maandag 4 mei 2009

Terreur 7

Naar aanleiding van ‘de aanslag’ op het koninklijke huis schreef Merijn dit:

Daarom is de vergelijking met 'Falling down', die ik eerder maakte, mijn inziens wel passend.
Die film gaat ook over een man die opeens kortsluit omdat hij het 'systeem' niet meer trekt en alle zaken daar om heen.

Falling Down:
12 juni 1991, Los Angeles, de warmste dag van het jaar. Een medewerker van het ministerie van defensie staat door wegwerkzaamheden al de hele ochtend in de file. Hij besluit uit de auto te stappen en naar het huis van zijn ex-vrouw te wandelen, waar zijn dochtertje haar verjaardag viert. Maar de man heeft een nogal agressief karakter en wordt tijdens zijn wandeling opgehitst door alles wat in zijn ogen onrechtvaardig is in deze maatschappij.


Merijn

http://stanvanhoucke.blogspot.com/2009/05/terreur-4.html#comments

Ik heb gisteravond Falling Down met Michael Douglas en Robert Duvall opnieuw bekeken. De film begint met beelden van een doorsnee blanke man die steeds getergder in zijn auto in een file zit. Rondom hem lawaai en auto’s met boodschappen als ‘Financial Freedom’, en ‘He died for our sins’ en ‘How am I driving? Eat Shit’. Omdat alles op zijn zenuwen werkt, het geluid, de hitte, de schreeuwende boodschappen, het gezeur, de grofheid, het egoisme, stapt hij ineens uit en zegt desgevraagd tegen de bestuurder van de auto achter hem: ‘Ik ga naar huis’. Maar zijn relatie is stuk gelopen. Hij mag van zijn ex-vrouw niet langskomen voor de verjaardag van zijn dochter. Dus kan hij niet naar huis. Hij heeft zelfs een straatverbod. De man heeft een gewelddadig temperament, zonder dat dit eerder tot gewelddaden heeft geleid. Integendeel zelfs, hij werkte keurig voor de Amerikaanse defensie. Toch begint hij naar het huis van zijn ex te lopen langs reusachtige reclameborden met teksten als ‘Kill,Kill,Kill’, onderweg overal geweld tegenkomend, in allerlei vormen.

Op dit punt in de film wordt een rechercheur geintroduceerd, op de laatste dag voor zijn pensioen, die door zijn meerdere veracht wordt en een problematische echtgenote heeft, die zijn leven beheerst. Ook hij is blank, maar ouder dan de hoofdpersoon. Die loopt inmiddels door achterbuurten op weg naar ‘huis’ en passeert bedelende dakloze veteranen, stervende aidspatienten, een bord met als tekst: ‘no matter, never mind’, en wat de filmmaker de kijker laat zien is hoe in een consumptiecultuur iedereen op iedereen parasiteert, en hoe de kleine man zijn macht manifesteert ten koste van de andere kleine man. Van vrijheid is geen sprake, iedereen zit gevangen in een liefdeloos systeem, dat rotzooi verkoopt en die als heerlijkheden aanprijst. We ontdekken dat de hoofdrolspeler de gaten in zijn zolen vult met krantenpapier. Inmiddels is hij niet langer meer een brave aangepaste burger maar iemand die vanuit een rechtvaardigheidsgevoel gewelddadig is geworden en niets meer pikt. We zien een zwarte man die voor een bank protesteert tegen het feit dat de bank hem ‘financieel niet levensvatbaar’ beschouwt. Hoewel hij geweldloos demonstreert wordt de man gearresteerd en in de boeien geslagen. Op zijn bureau weet de rechercheur ondertussen dat er een blanke man een spoor van geweld door zijn district trekt en langzaam aan begint het lot van beiden samen te vallen. De geweldpleger belt zijn ex op om te vertellen dat hij eraan komt, tot haar grote schrik. Hij zegt: ‘Ik kan niet meer terug, Beth. Weet je wanneer dat is? Dat is het moment in een reis waarop het langer duurt om terug te gaan dan om door te gaan tot het eind.’ Het is duidelijk, de man heeft een ‘cause’, die hij tot het bittere eind zal proberen te verwezenlijken. Niets zal hem meer stoppen, hij is het ‘point of no return’ gepasseerd. Het blijkt dat de man al een maand geleden ontslagen is en desondanks elke dag weer op pad ging naar zijn werk. Vandaar dat hij in een file terechtkwam, met zijn diplomatenkoffertje waarin geen werk zat, maar alleen zijn lunch. Hij wil de werkelijkheid niet accepteren, hij wil zijn verlies niet aanvaarden. Dat kan hij domweg niet. Met zijn dwingende persoonlijkheid moet de wereld zijn zoals die verkocht is en zoals hij die zich dus heeft voorgesteld. Hij kan de scheiding van zijn vrouw en dochtertje en de breuk met zijn werk niet verwerken. Het gezin en de baan, de twee elementen die zijn persoonlijkheid bepaalden, die hem een identiteit gaven. De rechercheur daarentegen heeft geleerd de wereld te aanvaarden zoals die is, zowel op zijn werk als thuis wordt hij met ellende geconfronteerd.

Na veel geweld te hebben gepleegd volgt tenslotte de confrontatie, niet alleen met zijn vrouw en kind, maar ook met de rechercheur die hem uiteindelijk op het spoor is gekomen, en daarmee met zichzelf. Op een pier vlak bij het huis van zijn ex, ziet hij zijn dochtertje en haar moeder. Zijn ex zegt: ‘Je bent ziek.’ Ze wil dat hij hulp zoekt. Hij antwoordt: ‘Moet je deze stad zien. Die is pas ziek.’ De rechercheur is gearriveerd en zegt: ‘Dat is waar.’ Hij vertelt over de wiegedood van zijn eigen dochtertje en zegt tegen de geweldpleger dat hij blij moet zijn met zo’n lief dochtertje. Maar dat is onvoldoende en de geweldpleger antwoordt: ‘Ze hebben het van mij gestolen.’ Hij bedoelt de tijd die hij door de scheiding niet met zijn dochtertje kon doorbrengen. Hij kan zichzelf alleen als slachtoffer zien. Hij wil niet begrijpen dat ook hij de werkelijkheid mede heeft bepaald. ‘Ze pakken het niet meer af’, verklaart hij dreigend. De enige zinnige conclusie moet zijn dat hij zijn ex, zijn kind en zichzelf wil doden. Voor de rechercheur is duidelijk dat het leven lijden is. En hij zegt dus ‘wat doe je eraan?’ en vervolgt met ’Als ze nou was aangereden door een dronken chauffeur. Maar wie geef je de schuld als je kind niet meer wakker wordt?’ Dat verklaart waarom zijn vrouw zo emotioneel uit balans is. En dan volgt de uiteindelijke ontknoping. De geweldpleger beseft dat hij voor goed achter slot en grendel zal verdwijnen, hij heeft onderweg ook nog iemand vermoord, en zegt: ‘ Ben ik de slechterik? Hoe kan dat nou? Ik heb alles gedaan wat ze me zeiden. Weet je dat ik raketten bouw. Ik help Amerika te beschermen. Daar zou je voor beloond moeten worden. Maar zij gaven het aan de rijken. Ze hebben tegen me gelogen.’ De rechercheur reageert met: ‘Ben je boos omdat er tegen je gelogen is? Luister, ze liegen tegen iedereen, zelfs tegen de vissen. Maar daarom mag je nog niet doen wat je vandaag deed. Alleen dat kleine dochtertje maakt je bijzonder. Ga daarom maar mee.’ Maar de eigenliefde van de dader is groter dan de liefde voor zijn dochtertje, dat eigenlijk geen liefde is, maar een vorm van eigenliefde, want als het kind niet doet wat hij wil wordt hij woedend. De geweldpleger pleegt zelfmoord door net te doen alsof hij de rechercheur wil neerschieten, waardoor die hem in een reflex doodschiet. Ook de zelfmoord is een teken van zijn eigenliefde.

Falling Down is een bijzonder knappe film, die de beweringen weerlegt die nu in Nederland te horen zijn dat er niets zinnigs gezegd kan worden over het geweld van zogeheten ‘eenlingen’. Het punt is alleen dat de mensen die dit beweren niet willen luisteren. Men weigert zelfs te zoeken naar motieven, want dat brengt de werkelijkheid veel te dichtbij. Dan moeten ze hun eigen gekoesterde mythen ter discussie stellen. En hun diepe existentiele angst verhindert dit. Daarover later meer.

1 opmerking:

Sonja zei

Het toeval wil dat de dader in Huissen woonde. Waar in 2006 een man zijn vrouw en kinderen vermoordde en daarna zichzelf. En dat was het 25e "gezinsdrama" in 6 jaar.

De Holocaust Is Geen Rechtvaardiging meer Voor Joodse Nazi's

Eitan Bronstein, bezig de geschiedenis van straten, wijken en steden terug te geven aan Palestijnen en daarmee aan de Joden in Israël. . Zev...