vrijdag 6 juli 2007

CIDI Bestuurslid schendt Internationaal Recht 2


Dick Schalekamp, Jaap Schalekamp en Doron Livnat, the owners of Riwal.
Twee weken geleden heb ik het CIDI, het propaganda centrum voor Israel in Nederland, de vraag gesteld naar aanleiding van dit bericht:

'Persbericht NIPI: CIDI-bestuurslid betrokken bij bouw illegale muur Israël
19 juni 2007
Doron Livnat, bestuurslid van het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI), blijkt betrokken te zijn bij de aanleg van de illegale muur die de Israëlische regering op de bezette Westelijke Jordaanoever bouwt. Tot deze conclusie komt het Nederlands Instituut Palestina/Israël (NIPI). Doron Livnat is mede-eigenaar van het Nederlandse bedrijf Lima Holding B.V. uit Spijkenisse, dat in Israël onder de merknaam Riwal opereert.In een uitzending van Netwerk van 3 juli 2006 was gebleken dat materieel van Riwal wordt ingezet bij de bouw van de Israëlische muur, die het Internationaal Gerechtshof in juli 2004 veroordeelde als zijnde illegaal. Naar aanleiding van deze constatering stelde voormalig Kamerlid Bert Koenders (PvdA) kamervragen. In antwoord daarop zei voormalig minister van Buitenlandse Zaken Ben Bot op basis van informatie van Riwal dat Riwal een Israëlisch bedrijf is. Onderzoek van United Civilians for Peace in september 2006 toonde echter aan dat het bewuste bedrijf voor 100% een Nederlands bedrijf is.Doron Livnat is voor 50% mede-eigenaar van dit bedrijf, dat in Spijkenisse is gevestigd, onder de naam Lima Holding B.V. staat ingeschreven en in Israël onder de merknaam Riwal opereert.Na druk door voormalig minister Bot deed de directie van Lima Holding/Riwal eind september 2006 de toezegging geen materieel meer ter beschikking te stellen voor werkzaamheden aan de muur. Onderzoek van de Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem, in opdracht van United Civilians for Peace, toonde deze week echter aan dat Lima Holding/Riwal nog steeds betrokken is bouw van de muur. Het Kamerlid Van Dam (PvdA) heeft inmiddels opgeroepen tot een onderzoek naar deze betrokkenheid.Het Nederlands Instituut Palestina/Israël (NIPI) is onaangenaam verrast dat een maatschappelijke organisatie als het CIDI, die de oprichting van een levensvatbare Palestijnse staat zegt voor te staan, een bestuurslid heeft dat betrokken is bij de bouw van de illegale muur – een project van de Israëlische regering dat een levensvatbare Palestijnse staat onmogelijk maakt. NIPI roept het CIDI op hierover opheldering te geven en zich van Doron Livnat te distantiëren, indien Livnat niet onmiddellijk alle activiteiten staakt die samenhangen met de bouw van de muur.NIPI is een stichting die zich op de Nederlandse berichtgeving over het Israëlisch-Palestijnse conflict richt. NIPI’s missie is om in Nederland een evenwichtig en onbevooroordeeld beeld te vestigen van de verhoudingen in en rond het Israëlisch-Palestijnse conflict.Tot de uitgangspunten van NIPI behoort de overtuiging dat zowel Israëli’s als Palestijnen recht hebben op een levensvatbare staat en dat de beëindiging van het Israëlisch-Palestijnse conflict gebaseerd moet zijn op de rechten van de mens, het internationale volkenrecht en op naleving van de relevante resoluties van de Veiligheidsraad en de Algemene Vergadering van de VN.'
het-cidi-schendt-internationaal-recht.html
Ik heb opmerkelijk genoeg nog steeds geen antwoord van het CIDI ontvangen. Vandaar dat ik de vraag nu nog eens stel en wel aan iemand die ik al heel lang ken en met wie ik op vriendschappelijke voet verkeer, te weten de directeur van het CIDI sinds 1980, Ronnie Naftaniel.
Beste Ronnie,
Mijn vraag is in wezen heel simpel: waarom accepteert het CIDI een bestuurslid wiens bedrijf betrokken is bij de bouw van een illegale afscheiding op Palestijns land? Op deze manier wekt het CIDI op zijn minst de schijn dat het 't internationaal recht aan zijn laars lapt. Voor alle duidelijkheid voeg ik hier het volgende fragment aan toe uit het voortreffelijk gedocumenteerd boek 'Understanding the Palestinian-Israeli Conflict.' Het is van de vooraanstaande Amerikaanse wetenschapster Phyllis Bennis, die men moeilijk van anti-semitisme kan beschuldigen aangezien ze een joodse achtergrond heeft. Ze schrijft :
'In December 2003, the UN General Assembly requested that the International Court of Justice in the Hague advise them on the legality of the Wall. In its July 9, 2004, opinion, the ICJ ruled explicitly that the Wall was illegal and that Israel must stop construction and dismantle any part of the Wall inside the occupied territory, including Arab East Jerusalem. "Israel," the ICJ said, "is under an obligation to cease forthwith the works of construction of the wall being built in the Occupied Pelstinian Teritory, including in and around East Jerusalem, to dismantle forthwith the structure therein situated, and to repeal or render ineffective forthwith all legaslative and regulatory acts relating thereto." Significantly, the ICJ opinion was not limited to the Wall alone. It also stressed the illegality of all the settlements built throughout the Palestinian territory, and in doing so linked the illegality of the Wall to that of the broader settlement project Israel had undertaken since its occupation of the Westbank, Gaza, and East Jerusalem in the 1967 war. Israel rejected the ICJ's opinion before it was even issued. In January 2004, Israel's then Prime Minister Ariel Sharon admitted that the Wall was causing problems for ordinary Palestinians and that the route of the Wall, which cut off huge swathes of West Bank territory, could cause "legal difficulties in defending the state's position." But he went on to assert that "there will be no change as a result of Palestinian or UN demands, including those from the [ International] court." Then Justice Minister Yosef Lapid called on his own government to move the Wall, recognizing "the present route will bring upon us isolation in the world." But Israel continued construction of the Wall on Palestinian land. The ICJ also stated directly that other countries have their own responsibility to pressure Israel to comply with the court's opinion. "All states," the Court declared, "are under an obligation not to recognize the illegal situation resulting from the construction of the Wall and not to render aid or assistance in maintaining the situation created by such construction."
Beste Ronnie, dit spreekt voor zich. Inmiddels schatten Israelische en Palestijnse mensenrechtenorganisaties dat zodra de afscheiding klaar is 90.000 Palestijnen hun land hebben verloren. Daarom een aanvullende vraag: Legt het CIDI in navolging van Israel deze 'advisory opinion' van het hoogste rechtscollege voor dit soort zaken naast zich neer? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom is Doron Livnat dan nog steeds bestuurslid van jouw organisatie? Tenslotte dan nog deze vraag: gezien het standpunt van het Internationaal Gerechthof ten aanzien van de illegale joodse nederzettingen op Palestijns gebied: respecteert het CIDI deze juridische zienswijze, of verwerpt het CIDI de rechtsregels dienaangaande in de Vierde Geneefse Conventie en het Verdrag van Den Haag uit 1907? Zo nee, is het CIDI dan van mening, net als de wereldgemeenschap, dat Israel zich volledig uit de bezette gebieden moet terugtrekken?
In afwachting van je antwoord
vriendelijke groet
Stan

Geen opmerkingen: