donderdag 8 december 2005

Harold Pinter 2


Eergisteren reageerde ace van writer's blog http://www.writersblog.nl/documents/about.html op mijn opmerking dat ik niet rouwig ben over de ondergang van het publieke omroepbestel. Ze schreef het volgende: 'Mja, mja, mja, aan de ene kant heb je natuurlijk een punt: als iets bagger is dan moet de schop eronder. Aan de andere kant: denk je werkelijk dat er iets beters voor in de plaats zal komen? Verwacht je echt dat de plannen van Medy van der Laan tot betere programma's zullen leiden? Of krijgen we er meer Philippen Freriks voor terug? Nóg meer bagger, nog meer zielloze TV, nog meer kijkcijferbrij. Zelfs als alle mensen met talent een weblog beginnen, zoals jij hier — kudo's to you — dan nog zitten we met een marginaal verschijnsel. En van de oorspronkelijke gedachte achter de media, dat ze de mensen informeren en stimuleren om zelf na te denken, blijft maar bitter weinig over. Het publiek wordt in slaap gesust. Gaat u maar rustig slapen, Joop van den Ende houdt de wacht. Dat wil je toch ook niet?' Ik heb mij niet duidelijk genoeg uitgedrukt. Wat ik bedoel wordt misschien duidelijk uit Harold Pinter's woorden. Gisteren zei Pinter via een video-opname tegen het publiek dat bij de Nobelprijsuitreiking aanwezig was: 'the majority of politicians, on the evidence available to us, are interested not in truth but in power and in the maintenance of that power. To maintain that power it is essential that people remain in ignorance, that they live in ignorance of the truth, even the truth of their own lives. What surrounds us therefore is a vast tapestry of lies, upon which we feed.' Die toespraak ging over de vernietiging van de taal en het scheppen van een artificiele werkelijkheid die de machtigen in de wereld dient. Welnu, de massamedia zijn het middel bij uitstek waardoor die virtuele realiteit, dagelijkse werkelijkheid wordt. Uit eigen ervaring weet ik hoe de publieke omroepen soms bewust, meestal onbewust in toenemende mate meewerken aan het scheppen en in stand houden van die 'schijnwerkelijkheid.' Desondanks was er tot voor kort nog ruimte in Hilversum voor een alternatief; journalisten konden een fundamenteel andere visie geven. Maar door de bezuinigingen en het formatdenken is daar een eind aan gekomen. Ikzelf merkte dit zelfs bij mijn eigen VPRO. Ik geef een voorbeeld. Begin 2003 had ik een vijf uur durende serie radioprogramma's gemaakt over olie als belangrijkste reden voor de Amerikaanse inval in Irak, een serie waar ik af en aan al meer dan een jaar aan had gewerkt en die veel positieve reacties van luisteraars opriep. Een week later besteedden mijn VPRO-collega's van Radio I ook aandacht aan dat onderwerp, maar in plaats van zelf iets uit te zoeken lieten ze een voorstander en een tegenstander aan het woord, de een zei dat olie de drijfveer was, de ander zei dat olie niet de drijfveer was. Het is deze vorm van gemakzuchtig programmamaken die won, want een jaar later hoorde ik van de VPRO-hoofdredacteur Radio, A. J. Heerma van Voss dat vanwege de bezuinigingen er voor het soort programma's dat - onder andere - ik maakte geen ruimte meer was bij de VPRO. Ik begreep onmiddellijk dat mijn tijd gekomen was en dat ook een bepaalde manier van verslaggeving onmogelijk zou worden, zoals nu ook blijkt. De paar nog uitstekende programma's moeten verdwijnen. Uiteindelijk gaat het om welke werkelijkheid uitgebeeld kan worden. De officiele versie van de werkelijkheid of de werkelijkheid van het dagelijkse leven? In Hilversum is voor de laatste werkelijkheid geen toekomst. Dat is geen ramp, want uiteindelijk zullen er nieuwe kanalen komen waarlangs die werkelijkheid getoond kan worden. Internet is er een van. Dat bereikt nu al een miljoenenpubliek. Ik ben daar veel positiever over dan ace. Lees wat John Pilger daarover schreef. Bovendien gaat het niet om kwantiteit maar kwaliteit. Het is altijd de enkeling die waardevolle gedachten verwoordt of verbeeldt, nooit de massa, zoals Pinter opnieuw bewijst. Hier kan men zijn toespraak lezen. http://www.haroldpinter.org/home/index.shtml en http://nobelprize.org/literature/laureates/2005/pinter-lecture.html. Wat Pinter te zeggen heeft is voor ons veel belangrijker dan de ditjes en datjes die we doorgaans via Hilversum vernemen. Het gaat bij hem om moraal en niet om triviale nonsense. Daar zou men juist nu uitgebreid aandacht aan moeten besteden. Daar is behoefte aan, zoals ik weet uit reacties van luisteraars. Laten we eens kijken welk Nederlands dagblad uitgebreid aandacht besteedt aan Pinter's voordracht. Tenslotte nog dit: via de site van de nobelprijs organisatie kunt u de video-opname beluisteren en bekijken. De Guardian schreef vanochtend: 'There was something oddly Beckettian about Harold Pinter's Nobel lecture, which was broadcast yesterday by More4, and which even now is blazing its way across the world's media. It was Beckettian in that Pinter sat in a wheelchair, with a rug over his knees and framed by an image of his younger self, delivering his sombre message: memories of Hamm in Beckett's Endgame came to mind. But if Pinter's frailty was occasionally visible, there was nothing ailing about his passionate and astonishing speech, which mixed moral vigour with forensic detail.' En zo is het maar net. http://www.guardian.co.uk/usa/story/0,12271,1661911,00.html

1 opmerking:

Anoniem zei

Ja, ik ben het helemaal met je eens: er zijn fantastische verhalen te vinden op internet. Ik sprokkel mijn nieuws bij elkaar uit een aantal kanalen waar ik vertrouwen in heb. En inderdaad: die verhalen zijn zo af en toe veel boeiender, diepgaander en informatiever dan wat ik op de radio hoor of in de krant lees of op tv zie. Neem zo'n speech van Pinter. Adembenemend, indrukwekkend, huiveringwekkend. Ook jouw eigen site is een bron van informatie, en ik lees je stukken met veel belangstelling. Zo zijn er meer. Anja Meulenbelt. Salon.com. Sargasso.nl. Indymedia.nl.

Maar er zijn een aantal bedenkingen tegen te maken. Ten eerste: het is een stuk lastiger om journalistieke garanties te geven. Weliswaar krijg je ook geen garanties over de kwaliteit van een krant, maar je weet in elk geval dat de redactie zich verbonden heeft aan het redactioneel statuut, en dat ze hoor en wederhoor dienen toe te passen. Ten tweede: het helpt om een vast podium te hebben waar een discussie voor iedereen zichtbaar plaatsvindt. In een rimboe van websites en weblogs is niet meer bij te houden waar het debat gevoerd wordt. Zie jij parlementariërs al verwijzen naar de discussie op Sybilla's inter-net-viewer? Ik niet. En tot slot: dat miljoenenpubliek dat op internet rondsurft, dat leest misschien Geen Stijl, Lief Dagboek of Merel Roze, maar dat zijn toch niet echt vervangers voor de betere actualiteitenmedia.

Begrijp me niet verkeerd: ik ben de laatste om aan het nut en het bestaansrecht van het internet te twijfelen. Maar ik denk dat we de traditionele media toch zouden missen als we die maar zo aan de wolven zouden overleveren. Make new friends, but keep the old, enzo.

Antisemitisme? HAHA

  Abu Har al-Goudhadi @HarryVeenendaal · 32 m Geestig. Nauwelijks Kamerleden tijdens het #antisemitismedebat . Donderdag 16:00 uur. Vrijdag ...