ik helemaal alleen vluchten, ik ben als jong mens in een vernietigingskamp terechtgekomen en ik kwam totaal berooid en zwaar ondervoed uit de oorlog. Maar ik heb deze terreur weten te overwinnen door te leren, door te presteren, door het ver te schoppen, door erkenning te vinden, door te beseffen hoe rijk het joodse humanisme is, door niet bang te zijn, door me geen tweederangsburger te voelen, door op te komen voor de zwakken en vervolgden, door me tegen onrecht te verzetten. Helaas zijn er zo veel mensen, niet alleen joden, die zich bewust vastklampen aan hun gekrenktheid, het is een belangrijk deel van hun identiteit geworden. Het slachtofferschap wordt gretig omhelsd. Onder andere Finkelkraut heeft dat goed beschreven: “Jodendom hield voor mij enkel een beetje lijden en tragiek in, dat de banaliteit van mijn dagelijks bestaan kruidde.” Het lijkt soms wel een wedstrijd wie het meest geleden heeft en dat heb ik niet nodig om me iemand te kunnen voelen. De slachtofferisten missen een bepaalde vitaliteit die voortkomt uit een harmonieuze, veilige vroege jeugd. Als je dat gemist hebt, kun je je nauwelijks handhaven. Dan ga je fratsen uithalen, neoconservatieve praatjes verkopen over hoe afschuwelijk die moslims wel niet zijn. Ik voel me ook niet verraden door de Duitsers, ik voel me verraden door mijn medejoden die de beschaafde Europese achtergrond van het jodendom hebben verraden en zijn teruggevallen op een tweeduizend jaar oud “bloed en bodem”-jodendom dat “Lebensraum” verovert. Dat soort jodendom is nooit het mijne geweest en dat zal het ook nooit worden. Die regressie voel ik als verraad en daar haal ik ook mijn felheid vandaan. Wat is het leven nog waard zonder moraal, zonder ethiek, zonder internationaal recht, zonder het joodse humanisme van bijvoorbeeld Moses Mendelsohn en rabbijn Hillel? Ik ben het eens met het citaat van Joachim Fest dat je me net liet lezen. Het is waar dat een groot historisch verband ten einde loopt niet wanneer de gebouwen ineenstorten, maar pas wanneer de ruïnes niets meer betekenen voor de voorbijganger. Ik denk dat Fest gelijk heeft wanneer hij schrijft: “Misschien, zo dacht ik in het gedrang op het Forum, te midden van de dagjesmensen, is het niet-meer-weten de eigenlijke ondergang van Rome.” Datzelfde geldt hier, niet zozeer de Holocaust heeft de joodse humanistische beschaving vernietigd, maar het feit dat de joden zelf deze beschaving vergeten zijn, niet meer weten wat het betekent voor de mensheid. Men is afgegleden naar een primitieve vorm van het jodendom en daarbij is men de idealen van de reformjoden uit de Duitstalige landen vergeten. Het politiek zionisme is de antithese van het verlichte jodendom dat de universele humanitaire waarden als diepste innerlijke waarden kent. Als het politiek zionisme wint, dan is het afgelopen met het jodendom dat zo’n grote bijdrage heeft geleverd aan de beschaving van de mensheid. Het lijkt haast alsof Hitler zo alsnog de oorlog gewonnen heeft. Dat is natuurlijk niet zo, want de geschiedenis is niet het simpele resultaat van oorzaak en gevolg. De geschiedenis wordt bepaald door veel complexere zaken, is het resultaat van een samenstel van synergieën, van krachten die elkaar tegenwerken, bevorderen, opheffen of juist oproepen enzovoorts. Met andere woorden, als het jodendom ten onder gaat, zal het aan de joden zelf liggen. Hitler mag ertoe hebben bijgedragen, maar hij is er niet de oorzaak van. Alleen de teloorgang van de eigen intermenselijke ethiek zal het jodendom vernietigen.’


‘Wie niet weigert… bezwijkt uiteindelijk voor de verleiding naar het andere kamp over te lopen, waar hij in het beste geval bedrieglijke privileges zal vinden en een redding die zijn ondergang is.’ Primo Levi


1 opmerking:

Anoniem zei

Ik heb vorig jaar na de demonstratie over aanval op de Mavi Marma, voor de Israelische ambassade in d
Den Haag, als 'Zeeuws meisje'de eer gehad om met Hayo Meijer een wijntje te gaan drinken en een pizza te eten. Die herinnering koester ik. Ik heb grote bewondering voor hem.
Vorige week kwam ik dit nog tegen over Dr. Finkelstein. Ook zo iemand.
http://www.youtube.com/watch?v=A5drXEXkf9s&feature=related
Joods meisje probeert Dr. Finkelstein te bekritiseren

Corrie

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...