zondag 20 januari 2008

CIDI en AIVD

Zoals bekend kwalificeert de Israelische kwaliteitskrant Haaretz het CIDI als een 'pro-Zionistische lobbygroep,' waarvan het bedrijf van een bestuurslid, iin strijd met het internationaal recht, de uitspraken van de Verenigde Naties en de Nederlandse regering, aan de illegale bouw van de Israelische Apartheidsmuur meewerkt. Desondanks treedt de Volkskrant-correspondent in Israel, Alex Burghoorn, voor deze lobbygroep op. Daarnaast organiseert het CIDI in samenwerking met de Leidse Universiteit 'colleges over het zionisme'. Bovendien is bekend dat op het ministerie van Buitenlandse Zaken hoge pro-Israel ambtenaren actief zijn, die het beleide mede bepalen, waardoor Nederland in internationaal verband meer dan bijna alle andere landen de Israelische terreur diplomatiek steunt. Het sterke vermoeden bestaat nu ook dat de AIVD nauwe banden met deze 'pro-Zionistische lobbygroep' heeft. Bij Johnito las ik dit:

20.1.08
Lijntje tussen CIDI en AIVD?
Via het Zapruder-artikel over de cinematografische aspiraties van onze nationale ziocon-provocateur Geert Wilders kwam ik terecht bij Stan van Houcke. In zijn blog over Wilders linkte hij naar artikelen op de website van het CIDI, het "Centrum Documentatie en Informatie Israël."Na enig verder klikken kwam ik op een nogal curieus bericht terecht:
Artikel - 06 november 2007
SP-Kamervragen over dossierkennis CIDI
Onder de taken van CIDI behoort het doen van onderzoek naar en het bijhouden van dossiers over manifestaties van antisemitisme en andere (mogelijke) bedreigingen van de Joodse gemeenschap en Israel, en uiteraard het rapporteren daarover. In dat kader publiceerde CIDI eind september een artikel over de radicalisering van moslimjongeren, door toedoen van rondreizende salafistische predikers.
De publicatie, gebaseerd op eigen onderzoek, bevatte informatie die ook te vinden was in het ruim een week later (op 9 oktober) verschenen AIVD-rapport over islamitisch radicalisme. Het feit dat de Tweede Kamer niet over die informatie kon beschikken -- omdat het volgens minister van Binnenlandse Zaken Ter Horst om operationele informatie ging -- en CIDI blijkbaar wel van de hoed en de rand wist, schoot de SP in het verkeerde keelgat. SP-Kamerlid Ronald van Raak stelde op 8 oktober de volgende vragen aan de ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie:
1. Kent u het artikel van het Centrum Informatie en Documentatie Israel («Salafistische predikers steeds actiever in Nederland, Israel Nieuwsbrief, 30 september 2007), waarin wordt bericht dat volgens de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en volgens de Nationaal Coordinator Terrorismebestrijding in Nederland zo’n twintig salafistische jongerenpredikers actief zijn? Kunt u dit aantal bevestigen?
2. Waarom was u tijdens het algemeen overleg op 5 september 2007 over het Jaarverslag van de AIVD over 2006 niet bereid om de Kamer te informeren over het aantal salafistische jongerenpredikers dat in Nederland actief is?
3. Hoe verklaart u dat genoemde informatie, die volgens u te gevoelig is om in de openbaarheid in de Kamer te bespreken, w?l bekend is bij het Centrum Informatie en Documentatie Israel (CIDI)? Hoe beoordeelt u dat het CIDI beschikt over informatie waarover de commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties niet mag beschikken?

Begrijp ik nu goed dat er een lijntje van de AIVD naar het CIDI loopt?'

Zie: http://johnito.blogspot.com/2008/01/lijntje-tussen-cidi-en-aivd.html

Wordt het niet tijd dat de Nederlandse politiek een serieus onderzoek instelt naar de activiteiten van deze lobbygroep?

'Sonja emailde me de antwoorden van deze PVDA-minister op de vragen van de SP. Let u vooral ook op het antwoord op de vraag hoe het CIDI geheime informatie in handen kan krijgen, en dus ook de Israelische geheime dienst, die de Nederlandse volksvertegenwoordigers niet mochten hebben. Het geeft een aardig beeld van hoe deze sociaaldemocrate over democratie denkt. Er wordt niet gezegd dat er een onderzoek wordt ingesteld, nee, gewoon, het is nu eenmaal zo. En ook niet als minister opstappen nu blijkt dat geheime informatie van haar department ten onrechte terechtkomt bij buitenlandse regeringen. Dat kan alleen wanneer de AIVD op een andere manier heeft gelekt. Waarom? Waarom mag het CIDI, dat voor een vreemde mogendheid werkt, geheime Nederlandse informatie bezitten, terwijl de eigen volksvertegenwoordigers dit niet mogen? En als dit niet mag, waarom volgen er dan geen consequenties? Waarom geen onderzoek naar de contacten en actiteiten van het CIDI? Of is de AIVD daar te pro-CIDI voor?

Sonja zei...
De antwoorden van minister Ter Horst (12 november 2007)Antwoorden op kamervragen over salafistische jongerenpredikers9 november 2007Antwoorden op kamervragen van het lid Van Raak over salafistische jongerenpredikers.Vraag 1 Kent u het artikel van het Centrum Informatie en Documentatie Israël, waarin wordt bericht dat volgens de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst én volgens de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding in Nederland zo’n twintig salafistische jongerenpredikers actief zijn?[1] Kunt u dit aantal bevestigen?Antwoord 1 Nadat u mij op het artikel opmerkzaam had gemaakt, heb ik kennis genomen van het bedoelde artikel. In Nederland zijn in ieder geval rond de 15 ervaren (jongeren)salafistische predikers actief die op verschillende manieren verbonden zijn aan de vier grote salafistische moskeeën en stichtingen in Nederland en die in het land lezingen houden voor jongeren. Daarnaast zijn er momenteel ongeveer 10 salafistische (jongeren)predikers in opleiding. Deze cijfers zijn door de AIVD vastgesteld en genoemd in de meest recente openbare AIVD-publicatie ‘Radicale dawa in verandering’ die ik op 9 oktober aan de Tweede Kamer heb aangeboden.Wanneer de termen ‘(jongeren)predikers’, ‘lezingen houden’ en ‘opleiding’ ruim worden geïnterpreteerd en wanneer er rekening wordt gehouden met (jongeren)predikers en lezingen die de AIVD niet als zodanig heeft onderkend, gaat het naar schatting om mogelijkerwijs 15 à 20 ervaren predikers en om 10 à 20 (jongeren)predikers in opleiding. Deze getallen zijn in de publiciteit rondom de AIVD-publicatie genoemd.Vraag 2 Waarom was u tijdens het Algemeen Overleg op 5 september 2007 over het Jaarverslag van de AIVD over 2006 niet bereid om de Kamer te informeren over het aantal salafistische jongerenpredikers dat in Nederland actief is?[2]Antwoord 2 Op 5 september jongstleden was ik nog in beraad over de vraag of in het onderhavige geval de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 mij de ruimte bood om de cijfers te noemen. Vandaar dat ik tijdens het Algemeen Overleg heb toegezegd dat ik in de AIVD-publicatie 'Radicale dawa in verandering' zo mogelijk concretere cijfers zou noemen. Nadien ben ik tot de conclusie gekomen dat de WIV 2002 mij deze ruimte biedt en heb ik de cijfers in voornoemde AIVD-publicatie gemeld. Uiteraard ben ik altijd bereid de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten van uw Kamer uitgebreider te informeren.Vraag 3 Hoe verklaart u dat genoemde informatie, die volgens u te gevoelig is om in de openbaarheid in de Kamer te bespreken, wél gekend is bij het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI)? Hoe beoordeelt u dat het CIDI beschikt over informatie waarover de commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties niet mag beschikken?Antwoord 3 Ik weet niet hoe het CIDI aan zijn informatie is gekomen. Bron: AIVD Kastje dicht, poppetje gezien.'

5 opmerkingen:

Sonja zei

De antwoorden van minister Ter Horst (12 november 2007)

Antwoorden op kamervragen over salafistische jongerenpredikers
9 november 2007
Antwoorden op kamervragen van het lid Van Raak over salafistische jongerenpredikers.

Vraag 1
Kent u het artikel van het Centrum Informatie en Documentatie Israël, waarin wordt bericht dat volgens de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst én volgens de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding in Nederland zo’n twintig salafistische jongerenpredikers actief zijn?[1] Kunt u dit aantal bevestigen?

Antwoord 1
Nadat u mij op het artikel opmerkzaam had gemaakt, heb ik kennis genomen van het bedoelde artikel. In Nederland zijn in ieder geval rond de 15 ervaren (jongeren)salafistische predikers actief die op verschillende manieren verbonden zijn aan de vier grote salafistische moskeeën en stichtingen in Nederland en die in het land lezingen houden voor jongeren. Daarnaast zijn er momenteel ongeveer 10 salafistische (jongeren)predikers in opleiding. Deze cijfers zijn door de AIVD vastgesteld en genoemd in de meest recente openbare AIVD-publicatie ‘Radicale dawa in verandering’ die ik op 9 oktober aan de Tweede Kamer heb aangeboden.

Wanneer de termen ‘(jongeren)predikers’, ‘lezingen houden’ en ‘opleiding’ ruim worden geïnterpreteerd en wanneer er rekening wordt gehouden met (jongeren)predikers en lezingen die de AIVD niet als zodanig heeft onderkend, gaat het naar schatting om mogelijkerwijs 15 à 20 ervaren predikers en om 10 à 20 (jongeren)predikers in opleiding. Deze getallen zijn in de publiciteit rondom de AIVD-publicatie genoemd.

Vraag 2
Waarom was u tijdens het Algemeen Overleg op 5 september 2007 over het Jaarverslag van de AIVD over 2006 niet bereid om de Kamer te informeren over het aantal salafistische jongerenpredikers dat in Nederland actief is?[2]

Antwoord 2
Op 5 september jongstleden was ik nog in beraad over de vraag of in het onderhavige geval de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 mij de ruimte bood om de cijfers te noemen. Vandaar dat ik tijdens het Algemeen Overleg heb toegezegd dat ik in de AIVD-publicatie 'Radicale dawa in verandering' zo mogelijk concretere cijfers zou noemen. Nadien ben ik tot de conclusie gekomen dat de WIV 2002 mij deze ruimte biedt en heb ik de cijfers in voornoemde AIVD-publicatie gemeld. Uiteraard ben ik altijd bereid de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten van uw Kamer uitgebreider te informeren.

Vraag 3
Hoe verklaart u dat genoemde informatie, die volgens u te gevoelig is om in de openbaarheid in de Kamer te bespreken, wél gekend is bij het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI)? Hoe beoordeelt u dat het CIDI beschikt over informatie waarover de commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties niet mag beschikken?

Antwoord 3
Ik weet niet hoe het CIDI aan zijn informatie is gekomen.

Bron: AIVD

Kastje dicht, poppetje gezien.

Anoniem zei

ik vind het antwoord op vraag drie werkelijk onvoorstelbaar bedroevend!!!

Hollands Glorie zei

Beste Stan. Als eerst bedankt voor je opmerkzaamheid als onderzoekend journalist. Ik kan mensen niet genoeg op het hart drukken hoe belangrijk een werkelijk vrije pers is, vooral als het aankomt op onderwerpen zoals deze, namelijk het oprukkend zionisme in de wereld. Zoals je misschien zult weten is geen staat te machtig om hieraan ten onder te gaan. Voorbeeld is Amerika, welke nu dermate moet zuchten onder het zionistische juk, dat men beter kan spreken van een "United States of Israel". Wat mij het meest beangstigt is dat het daarbij niet zal blijven. De agenda van de zionisten is inmiddels duidelijk geworden voor menigeen en werelddominantie wordt gezien als het belangrijkste agendapunt. Dat zij hierbij "catastrofale" ingrepen zoals 9/11 niet schuwen doet mij soms ineen krimpen, waarbij ik me ook weer realiseer dat ik daardoor mijn angst laat regeren en mogelijk daardoor mijn objectiviteit verlies. Tot mijn ontsteltenis vernam ik dat ook Nederland niet aan het zionisten-oog is ontgaan en dat op strategische politieke plekken reeds stellingen worden ingenomen, wat mij het ergste doet vermoeden. (kijk hierbij naar Amerika en ook Engeland) Mijn vraag aan jou is nu; ben jij je als vrij (naar ik mag hopen) journalist bewust over, het voor mij inmiddels voldongen feit, dat er reeds decennia achter de schermen iets gaande is op dit gebied (NWO) en dat we ook in Nederland veel bewuster met het begrip "zionisme" moet omgaan?

Hollands Glorie zei

Mocht het zo zijn dat er hiaten in je kennis zijn ontstaan, even een zeer interessante lezing die je mijns inziens niet gemist mag hebben.
https://www.youtube.com/watch?v=4fvJ8nFa5Qk

stan zei

gewone burgers hebben geen enkele greep meer op de gebeurtenissen. hetzelfde geldt voor politici. achter de schermen wordt een koers uitgestippeld en van de massamedia wordt verwacht dat zij de bevolking voor die koers mobiliseren. er is niemand die deze ontwikkeling op dit moment kan stoppen. ik denk dat de meerderheid van de bevolking dit beseft.