maandag 6 februari 2006

Maria Goos


Maria Goos is een intelligente en betrokken schrijfster, die haarscherp naar haar eigen cultuur kan kijken. Ze heeft een column in de Volkskrant Magazine. Afgelopen zaterdag schreef ze over de haat van een kleine groep Nederlandse jongeren van Marokkaanse afkomst. Ze zocht de redenen van die haat in hun opvoeding. Sterker nog die haat 'komt misschien wel door de moeders. De geisoleerd levende moeders, die hier tegen hun zin naartoe zijn gehaald, die op de wereldbol niet kunnen aanwijzen in welk land zij zich bevinden, die uit een kleine, primitief levende dorpsgemeenschap zijn weggeplukt om hier kinderen te krijgen op een etage in de Kinkerstraat.' Het is een enigszins grove sfeertekening van wat doorgaans vervreemding heet. Onduidelijk blijft wat ze precies bedoeld met de kwalificatie 'primitief levende dorpsgemeenschap.' Het ontbreken van electriciteit? Het gebruik van een muilezel? Het bewerken van het land met een handploeg? De eerste keer dat ik door Marokko trok was in 1969 en wat mij met name opviel was het beschaafde en gastvrije gedrag van de straatarme boeren, en hun onderlinge solidariteit. Niks 'primitief levend.' In zijn boek 'Confessions of an Economic Hitman' schrijft de Amerikaan John Perkins na jarenlang in landen te hebben geleefd met 'primitief levende' dorpsgemeenschappen: 'Our own statistics about violence, depression, drug abuse, divorce, and crime indicated that although ours was one of the wealthiest societies in history, it may also be one of the least happy societies. Why should we want others to emulate us?' In de Verenigde Staten slikt 1 op de 10 mensen anti-depressiva. Wat 'primitief?' Wie 'primitief?' Maria werkt met veel te grote aannames. Maar belangrijker nog is het feit dat ze de oorzaak van de haat volledig zoekt bij wat zij noemt de 'Marokkanen,' die volgens haar uit een primitief milieu komen. Ze is blind voor het feit dat die haat mede verklaard kan worden door het Westerse optreden. Ongeveer een jaar of vijf nadat door Indonesische militairen in samenwerking met de CIA meer dan een half miljoen Indonesische communisten waren afgeslacht, sprak dezelfde John Perkins op een avond in Bandung een groep jonge Indonesische intellectuelen. Ze vertellen hem: ''the West - especially its leader, the U.S. - is determined to take control of all the world, to become the greatest empire in history. It has already gotten very close to succeeding. The Soviet Union currently stands in its way, but the Soviets will not endure. Toynbee ( de Britse historicus. svh) could see that. They have no religion, no faith, no substance behind their ideology. History demonstrates that faith - soul, a belief in higher powers - is essential. We Muslims have it. We have it more than anyone else in the world, even more than the Christians. So we wait. We grow strong.'' ''We will take our time," one of the men chimed in, "and then like a snake we will strike." "What a horrible thought!" I could barely contain myself. "What can we do to change this?" The ... student looked me directly in the eyes. "Stop being so greedy," she said, "and so selfish. Realize that there is more to the world than your big houses and fancy stores. People are starving and you worry about oil for your cars. Babies are dying of thirst and you search the fashion magazines for the latest styles. Nations like ours are drowning in poverty, but your people don't even hear our cries for help. You shut your ears to the voices of those who try to tell you these things. You label them radicals or communists ( en nu regelmatig terroristen. svh) You must open your hearts to the poor and downtrodden, instead of driving them further into poverty and servitude. There's not much time left. If you don't change, you're doomed.' Dit werd precies dertig jaar voor 11 september 2001 gezegd. Ik schrijf dit niet omdat de 'Marokkanen' van Maria Goos identiek zijn aan deze Indonesische intellectuelen, maar ook zij voelen de Westerse minachting en vernedering en de geweldige blanke hypocrisie. Op duizend en 1 manieren, in gebaren en taalgebruik, in de wijze waarop in de openbare ruimte naar hen gekeken wordt, en tijdens sollicitaties, ze merken het aan de achteloze terloopse opmerkingen. Ze lezen het bij Maria Goos wanneer ze in de Volkskrant Magazine schrijft: 'Soms haat ik Marokkanen. Echt waar.' Een haat die alleen verdwijnt wanneer haar 'Marokkanen' hebben bewezen dat ze te vertrouwen zijn, 'als ik een leuk gesprek heb met Tarik of Fatima.' Zou Maria Goos zich als schrijfster echt niet kunnen verplaatsen in de rol van een jong mens dat zich telkens weer moet bewijzen? Hij of zij zijn de buitenstaanders ('Marokkaan'of 'Allochtoon.') die op talloze manieren voelen dat ze gewantrouwd en geminacht worden omdat ze uit 'een primitief levende dorpsgemeenschap' stammen, of uit een 'achterlijke cultuur,' om 'de grootste Nederlander aller tijden' maar eens te citeren. Zou Maria Goos echt niet beseffen dat alleen al het herhaald gebruiken van het woord 'Marokkanen' tot een breuk leidt. Dat je op die manier mensen uit jouw gemeenschap stoot. Het zijn Nederlandse jongeren van Marokkaanse afkomst die bedoeld of onbedoeld bij voorbaat gestigmatiseerd zijn en zich zo buitengesloten weten. Zou ze echt niets van vervreemding begrijpen? Zo ja, vanwaar die blinde vlek?

Geen opmerkingen:

NRC. Goedemorgen en Welterusten

  Goe Vandaag 16 APRIL 2024 Goedemorgen, Oekraïne slaakt een noodkreet: door het tekort aan munitie dreigt Rusland op alle fronten terrein t...